Droge voeten achter veilige dijken. Het is al decennialang het credo van de waterschappen. En meestal lukt dat ook; die droge voeten. Maar dat was tijdens de oorlogsjaren wel anders.

Historicus en oud-dijkgraaf Thea de Roos doet samen met haar man Jan de Roos onderzoek naar waterschappen in oorlogstijd. Ze komen tot een ontluisterende conclusie: de waterschappen in Noord-Holland stelden zich zeer amateuristisch op en boden nauwelijks weerstand tegen de bezetter. 

Thea: "Dat van die droge voeten, dat ging meteen al mis. Het begon al in de meidagen van 1940 met de strategie om de stelling van Amsterdam onder water te zetten om de vijand tegen te houden. Dat is een flop geworden, want de vijand kwam door de lucht en helemaal niet via het land. Het was een oorlogsstrategie uit de 19e eeuw. Hopeloos verouderd. Heel dom dat niemand dat van tevoren had bedacht." 

Houtje-touwtje

Maar daar bleef het niet bij. De besturen van de waterschappen stapelden blunder op blunder. Ze waren totaal onvoorbereid op de omstandigheden.

Thea: "Er was geen diesel om de gemalen te laten draaien, de elektriciteit werd gerantsoeneerd, dus uiteindelijk zijn de oude molens opgelapt om de polders droog te houden. Het was allemaal houtje-touwtje. Eigenlijk een wonder dat het allemaal net goed is gegaan."

De besturen van de waterschappen hebben bovendien niets gedaan om de anti-Joodse maatregelen tegen te houden. Alle joodse bestuurders werden ontslagen en NSB'ers werden aangesteld op belangrijke posten. Zo kreeg de bezetter ook bij de Noord-Hollandse waterschappen heel eenvoudig en snel de touwtjes in handen. 

Voor het Duitse karretje

Vooral dijkgraaf van het Noorderkwartier Dolf Kamp, in 1941 benoemd, liet zich zonder morren voor het Duitse karretje spannen. Toen de aanleg van de Atlantikwall de hele kust dreigde te verwoesten, legde hij de bezetter geen strobreed in de weg.

En toen de Duitsers aan het eind van de oorlog de dijken van de Wieringermeer doorstaken, protesteerde hij nauwelijks. De Roos: "Hij moest door anderen worden bewogen om te protesteren tegen het onder water zetten van de Wieringermeer. Ik denk dan: Jan Kamp, wat heb je gedaan? Je hebt het laten gebeuren!"

En dat geldt eigenlijk voor veel bestuurders van de waterschappen. "Niemand heeft gezegd: stop, tot hier en niet verder. Dat is niet gebeurd. Het is heel teleurstellend.

Thea en Jan de Roos schreven het boek 'Geen soldaat kan de polder regeren' over de Noord-Hollandse waterschappen in oorlogstijd.