Roelof Pot van de Knokploeg Diever ontsnapt op 22 november 1944 aan de dood, als zo'n vijftig Duitsers het onderduikershol in Diever omsingelen waar hij met vijf andere leden ondergedoken zit.
De nu 96-jarige Pot is op dat moment niet in het hol. Hij zit met wat vrienden bij het Brandeveen en wordt niet gepakt. Vier van zijn maten worden bij het hol gearresteerd. Zij komen nooit meer thuis. Ook andere betrokkenen worden later door de Duitsers vermoord.
De Wigwam
Als ergens anders in Drenthe een vliegtuig wordt neergeschoten, bespreekt de knokploeg wat zij doen als dat bij Diever gebeurt. De reactie van de knokploeg is volgens Pot eensgezind: "Dan helpen we die mensen. Dat is logisch. Dat zijn toch onze vrienden." Helpen is echter makkelijker gezegd dan gedaan. "Waar kunnen we die mensen naartoe brengen? Wie wil ze hebben? Daar staat de doodstraf op." Een onderduikershol lijkt een ideale uitkomst.
Samen met de vijf anderen graaft Pot een heuvel in het bos uit. Met boomstammen bouwen de mannen een hol. De schuilplaats krijgt de naam: 'de Wigwam'. "Het was een voorstel van Fokke, maar hij heeft het zelf nooit gezien", vertelt Pot. "Want toen er twee weken later een razzia kwam, was Fokke de eerste die gepakt werd."
"Ik heb nooit angst gevoeld in die tijd. Ik heb wel gebeden en dat heeft me kracht gegeven." - Roelof Pot
De Knokploeg Diever gebruikt het hol voor allerlei verzetsactiviteiten. Er worden documenten verborgen, bevrijdingsacties gepland, illegalen duiken er onder en ook Engelse en Amerikaanse piloten vinden er onderdak. De eerste Amerikaanse piloot die onderduikt in Diever is 'Harry uit Los Angeles'. "Een pientere jongen", volgens Roelof Pot.
Ondanks de gevaarlijke dingen die Pot doet, is hij niet bang voor de Duitsers. "Ik heb nooit angst gevoeld in die tijd. Ik heb wel gebeden en dat heeft me veel kracht gegeven." Het was ondanks de oorlog ook niet elke dag een hel. "Je zit niet de hele dag te schreien. Nee hoor, we hadden ook veel lol."
Aan de activiteiten van de Knokploeg Diever komt op 22 november 1944 abrupt een einde als vijftig Duitsers van de Sicherheitsdienst het hol omsingelen en door een 'raam' naar binnen schieten. Om de verzetsstrijders naar buiten te krijgen, sturen de Duitsers een hond het hol in. Verzetsmannen Hilbert Gunnink, Hermannus Vos, Roelof Eggink en Geert Gerhardus Koster komen uiteindelijk tevoorschijn en worden gearresteerd. Op andere plekken in de omgeving worden ook andere betrokkenen gepakt.
"Het zal wel verraden zijn... ze zijn er in ieder geval achtergekomen." - Roelof Pot
De Duitsers komen het onderduikershol volgens Jans Tabak van de historische vereniging in Diever op het spoor nadat ze een man verhoren die bij het hol geweest is. "Die hebben ze natuurlijk vreselijk mishandeld. Of je liet je doodslaan, of je zei wat. En deze man zei wat", vertelt Tabak. "Het is niet echt verraden, maar als je zo mishandeld wordt, dan zei je wat omdat je de pijn niet langer aan kon."
Pot laat in het midden hoe de Duitsers het hol ontdekt hebben. "Het zal wel verraden zijn... ze zijn er in ieder geval achtergekomen."