Voordat de oorlog uitbreekt zijn fabrikant Hub van Doorne en schrijver Antoon Coolen, beiden uit Deurne, nog bevriend met elkaar. Tijdens de oorlog kiest ieder zijn eigen weg. Coolen raakt berooid tijdens de oorlog. De schrijver verwijt Van Doorne vervolgens dat hij zich tijdens de oorlog beweegt in een grijs gebied: hij kan goed overweg met de Duitsers én met het verzet. Dat leidt dat tot een fikse dorpsrel in Deurne.
Een deel van zijn leven woont schrijver Antoon Coolen in Hilversum, waar vele romans over zijn geliefde Peel uit zijn pen vloeien. Begin jaren dertig keert Coolen terug naar Deurne waar hij samen met zijn zoons zijn intrek neemt in huize De Romein. Evenals industrieel Hub van Doorne behoort Coolen tot de dorpselite van Deurne. Het goede onderlinge contact verandert echter tijdens de oorlog, maar vooral erna.
"Aan het begin van de oorlog werd tijdens het bombardement op Rotterdam de uitgeverij van Nijgh & Van Ditmar getroffen. De hele voorraad boeken van Coolen ging in vlammen op", vertelt Cees Sleegers die zich heeft verdiept in het verhaal van Coolen en Van Doorne. "Een jaar later moeten alle kunstenaars, pers en schrijvers van de Duitsers tekenen voor de Kulturkammer. De Duitsers denken zo beide groepen in toom te kunnen houden. Coolen weigert. Hij verklaart geen schrijver meer te zijn, maar daardoor heeft hij ook geen inkomsten meer."
De DAF-fabrieken maken inmiddels wagens voor de Duitsers. Coolen nam het Van Doorne vooral kwalijk dat hij Duitse soldaten bij hem thuis uitnodigt of in het restaurant Lido in Mierlo om op die manier orders binnen te halen. Het gaat DAF voor de wind. Sleegers: "Coolen vindt dat Van Doorne zijn positie misbruikt door af en toe ook het verzet te steunen, zodat hij bij verlies van de Duitsers altijd aan een goede kant staat. Van Doorne had volgens Coolen 'thuis nog een oranje jas hangen om na de bevrijding aan te trekken'.
Na de oorlog
De werkelijke rel ontstaat pas na de oorlog. "Destijds waren er in het kleine Deurne twee kranten: De Deurnese Krant en Het Licht. De Deurnese krant was Anton Coolen, Wiegersma, Berkvens en baron De Smet. Het Licht was pastoor Witlox, burgemeester Lambooy, Frits Philips en Van Doorne."
Als 'Mijnheer Hub' kort na de oorlog voorzitter wordt van het Oranje-comité gaat Coolen door het lint, zeker toen Van Doorne zich ook nog eens als een beschermheer voor de plaatselijke bevolking ging gedragen. Het dorp liep weg met de voorman van DAF.
In de lokale krantenstrijd haalt Coolen op 7 september stevig uit naar Van Doorne. In het artikel worden allerlei zaken opgerakeld uit de oorlog. 'Degenen die integer zijn gebleven, zijn alles kwijt en de schipperaars zijn rijk geworden', schreef Coolen. "Hij bleef er maar op terugkomen. Het vrat aan hem", beschrijft Sleegers.
Voor de rechter
Van Doorne sleept Coolen voor de rechter wegens smaad en laster en eist een schadevergoeding van 100.000 gulden. Tijdens de rechtszitting komt Coolen met schriftelijke bewijzen die hij gekregen zou hebben van DAF-personeel. Coolen krijgt een lichte veroordeling en Van Doorne gaat niet in beroep.
Antoon Coolen overleed in 1961 aan een hartaanval, nadat hij een maand eerder uit een trein was gevallen. Dr. Hub van Doorne overleed in 1979 als ereburger van Deurne én Noord-Brabant.