Het is donderdag 14 mei 2020 precies tachtig jaar geleden dat een groot deel van de Rotterdamse binnenstad wordt verwoest door het bombardement en de brand die daar op volgt. Op 14 mei 1940 raakt Rotterdam, oorspronkelijk een middeleeuwse stad, z'n hart kwijt.
 

Duitse bommenwerpers zaaien even voor 13:30 uur dood en verderf in Rotterdam. Het duurt een klein kwartier. Zo’n achthonderd mensen komen om, tachtigduizend mensen raken dakloos. De Tweede Wereldoorlog is al een aantal maanden gaande, maar Nederland is neutraal. De Duitsers vallen op 10 mei 1940 ons land binnen. Ze komen niet alleen de grens over maar landen met vliegtuigen op vliegveld Waalhaven en met watervliegtuigen op de Maas in Rotterdam. Zo wordt Rotterdam onverwacht frontstad. Het Duitse leger trekt op 10 mei al snel Rotterdam-Zuid binnen en dringt door tot het Noordereiland. Daar weten Nederlandse militairen de Duitsers te stoppen. De Maasbruggen worden de frontlinie. Aan de noordkant van de Maas houdt Nederland stand. 

Patstelling

Die situatie duurt dagen. Er wordt over en weer geschoten, maar de Duitsers - die via Rotterdam naar regeringsstad Den Haag willen - komen niet verder. Tot de Duitse troepen op 14 mei sterk genoeg zijn. De Duitse generaal Schmidt plant een grote aanval op Rotterdam, met veldartillerie in de vorm van kanonnen, een luchtaanval en tanks. Samen met Rijnmond-verslaggever Marcia Tap en militair historicus Wouter Hagemeijer beleven we 14 mei 1940 nog eens opnieuw...

Schmidt plant zijn aanval om 13:00 uur Nederlandse tijd, maar weet dat er nog burgers in de stad zijn. Daarom bedenkt hij in de ochtend dat hij Rotterdam een kans wil geven zich over te geven. Schmidt stelt een ultimatum en geeft dat mee aan drie parlementairs. Om 09:00 uur in de ochtend gaan de drie Duitse boodschappers met een witte vlag, zodat ze niet beschoten worden, over de Willemsbrug. "Je steekt dan de frontlijn over, dat moet voor die boodschappers toch behoorlijk spannend zijn geweest", vertelt Hagemeijer. "Voor je het weet word je toch beschoten door een nerveuze Nederlandse militair."

Blinddoek

Dat gebeurt niet. De boodschappers worden in de omgeving van de Oude Haven opgevangen en ontwapend door Nederlandse militairen, waarna ze geblinddoekt worden. Ze gaan om ongeveer 09:30 uur op weg naar kolonel Scharroo, de bevelhebber van de Nederlandse troepen in Rotterdam. De Duitse boodschappers worden, geblinddoekt en al, een uur kriskras rondgereden door de stad. "Ze mogen namelijk vooral niet weten waar het hoofdkwartier van Scharroo is, want dan zou dat aangevallen kunnen worden", legt Hagemeijer uit. Uiteindelijk komen ze rond 10:30 uur aan op de Statenweg, waar Scharroo een paar dagen eerder zijn hoofdkwartier naartoe heeft verplaatst. Daar zit ook kapitein Backer met zijn staf. De ultimatumtijd gaat van start.

Geen naam, geen rang

Om 10:45 uur krijgt Scharroo het ultimatum. Hij leest dat de Duitsers dreigen met 'de scherpste maatregelen van vernieling' als de stad zich niet binnen twee uur overgeeft. De inmiddels gearriveerde burgemeester Oud van Rotterdam krijgt hetzelfde getypte briefje. Ondanks het dreigement is Scharroo niet onder de indruk van de boodschap. Het is niet met naam en rang ondertekend, maar met 'de commandant van de Duitse troepen'.  Een uur later, om 11:45 uur, legt Scharroo telefonisch contact met generaal Winkelman, de opperbevelhebber van de Nederlandse troepen. Scharroo geeft aan dat het hij geen reden ziet om de stad over te geven. Winkelman is het hier mee eens: eerst maar eens achterhalen met wie Scharroo nu precies te maken heeft. Ze rekken daarmee ook tijd om het nemen van een besluit uit te stellen.

