Douanier en verzetsman Kees Kappers uit Budel sluit zich met vrienden aan bij de Hollandse Nationale Brigade. Op verzoek van een Belgische verzetsbeweging laten ze op Dolle Dinsdag een trein met gewonde Duitse soldaten ontsporen. De Duitsers zijn in alle staten. Een NSB’er verraadt de groep van Kees en dat leidt tot een gruwelijke moordpartij.

 

Dinsdag 5 september 1944, beter bekend als Dolle Dinsdag. De geluiden van een ophanden zijnde bevrijding worden sterker en sterker. De geallieerden winnen in hoog tempo terrein en rukken via België op naar Nederland. De Duitse bezetters slaan massaal op de vlucht.

Kees Kappers vertelt over zijn oom die in het verzet zat en een trein liet ontsporen

Schuilplaats
Kees Kappers komt uit de Achterhoek, wilde eigenlijk onderwijzer worden en belandt op zoek naar werk bij de Douane. Zijn standplaats wordt Budel-Dorplein. "Mijn oom raakte destijds bij het verzet betrokken en zorgde ervoor dat onder anderen gewonde parachutisten, piloten en ontsnapte krijgsgevangenen ongezien de grens konden passeren. Ook hield hij gewonde soldaten tijdelijk schuil en zorgde hij voor een schuilplaats en voedsel", vertelt neef Kees Kappers die vernoemd is naar zijn oom. Volgens hem liep zijn oom als tussenschakel een groot risico. "Zijn kantoor was pal naast dat van de Duitsers."

Brief aan moeder
De vader van Kees Kappers is dan al overleden. Enkele dagen voor Dolle Dinsdag schrijft hij - naar later bleek - zijn laatste brief aan zijn moeder. Hij meldt vanwege de beschietingen in Budel te blijven. Bovendien waarschuwt hij zijn moeder: "Ga maar niet meer naar huis toe. Het wordt gevaarlijk en wees voorzichtig. En als het zover is, blijf binnenskamers."Beestachtig

Om de Duitsers te dwarsbomen saboteren oom Kees en andere leden van de verzetsgroep drie dagen later de rails op het belangrijke traject tussen Budel-Schoot en Weert. Er vallen tientallen doden en gewonden.

"Men dacht dat het een materiaaltransport was, maar het bleek om gewonde Duitse soldaten te gaan. De Duitse bewakers op de trein waren furieus", weet neef Kees. "De Duitsers gingen nadrukkelijk op zoek naar de daders. Mijn oom is met drie anderen het natuurgebied Ringselven ingevlucht en heeft zich daar schuilgehouden. NSB'ers hadden iets gehoord of wisten waar ze zaten en ze waarschuwden de Duitsers."

Ooggetuigen zagen wat de Duitsers met oom Kees en de drie overige verzetsleden hebben gedaan. Kappers: "Ze zijn beestachtig vermoord. Ze hebben niet de kogel gehad, maar zijn op vreselijke wijze mishandeld en hebben op die manier de dood gevonden."

Vijf jaar na de moordpartij krijgen de slachtoffers een oorlogsmonument op de begraafplaats aan het Kerkplein in Budel-Dorplein. Neef Kees komt jaarlijks vanuit Apeldoorn naar de Dodenherdenking. In 2016 brengt hij een kistje mee met daarin de postume onderscheidingen van zijn oom Kees. In het kistje zit ook nog de laatste brief aan zijn moeder, met de ontroerende slotregels: 'We hopen elkaar na de bevrijding terug te zien. Het kan ook anders gaan natuurlijk. Gelukkig weten we niets vooruit'.