ERMELO - De Joodse kinderen Eva en Bram (Abraham) Beem zaten tijdens de oorlog ondergedoken in Ermelo. Hun uit Friesland afkomstige ouders hadden voor hen een veilige plek ver van huis gezocht. Eva (9) en Bram (7) schreven tijdens die onzekere periode 61 brieven aan hun vader en moeder, waarin ze vertellen hoe het met ze gaat en schrijven over feest- en verjaardagen en en allerlei alledaagse zaken.
De brieven doken op bij een verbouwing van het huis van onderwijsinspecteur Jaap Kuindersma. Onder een oude vloer van een bovenkamertje vond hij maar liefst 61 kinderbrieven die dateerden uit de periode november 1942 tot en met februari 1944. Ze waren verstuurd aan een 'oom en tante' (eigenlijk vader en moeder). Kuindersma ging met deze brieven naar de redactie van de krant waarna journalist Taeke Zijlstra een onderzoek startte naar de herkomst ervan. Stukje bij beetje werd duidelijk welk drama hierachter schuil ging. Museum Het Pakhuis in Ermelo vertelt het verhaal in de expositie 'Verborgen brieven'.
Eerste pagina van een brief van 22 november 1944 - Joods Historisch Museum
Eva en Bram worden Lini en Jan
Het kamertje waarin Eva en Bram zich verborgen hielden, was te klein voor het hele gezin Beem geweest, waardoor de ouders een andere onderduikplek voor hun kinderen moesten zoeken. Ze vonden een alternatief bij kennissen in Ermelo, waar Eva en Bram voortaan als 'Lini' en 'Jan' door het leven zouden gaan.
Verraden door een NSB'er uit Ermelo
Broer en zus leefden een zo normaal mogelijk leven. In de brieven aan hun ouders schrijven ze opgetogen over Kerstmis, het eten, school en muziekles. Met hier en daar een correctie van de gastouder bij het woorden als ‘mama’ in de aanhef. Zelfs nadat een NSB'er uit de buurt een inval laat doen en de kinderen naar Westerbork worden getransporteerd, blijven de brieven van Eva en Bram vanuit het kamp aan hun ouders opmerkelijk licht van toon. 'Uit de correspondentie kunnen we opmaken dat de kinderen goed te eten kregen', vertelt directeur Germa Greving van Museum Het Pakhuis in Ermelo. 'We konden het bijna niet geloven toen we één van de brieven van Bram lazen: vier boterhammen in de ochtend en een warme maaltijd als lunch'. Een maand later worden de twee kinderen vermoord in Auschwitz. De brieven zorgen er nu voor dat het verhaal van de twee levend blijft.