In Staphorst zijn in 2009 de stoffelijke resten van een slachtoffer uit de Tweede Wereldoorlog opgegraven. Het ging om het lichaam van de geliquideerde onderduiker Pieter Hoppen uit Rotterdam (19).

Hoppen, na de beruchte Februaristaking op de vlucht voor een eventueel krijgsgevangenschap van de Duitsers, was van Rotterdam op weg naar Steenwijk. Daar was evenwel geen onderduikadres beschikbaar, waarna hij in Meppel terecht kwam. Leden van de knokploeg Meppel dachten dat het om Duitse WA-spion zou gaan. Nog dezelfde dag werd Hoppen door het lokale verzet opgehaald en neergeschoten, omdat hij een verrader zou zijn. De executie van de jonge ambtenaar bleek een vergissing.

Aanleiding opgraving

De opgraving is het resultaat van een onderzoek dat werd ingesteld naar aanleiding van een documentaire van de EO over de verzetsheld. De laatste overlevende van die knokploeg, de nu 86 jarige Gerrit Gunnink, gaf uit wroeging zulke duidelijke aanwijzingen waar het lijk moest liggen dat de Koninklijke Landmacht is gaan graven. Hij begroef het lichaam van Hoppen op een boerenerf in Staphorst. 

Bekijk hier deel 1 en hier deel 2 van de documentaire Nooit meer laf van de Rouveense journalist Geertjan Lassche over Pieter Hoppen.