21 april 1945. Het Derde Rijk staat op instorten. Duitse troepen in het Land van Heusden en Altena krijgen bevel om de terugtocht voor te bereiden. Het wordt een ellendige dag, vol vernietiging. Intussen trekken geallieerde commando’s in het geheim richting Werkendam om met eigen ogen te zien wat er aan de hand is. Het zijn de laatste weken van de Tweede Wereldoorlog in Europa.
Het is nog donker als veertig Britse commando's bij Geertruidenberg de Amer over steken. In kano's en kleine bootjes roeien ze geruisloos naar de overkant. Operatie Bograt ('Veenrat') in de Biesbosch is begonnen. Samen met wat verzetsmensen en een tolk sluipen de Britse commando's over dijken en door boomgaarden en wilgenbossen. In het donker is het terrein nog gevaarlijker. Zeker als je bedenkt dat er overal mijnen liggen. Bij een verlaten huis zitten boobytraps. En er zijn hele gebieden onder water gezet door de Duitsers in het toch al waterrijke gebied.
Vermist
De groep splitst zich op in teams. Urenlang speuren levert niets op: geen mens, alles is verlaten. Ze spreken af om terug te gaan maar in de duisternis raken de commando’s elkaar kwijt. En daarmee verliezen ze ook het contact met de vaste wal.
Als de zon opkomt, stuiten ze op een Duitse patrouille. Vijf soldaten, op de fiets. De commando's openen het vuur en twee Duitsers vallen van hun fiets, de anderen vluchten.
Poppen met uniformen
Bij een huis verderop ontdekken de Britse commando’s iets geks: poppen die aangekleed zijn met Duitse uniformen. Het is een valstrik om de indruk te wekken dat er nog steeds soldaten zijn.
Granaten
Kort daarna zijn er vlak achter elkaar twee confrontaties met de vijand. Bij de eerste raakt een Duitser gewond, de andere twee Duitse soldaten geven zich over. De volgende confrontatie is een vuurgevecht. Daarbij schieten de commando's een Duitser dood. De commando's krijgen een lading granaten over zich heen, maar ze overleven de beschieting. Ze houden zich koest om vijand niet te waarschuwen. Vertrekken is onmogelijk zonder hulp.
De gebeurtenissen in de Biesbosch rond de commandopatrouille zijn onbekend. Militair historicus Jack Didden schrijft erover in het laatste nummer (28) van de Historische Reeks Land van Heusden en Altena, dat later dit jaar uit komt.
Vernietiging
Terwijl de commando's de verkenningen uitvoeren, maken verderop in bezet gebied, Duitse experts plannen om met dynamiet van plaats naar plaats te trekken. Langs kerken, molens en watertorens. De geallieerden zouden die gebouwen als uitkijkpunt kunnen gebruiken. Ook nu nog, in deze laatste oorlogsdagen, moet alles kapot. De gevolgen zijn dramatisch. In een paar uur tijd raakt het gebied vele monumentale gebouwen kwijt.
Zo wordt de Hervormde kerk van Almkerk opgeblazen. De watertoren aan de Uppelsedijk in Uppel gaat er ook aan. Net als korenmolen Ken u Zelven in Werkendam, uit 1848, die op de plek stond waar nu het Molenplein is. De lading dynamiet is zo zwaar dat er in de hele omgeving huizen zwaar beschadigd raken.
Woudrichem
Ook de stellingmolen Nooit Gedagt in Woudrichem gaat in de avonduren de lucht in. Met een doffe dreun wordt het monument aan de Rijkswal gereduceerd tot een berg puin en hout. Hier is hetzelfde probleem als in Werkendam: te veel dynamiet. Daardoor ontstaat veel bijkomende schade in het stadje aan de Merwede.
De eeuwenoude toren van de Martinuskerk blijft gespaard, na een smeekbede van de inwoners.
Omsingeld
21 april 1945 is ook de dag dat de eerste Russische granaten op Berlijn vallen. En de dag dat Legergroep B, die ook in Nederland actief was, in het Ruhrgebied is omsingeld. De legers houden op te bestaan. Meer dan 300.000 man geven zich over. Hun commandant generaal Walter Model is er ook bij. Hij is een van de belangrijke figuren achter de strijd in onder meer Brabant, Arnhem en in de Ardennen. Zijn missie is volbracht. Op deze dag maakt Walter Model een einde aan zijn leven in een bos bij Duisburg.