Dit jaar is het 75 jaar geleden dat Nederland werd bevrijd van de Duitsers. De bevrijding van Fryslân begon op 12 april. In een serie van vijf artikelen staan we daar bij stil. Deel vijf: de slag om de kop van de Afsluitdijk en het lange wachten op de Waddeneilanden.
Een in 1945 gearresteerde 'moffenmeid' in Harlingen - Foto: Griet de Jong (Tresoar, Fries Fotoarchief)
"Hè, gelukkig; het was dus toch geen droom. Zo is het inderdaad; pas vandaag beginnen we eigenlijk te beseffen, dat we van een nachtmerrie van vijf jaar (!) bevrijd zijn. Het is nog ongelooflijk, dat je weer mag lopen waar je wilt (ik heb waarlijk ruimtevrees als ik buiten kom), dat je kunt zeggen wat je wilt." Keimpe Sikkema kan zijn geluk niet op als hij 16 april in zijn oorlogsdagboek schrijft, de dag na de bevrijding van Leeuwarden.
Hoewel de Canadezen op 15 april een hele grote slag hebben geslagen in de provincie, zijn er nog altijd plekken onder heerschappij van de Duitsers. En om sommige plekken wordt ook nu, op het nippertje voor de capitulatie, nog een heftige strijd geleverd. Het is een hele opgave om het laatste stuk Fryslân voor de Afsluitdijk in handen te krijgen.
Diepe wonden in Harlingen: 'één vlammenzee'
Zo loopt Harlingen diepe wonden op omdat de ongeveer 500 Duitsers die daar zijn achtergebleven nog even vrij spel hebben. De Canadezen zijn de dag ervoor eigenlijk niet verder gekomen dan Franeker en daar maken de overgebleven bezetters goed misbruik van.
Bruggen worden vernietigd en meer dan vijftien boten worden tot zinken gebracht. 's Ochtends bereiken de Canadezen Midlum, net buiten Harlingen. En uit Herbaijum vandaan beginnen ze aan het begin van de avond met een drastische methode: Harlingen bestoken met artillerievuur tot de Duitsers murw zijn en dan pas binnentrekken. "Het was één vlammenzee", verklaart de Harlinger brandweerman later.
Later op de avond trekken de Canadezen dan eindelijk de havenstad in en rond middernacht is de stad in handen van de bevrijders. Ze treffen er talloze dronken Duitsers aan en de volgende ochtend zijn er nog steeds Duitsers die weerstand bieden.
Als ratten in de val bij Lemmer
Bij Lemmer trekken op de 16e april 2.000 Duitsers als ratten in de val richting de Zuiderzee. Ze willen ontsnappen naar Noord-Holland, maar de Canadezen steken hier een stokje voor met tanks en zwaar geschut.
Ondertussen wordt de weg van Joure naar Lemmer bij Scharsterbrug vol verdedigd door de Duitse soldaten, maar als ze negen soldaten hebben verloren, geven ze de Scharsterbrug op. In de loop van de dag is het de meeste Duitsers uit de regio toch gelukt om bij hun kameraden in 'Holland' te komen.
Voor Lemmer zelf is dat goed nieuws: hierdoor hoeft de plaats niet net als Harlingen kapot te worden gebombardeerd. Maar er komt wel geweld bij kijken: om 23 uur wordt het Duitse munitiedepot geraakt. 's Nachts om 5 uur lijkt het dan wat rustiger te worden en kunnen ze de Canadezen ontvangen.
Bolswarders op een Canadese wagen met de bevrijding - Foto: Jacob Stienstra (Tresoar, Fries Fotoarchief)
Chocolade, sigaretten en een babbeltje in Bolsward
In Bolsward gaat het er gemoedelijker aan toe. De Duitsers zijn daar al vertrokken en het wachten is nog op de Canadezen uit Sneek. De 16-jarige To Hofstra van Sneek schrijft 's ochtends 16 april in haar dagboek: "Vanmorgen vroeg is het rossen en rijden begonnen. Ellenlange files komen vanaf de kade en gaan richting Bolsward. Het gejuich is niet van de lucht."
Op naar Koudum
Na Bolsward is het op naar Koudum. Daar zijn de Binnenlandse Strijdkrachten die dag druk bezig NSB'ers op te pakken. Die worden afgevoerd naar politiecellen. De volgende ochtend komen de Canadezen het dorp binnenrijden en een
'hongertrekker' uit Wageningen die in Koudum verblijft, omschrijft dat als een ontspannende gebeurtenis. "Ze zetten hun voertuigen neer om een weilandje bij het centrum en gedroegen zich tamelijk ontspannen. Ze deelden chocola en sigaretten uit en babbelden met de dorpsbewoners."
Pingjum is kapot door bombardementen - Foto: Tresoar
Een moeilijke laatste strijd voor de Afsluitdijk
Maar dan komt het erop aan: de laatste halve cirkel voor de Afsluitdijk, Pingjum, Wons en Makkum moeten worden veroverd. Een grote groep Duitsers is achtergebleven in Pingjum. Het zijn scherpschutters en mitrailleursnesten, met het doel om de Canadezen zoveel mogelijk te vertragen.
De Canadezen kunnen niets anders doen dan grove maatregelen nemen, net als bij Harlingen: bombarderen met artillerie en mortieren. Dat begint op maandagavond 16 april om 19.30 uur en duurt tot laat in de middag van 17 april.
In het dorp heerst na het inferno de chaos.
