Jack Kooistra was nog maar een jongetje toen de oorlog uitbrak. Vanaf het begin heeft hij voor zichzelf de namen en andere bijzonderheden opgeschreven van mensen die door de oorlog om het leven kwamen. Dan gaat het om mensen uit het verzet, om Joden en ook om 'gewone' mensen die door de Duitse bezetter werden omgebracht.

 

Ook na de oorlog is Kooistra verder gegaan met het verzamelen van namen en andere gegevens. Hij schreef het op kaartjes en zijn archief groeide en groeide en besloeg in 2019, bijna 180.000 kaartjes. Die samengepakt in koffers op zolder staan. De stellingen waar de koffers op rusten, zijn door het gewicht van al die kaartjes in de loop der jaren krom komen te staan. 

Het archief van Jack Kooistra moet niet worden gezien als een uit de hand gelopen hobby. Kooistra wil vooral de nabestaanden helpen met het geven van informatie. Hij vindt het belangrijk dat nabestaanden troost, rust en duidelijkheid krijgen zodat ze het verlies kunnen verwerken.

Jack Kooistra wordt ook wel de Friese Wiesenthal genoemd omdat hij veel oorlogsmisdadigers heeft opgespoord. Hij is nu 89 jaar en nog altijd iedere dag bezig met het zoeken naar gegevens.

Digitalisering

Een groepje van vier mannen is in 2019 aan de slag gegaan om alle kaarten van slachtoffers te digitaliseren. De kaartjes zijn door de vrijwilligers allemaal op de foto gezet, zodat het archief veilig kan worden gesteld. Verder is de informatie op de kaartjes op een website gepubliceerd: www.wo2slachtoffers.nl

 In het radioprogramma Buro de Vries was er in 2019 enkele weken aandacht voor het archief van Kooistra. In de uitzending van 14 april werd in een gesprek met Gjalt Wijmenga, Pieter Jan Rottiné en Jack Kooistra zelf het historische belang van het archief belicht: