De herfst van 1944. De toen 15-jarige Toon Graumans uit Etten-Leur is met de paarden op het land aan het werk. Na het overlijden van vader staat zijn moeder er met negen kinderen alleen voor. Om het boerenbedrijf draaiende te houden moeten Toon en zijn oudste broer op het land werken. Als Toon met de paarden op het land aan het werk is, heeft hij onverwacht een bijzondere ontmoeting.

Toon Graumans wijst naar de plek waar hij de ontsnapte krijgsgevangenen zag staan

 Kleren vol gaten
Als Toon opkijkt ziet hij ineens een man in de buurt van de akker staan. Kleren vol gaten, ongewassen en ongeschoren. Na een vluchtige groet gaat Toon door met zijn werk. Bij zijn volgende ronde over de akker staan er ineens zes mannen. Het lijken wel zwervers, ze hebben de handboeien nog om. "Het waren krijgsgevangenen. Hier in Etten is de trein stilgevallen en toen zijn ze ontsnapt. Vervolgens zijn ze op de vlucht geslagen en bij ons terechtgekomen", vertelt Toon.

In de buurt van de akker is een klein bosgebied. "Ik had geen idee waar de mannen vandaan kwamen. Ik verstond ze niet. Ze wezen naar het bos en maakten met handgebaren duidelijk dat ik met ze mee moest gaan. Ik maakte op mijn beurt duidelijk dat ik de paarden niet alleen kon laten. Een van de mannen klopte op zijn borst. Hij wilde wel op onze paarden passen. Of ze zich in het bos mochten verstoppen? Zeker," vertelt Toon over de eerste ontmoeting op het land. Hoe de krijgsgevangen er aan toe waren? "Ik weet het niet precies meer, maar ze hadden hulp nodig én eten. Het leek alsof ze me wilden opeten."

Aansterken
Uiteindelijk houden de mannen zich om en nabij de zes weken schuil in het bos. De familie Graumans zorgt voor eten en ze krijgt hierbij hulp van haar buurman. Graumans: "De vrouwen kookten. De onderduikers kwamen naar de boerderij om te eten. 's Ochtends aten ze brood en 's avonds kregen ze middageten. De mannen moesten aansterken. Soms kwamen de mannen koffie drinken of eten op de boerderij." 

Familie Graumans hoefde de paarden om op het land te werken niet in te leveren

Als tegenprestatie helpen de onbekende mannen met het werk op het land. "Ze wilden per se wat doen, anders moesten ze weer in hun schuilplaats kruipen." Het werk op de akker was niet zonder gevaren. "Duitse soldaten controleerden regelmatig op de fiets langs de spoorlijn. Van Etten naar Breda en weer terug. Ik heb aan onze onderduikers duidelijk gemaakt dat ze bij het zien van soldaten plat op de grond moesten gaan liggen: anders schieten ze je dood. En dan waren wij er natuurlijk ook aangegaan. Na de bevrijding zijn de mannen met de trein doorgereisd. Ik heb nooit meer iets van ze gehoord. God weet waar ze terechtgekomen zijn."