Wybren Bruinsma
Pingjum ligt er beschadigd bij en om 15.30 uur wordt er met een witte lap gezwaaid. Maar als we deze dagen één ding hebben geleerd, is dat de Duitsers zich bij lange na niet aan de oorlogsmores houden. Twee Canadezen lopen op de Duitsers af en worden neergeschoten. Gewond vallen ze neer. Onuitstaanbaar natuurlijk, deze acties, en de bataljonscommandant geeft het sein om de definitieve aanval in te zetten om 17.00 uur.
Met vuurdekking komen de eerste Canadezen 21.30 het dorp binnen, nemen de bezetters gevangen en zonderen de SS'ers van de rest af. Zes burgers vinden de dood in deze strijd.
Pingjum is vrij, maar tegen een hoge prijs: het drop ligt er vreemd bij. Zo'n 800 granaten moeten neergekomen zijn in het dorp. Inwoner Wybren Bruinsma omschrijft wat hij ziet: "In het dorp heerst na het inferno de chaos: dode paarden, koeien, geiten, gesneuvelde soldaten ( ) koppelriemen met de aanmatigende tekst "Gott mit uns" op de gesp; (...) een nog brandend dorp stinkend naar buskruit, waarin loeiende niet gemolken koeien her en der lopen en loslopende paarden met de oren plat op de kop door de straten galopperen."
Bevrijding in Witmarsum - Foto: Tresoar
Een fatale granaat in Wons
Wons is 16 april in de middag ook met veel schietpartijen en granaten bevrijd. De harde hand was ook hier nodig, en de strijd laat diepe sporen achter. Zo worden de kinderen van de familie Wesselius getroffen door een granaat van de Canadezen. Dochter Klaaske overleeft de inslag niet en is op slag dood. Pleuntje raakt zwaar gewond en sterft een dag later in het Canadees Militair Hospitaal in Ootmarsum. Zoon Liuwe raakt zwaar gewond door een granaatscherf en wordt naar hetzelfde hospitaal gebracht. De dag erna wordt hij met een vliegtuig naar het ziekenhuis in Nijmegen gebracht, dat gespecialiseerd is in hoofdwonden. Hij komt op 9 mei te overlijden.
To Hofstra uit Sneek hoort alle geruchten over de strijd ook en schrijft 17 april in haar dagboek dat de bevrijders een ultimatum hebben gesteld aan Makkum: "(...) alle burgers moeten er uit en als de Duitsers er nu niet ook uittrekken wordt het platgeschoten. Alle bruggen zijn er nu al uit. Pingjum is gevallen, eveneens Wons, Pingjum moet echter ook al van de aardbodem verdwenen zijn."
Vernielde boerderij in Makkum na vuur van de Canadezen - Foto: P. Hartog, Tresoar
Felle strijd om Makkum
De boosheid om de onbetrouwbare actie van de Duitsers bij Pingjum is groot en er wordt dan ook met fel geweld doorgevochten om Makkum in handen te krijgen. Zo'n 50 Duitsers sneuvelen in deze dagen. Op het kerkhof mogen ze niet begraven worden, dus komen ze in een massagraf bij Pingjum te liggen.
Het artillerievuur en de granaten worden in de verre omgeving gehoord en tanks trekken op naar de kop van de Afsluitdijk. De Duitsers hebben de kop veranderd in een fort van prikkeldraad, betonversperringen, bunkers en mijnen.
Makkum is nog steeds in handen van de bezetters. De strijd wordt steeds intenser, tot er in de straten van Makkum man tegen man wordt gevochten. En dan, 18 april, om 15.00 uur 's middags is daar het verlossende woord: Makkum is vrij! Op het laatste vasteland van Fryslân hoeft de adem niet meer ingehouden te worden en mag overal de driekleur worden gevlagd.
Dat je weer veilig op een fiets kunt zitten, zelfs een radio open en bloot in de kamer.
Goffe Miedema
Een nieuw tijd is aangebroken, en dat is best een raar gevoel, schrijft Goffe Miedema van Leeuwarden in zijn oorlogsdagboek.
"Je kunt je het moeilijk voorstellen dat er geen burgers meer door de S.S. en S.D. opgehaald en gemarteld worden. Dat je weer veilig op een fiets kunt zitten, zelfs een radio open en bloot in de kamer. Het is een vreemd gevoel. En nu staan we dan voor de wederopbouw, de afbraak door de moffen is geëindigd en nu kunnen we er weer aan denken hoe het zaakje zo goed mogelijk op poten valt te zetten."
Voor dit artikel is gebruik gemaakt van informatie van de websites: ottobwiersma.nl; tracesofwar.nl; drentheindeoorlog.nl; nationaalarchief.nl; het boek Om niet te vergeten. De oorlog 1940-1945; de bevrijdingsbijlage fan de Leeuwarder Courant van zaterdag 8 april 1995; het artikel '16 april: Zware wapens in actie in kustgebied' in de Leeuwarder Courant fan 16 april 2010 en de oorlogsdagboeken van Keimpe Sikkema, To Hofstra en Goffe Miedema.
Voor informatie over de Waddeneilanden is gebruik gemaakt van https://www.rug.nl/research/portal/files/14460453/04_dl2.pdf; https://www.digibron.nl/viewer/collectie/Digibron/id/6b6f48dc19594a2c7cea1bc1149b562b en https://mens-en-samenleving.infonu.nl/diversen/97015-bevrijding-van-ameland-bevrijdingsdag-op-het-waddeneiland.html.
Lees deel één, twee, drie en vier terug. Deze serie artikelen is tot stand gekomen door een bijdrage van het vfonds.