De Meivliegers streden in de meidagen van 1940 in de lucht tegen de Duitsers. Eén van hen was Harenaar Hans Hellendoorn. Hij deed luchtig en laconiek over zijn deelname. 'Ik heb twee lullige vluchtjes gemaakt', vertelde hij een paar jaar geleden in een interview. 'Van mijn opleidingsjaar 1937 zijn er vijf mensen omgekomen.'

Fokker C. V

Hellendoorn vloog als waarnemer en schutter in een Fokker C. V, een dubbeldeks toestel met ijzerbuizen, die bespannen waren met doek. 'De C.V deed het goed, we waren er vertrouwd mee. Het was jouw toestel en daarmee moest je het doen. Niet verder over bakkeleien', vertelde hij over het vliegtuig.

Verzet

Na de Nederlandse capitulatie ging Hellendoorn studeren in Utrecht, maar daar kwam door de oorlog niet veel van terecht. Via zijn studentenvereniging belande hij in het verzet.

In een interview in de Volkskrant deed hij daar twee jaar geleden verslag van. 'Na de oorlog spraken we er alleen nog over met mensen die, net als hem 'ook wat dingen hadden meegemaakt', vertelde hij. 'We werden toch gezien als roekeloze figuren, die Nederlanders aan Duitse represailles hadden blootgesteld.'

Hoofd van ziekenhuislaboratorium

Na de oorlog studeerde Hellendoorn toch af in klinische chemie en werd hij in 1961 hoofd van het ziekenhuislaboratorium in het Rode Kruis Ziekenhuis. Dat bleef hij tot zijn pensionering in 1984. Hij woonde lange tijd met zijn gezin in Haren en later in Glimmen.

De laatste jaren ontstond er meer belangstelling voor Hellendoorns verhaal. Er werd onder meer aandacht aan hem besteed in interviews met de Volkskrant en het veteraneninstituut.

Hellendoorn overleed op 100-jarige leeftijd in zijn woonplaats Haren.