Jaap en Tine Binnema woonden op een grote boerderij tussen Ferwert en Blije. Zij hadden geen kinderen. Tot zij aan het einde van 1943 de zorg kregen over een kleine baby van zes weken oud. Een Joods kindje uit Amsterdam. 

Het jongetje bleef bij de Binnema's, tot na de oorlog zijn eigen moeder hem weer opzocht in Ferwert. Jans vader is vermoord in Auschwitz, maar zijn moeder overleefde het concentratiekamp Theresienstadt. Nadat ze een poosje aan elkaar gewend waren geraakt, ging Jan weer met zijn moeder mee naar Amsterdam. Maar alle zomers daarna kwam hij naar Ferwert, bij zijn 'heit en mem' logeren op de boerderij.

Het contact bleef en Jan bewaart daar zeer goede herinneringen aan. Hij genoot van de boerderij, de beesten en hij mocht mee naar de veemarkt. Hij kan zijn pleegvader Jaap Binnema nog goed voor de geest halen: "Een boom van een man, met handen als kolenschoppen." Ook moeder Tine was een grote vrouw. Het echtpaar gaf hem een veilig gevoel.

Van de tijd op de boerderij aan de Ferwerter Ryp heeft Jan Binnema niet veel tastbare herinneringen. Enkele fotootjes. Jan: "Een luchtfoto van de boerderij. Eén foto waar ik op schoot zit bij 'heit en mem'. En eentje waarbij ik met een gietertje bij een ren sta waar de kuikentjes in opgroeiden." Een ander mooi aandenken heeft Jan nog wel: een rood geverfd klompje.

Het radioprogramma Buro de Vries is met Jan Binnema in gesprek gegaan. Het is de eerste keer dat Jan zijn verhaal deelt met een journalist. Hij doet dat, om zijn pleeghouders te eren. Hij had ze graag de Yad Vashem-onderscheiding toe willen kennen, maar dat is er niet van gekomen.

Toen Jan als jongetje bij de Binnema's woonde, was Henke de Jong een buurmeisje van een jaar of elf oud. Later hielp ze daar in de huishouding. De herinnert zich de kleine Jan nog goed. Ze liep met hem in de kinderwagen en ze ging met hem te fietsen. Henke is nu 87 jaar en woont nog in Blije. Tot de dag van vandaag heeft ze contact met Jan gehouden.

 

Verdraagzaamheid gewenst

Jan Binnema wilde graag zijn verhaal vertellen aan de journalisten Karen Bies (Omrop Fryslân) en Ines Jonker (Leeuwarder Courant), onder voorwaarde dat hij niet zijn echte naam zou gebruiken, maar de Friese naam die hij als jongetje in Ferwert kreeg: Jan Binnema. Hij is bang voor anti-Semitische reacties.

Hij ziet om zich heen dat anti-Joodse sentimenten weer de kop op steken. Hij hoopt met zijn verhaal dat mensen meer verdraagzaam tegen elkaar zijn en dat de jeugd weet wat er kan gebeuren 'als de ene groep mensen zijn wil oplegt aan anderen'.

Jan Binnema wil in het eerste weekend van mei graag naar Fryslân terugkeren voor de Onderduikersdagen, een project van 'De terugkeer van de Joodse kinderen'.

'De terugkeer van de Joodse kinderen' is een gemeenschappelijk project van de Friese media, Tresoar en stichting De Verhalen. De persoonlijke geschiedenis van Jan Binnema staat op 8 februari ook in de Leeuwarder Courant en het Friesch Dagblad.