Het Duitse Openbaar Ministerie besloot in januari 2014 in beroep te gaan in de zaak tegen de Nederlandse oorlogsmisdadiger Siert Bruins.

De officier van Justitie in de Duitse stad Hagen had levenslang geëist tegen de Nederlandse oorlogsmisdadiger Siert Bruins. De toen 92-jarige Bruins stond terecht voor de moord op verzetsstrijder Aldert Klaas Dijkema bij Appingedam in september 1944. Een van de mede-aanklagers in het proces was de zus van Dijkema, de 97-jarige Aukelien Blokzijl-Dijkema uit Hoogeveen.

Geestelijke vermogens

Het proces begon op 2 september 2013. De advocaat van Bruins beweerde dat zijn cliënt aan het dementeren was. Hij zei dat Bruins vergeetachtig werd en dat zijn geestelijke vermogens sterk verminderd waren. Desondanks ging de rechtszaak gewoon door.

Hoge leeftijd

Het is vrij zeldzaam dat tegen een verdachte van deze leeftijd nog een levenslange gevangenisstraf wordt geëist. Bruins werd kort na de oorlog in Nederland bij verstek ter dood veroordeeld. Hij was ten tijde van dat vonnis al naar Duitsland gevlucht, waar hij sindsdien woonde.

Lees ook: Oorlogsmisdadiger Bruins blijft op vrije voeten
 

 

 

 

De 92-jarige Bruins ontsnapte aan een veroordeling omdat de Duitse rechter onvoldoende bewijs zag dat hij schuldig is aan moord op verzetsman Aldert Klaas Dijkema in Appingedam in september 1944. Het viel niet meer te reconstrueren dat Bruins de verzetsman na een vooropgezet plan heeft doodgeschoten, aldus de rechtbank.

Aanklager Andreas Brendel had levenslang geëist tegen Bruins. Hij vindt wel dat er bewijs is voor moord. Eén van de mede-aanklagers in het proces was de zus van Dijkema, de 97-jarige Aukelien Blokzijl-Dijkema uit Hoogeveen.