Dankzij de sabotage van een aantal Urkers zijn tijdens de Tweede Wereldoorlog 226 klokken en 145 klepels uit handen van de Duitsers gebleven. De Duitsers wilden de klokken omsmelten tot wapentuig.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog verdwenen duizenden klokken uit kerken en carillons. De Duitsers roofden deze en gebruikten het materiaal voor de oorlogsindustrie. Een aantal monumentale klokken, de zogenaamde M-klokken, bleven lang behouden, maar uiteindelijk worden ook deze bijzondere klokken opgeëist. Om de klokken naar Duitsland te vervoeren werd het klipperschip "Hoop op Zegen" gevorderd. Dit schip moest de klokken van Amsterdam naar Duitsland brengen.
In de nacht van 6 januari 1945 voer het klokkenschip over het IJsselmeer langs Urk. Daar liep de klipper vast op de beruchte ondiepte De Vormt. De Duitsers gaven de Urker firma Hoekman en Zonen opdracht om het schip te bergen. Maar zij saboteerden dit door met sleepboten de bolders, een soort trekhaken van een schip, ervan af te trekken waardoor het schip niet meer weg kon. Na de bevrijding werd de kostbare lading alsnog geborgen. De klokken hangen inmiddels weer op hun oude vertrouwde kerktorens verspreid over heel Nederland.
Deze hele week besteedt Omroep Flevoland aandacht aan Urk in Oorlogstijd. Bekijk hier alvast de hele serie.