En dus stuurt Scharroo de Duitse boodschappers terug, met de mededeling dat zijn onderhandelaar voor het verstrijken van het ultimatum zijn antwoord door zal geven. Rond 12:00 uur spreken de Duitse boodschappers generaal Schmidt op Rotterdam-Zuid. Ze geven aan de indruk te hebben dat de Nederlanders willen onderhandelen. De Nederlandse onderhandelaar zal voor 12:30 uur aankomen, dus stelt Schmidt de artilleriebeschieting en infanterie-aanval uit. Daarnaast geeft hij de opdracht om de luchtaanval op te schorten.

Bommenwerpers opgestegen

Die opdracht wordt om 12:35 uur vanuit Rijsoord gecodeerd en verstuurd naar Duitsland, waarna het zeven minuten duurt voor de boodschap weg is. "Maar die 90 Heinkel-toestellen waren toen al in de lucht", vertelt Hagemeijer."Ze vertrokken vanaf relatief kleine vliegvelden en moesten één voor één opstijgen. Ze waren dus al vanaf 11:45 uur bezig geweest met het opstijgen en het formeren. Toen om een uur of 12:45 Nederlandse tijd het bericht aankwam bij de Duitse luchtmacht, waren die toestellen dus al een half uur tot drie kwartier onderweg. Uiteindelijk kwam het bericht niet aan bij de toestellen." En dus meldt de uitkijkdienst van de Nederlandse Luchtbescherming om 13:15 uur een grote groep Duitse vliegtuigen die koers zet richting Rotterdam. Vlak daarna loeit in de stad het luchtalarm. 

Rotterdam in brand

Vijf minuten later vallen de eerste bommen in Kralingen. Rotterdam staat letterlijk en figuurlijk in brand. Ondanks dat de Duitse generaal Schmidt opdracht gaf de aanval uit te stellen, is Rotterdam gebombardeerd. "Het centrum van de stad was heel dicht op elkaar gebouwd, uit heel veel brandbaar materiaal", aldus Hagemeijer. "Alles stond in brand. De brandweer werd overvraagd, omdat de hoofdwaterleiding ook was geraakt."  

Een paar uur later, om 15:50 uur, komen kolonel Scharroo en kapitein Backer aan op het Noordereiland. Zij komen met het antwoord, ruim voor het verstrijken van het nieuw gestelde Duitse ultimatum, nadat uitstel was aangevraagd. Scharroo wordt naar de Maassilo, het hoofdkwartier van de Duitse generaal Schmidt, gebracht en zet daar op het ultimatum 'Angenommen'. Hij protesteert verbitterd over het uitvoeren van het bombardement voordat het ultimatum was verstreken.

Overgave

Om 16:50 uur stuurt opperbevelhebber Winkelman een bevel naar zijn ondercommandanten, waarin hij de Nederlandse capitulatie aankondigt. Om 18:20 uur trekken de Duitse troepen Rotterdam binnen en om 19:15 uur maakt Winkelman de overgave op de radio bekend aan het Nederlandse volk. Hij vertelt over zijn interne overwegingen. Rotterdam is gebombardeerd, Utrecht is al bedreigd en de Nederlandse troepen zijn uitgeput. Daarnaast zit de komst van bondgenoten er niet in, het kabinet en de Koningin zitten in Londen en er is ook geen luchtmacht meer. Verder verzet en daarmee meer bloedvergieten is zinloos. Nederland is officieel in handen van de Duitsers.

 

Luister hier naar een uitgebreid gesprek met de Rotterdamse militair historicus Wouter Hagemeijer over de gebeurtenissen op 14 mei: