Op 12 september 1944 staken de eerste Amerikaanse militairen de Nederlandse grens over in Zuid-Limburg. De bevrijding was begonnen. Een strijd die veel indruk maakte op tijdgenoten. Driekwart eeuw jaar later kunnen ze nog steeds opvallend nauwkeurig vertellen over de gevechten, de ontmoeting met de eerste bevrijders en de repen chocolade die ze kregen.

L1 registreerde indrukwekkende verhalen uit de bevrijdingstijd voor de tv-serie. Ooggetuigen. In de vierdelige serie vertellen Limburgers over hun bevrijdingsherinneringen.

In de vierde en laatste aflevering van Ooggetuigen komen inwoners van Susteren, Echt en Montfort aan het woord. In de winter van 1945 zijn zij getuige van de hardnekkige tegenstand van Duitse militairen in Limburg. Susteren en Montfort veranderen in ruïnes.

Susteren is vier maanden lang frontdorp. De opmars van de geallieerden vanuit Zuid-Limburg stopt vlak voor het dorp in september 1944. Het gevolg is dat er constant gevaar dreigt. Margriet Cellissen-Huskens werd zwaar gewond tijdens het spelen op de binnenplaats van het ouderlijk huis.

De Duitsers bevelen de inwoners van Susteren om weg te gaan. Ze moeten hals over kop hun huizen verlaten. Huub Hover ziet hen langstrekken in het Echtse gehucht Hingen: “Met paard en kar, hondenkarren of op de fiets met een “pungel” op de nek”. Veel vluchtelingen uit Susteren kwamen met duizenden andere Midden-Limburgers terecht in Montfort. Dat blijkt geen veilige schilplek.

Montfort wordt in januari 1945 drie dagen lang gebombardeerd door de geallieerden die ten onrechte vermoeden dat het dorp zwaar versterkt is door de Duitsers. Piet van Pol: “Bij ons naast viel een bom op het huis. Onze buren lagen naast de muur. Die zijn later op een kar geladen en in het massagraf gelegd”.

In Montfort vallen 181 doden in de dagen voor de bevrijding. Sjeng Kusters ziet de lijken liggen op de karren die langskomen. Hij kan zich dat aanblik nog herinneren: “Ik dacht hier liggen nou je vriendjes en vriendinnetjes. Het is afgelopen”.