Op 20 november 1943 werd burgemeester Pieter Klaas Roege van Wanneperveen opgepakt en doodgeschoten. De toen 6-jarige Arend Pluim kan zich die dag nog goed herinneren. Als eerbetoon voor de burgemeester die niet boog voor de Duitsers, zorgt Pluim ervoor dat Roege een monument krijgt in het dorp.
Op de Driftlakenseweg tussen Wanneperveen en Kolderveen, net op de grens met Drenthe, werd burgemeester Pieter Klaas Roege doodgeschoten door de Duitsers. Hij was opgepakt bij een razzia en weigerde de adressen van onderduikers prijs te geven. De plas bloed in het gras langs de weg staat Arend Pluim nog helder voor de geest. "Wij liepen naar de zondagsschool in Kolderveen. We hadden al gehoord wat er was gebeurd, dus we zochten naar de plek. Als kind greep me dat zo aan, het komt nog steeds terug."
De herinneringen aan de razzia op 19 november 1943 zijn haarscherp. De Duitsers drongen ook de winkel van de familie Pluim binnen. Arend zag hoe een Duitser zijn zusje troostte toen ze haar vinger tussen de deur had gekregen. "Hij blies op haar handje en zei: 'Ich hab zuhause ook zo'n mädchen'." Wat een lieve soldaat was dat, zei mijn moeder. Toen hoorden we de volgende dag dat de burgemeester was doodgeschoten. Ik vroeg toen aan mijn moeder hoe dat kon, want de soldaat was toch zo lief? Mijn moeder zei toen dat er meer waren, die niet allemaal lief waren."
Nu Arend Pluim ouder wordt stoort het hem steeds meer dat er geen monument is voor de burgemeester, die zijn leven gaf voor zijn mensen. Hij besloot zelf het initiatief te nemen voor een monument. Het liefst wilde Arend Pluim een monument op de plek waar Roege was vermoord. Hij dacht aan een mooie zwerfkei met een bordje erop, maar die plek is net over de grens met Drenthe. Daardoor kreeg Pluim te maken met twee gemeenten uit twee provincies en met ambtenaren die verschillende ideeën hadden over wat al dan niet kan op die plek. Maar Pluim gaf niet op en kwam met een alternatief plan: er komt een bronskoperen plaquette op de muur van het oude gemeentehuis in Wanneperveen. Ook een mooie plek vindt Pluim, want Roege was daar burgemeester, woonde daar en hij is er opgepakt.
Arend Pluim doet er alles aan om te zorgen dat voor de dodenherdenking op 4 mei de plaquette er hangt. Ondertussen neemt in het dorp de belangstelling voor de gesneuvelde burgemeester toe.
Met het monument en door het vertellen van zijn verhaal, wil Pluim de herinnering aan Roege levend houden in het dorp. "Het moet eigenlijk net zo worden als met Bonifatius, dat de kinderen op school ook leren over de burgemeesters die in de oorlog zijn gedood." Pluim vervolgt: "Ik kan het nu nog navertellen, maar dat zijn er al niet veel meer. Ook heb ik de tijd, ik kan toch niet stilzitten. Daarom heb ik dit gedaan."