De stichting Russisch Ereveld in Leusden heeft een spoor gevonden dat kan leiden tot het identificeren van een Sovjetsoldaat uit Kamp Amersfoort. In het concentratiekamp van de Duitse bezetters vonden in de Tweede Wereldoorlog 101 Oezbeken de dood.
De mannen waren in 1941 als krijgsgevangenen naar het kamp aan de rand van Amersfoort gebracht en werden daar door de nazi's onmenselijk behandeld. Van hen stierven er 24 binnen enkele maanden door honger, ziekte, mishandeling en andere ontberingen. De overige 77 werden op 9 april 1942 in vrachtwagens geladen en buiten het kamp geëxecuteerd.
De 'Russen', zoals de Sovjetmilitairen in de volksmond zijn gaan heten, zijn na de oorlog begraven op begraafplaats Rusthof in Leusden zonder dat hun identiteit is achterhaald. Stichting Russisch Ereveld, die zich om het lot van Russische gesneuvelden en hun nabestaanden bekommert, meldt dat er nu toch een kans is dat tenminste een van de Oezbeken zijn naam terugkrijgt.
Het spoor begint bij portretten die de Nederlandse kampgevangene Gerrit de Wilde maakte van zeven Sovjetmilitairen. Op twee ervan schreef hij, fonetisch, de naam van de geportretteerde. Na jaren onderzoek heeft de stichting een gedenkboek gevonden, waarin dezelfde naam genoemd wordt bij een Oezbeekse soldaat die nog altijd als vermist te boek staat. Mogelijk gaat het om de man op de tekening.
Een delegatie van de Stichting Russisch Ereveld vertrekt deze week nog naar het gehucht in Oezbekistan waar de soldaat uit het gedenkboek heeft gewoond om nader onderzoek te verrichten.