ROZENDAAL - Drie door de Duitsers omgebrachte verzetsmensen worden op vrijdag 25 oktober op informele wijze herdacht door de burgemeesters van Rozendaal, Arnhem en Rheden. Het is die dag precies 75 jaar geleden dat de Arnhemse mannen onderaan de Pinkenberg op de grens van Rozendaal en Velp werden geëxecuteerd.

De drie blijven na de evacuatie van de stad zorgen voor hulpbehoevenden die in de wijk Geitenkamp zijn achtergebleven. Dat doen ze met vervalste papieren. Als de Duitsers dat ontdekken worden de Arnhemse verzetsmannen opgepakt. Jan Klaver en zijn vrienden Charles Mozes en Harry Kuyper ontfermden zich over zieken en bejaarden in de wijk die dichtbij Rozendaal ligt.

Lichamen bleven op het bospad liggen

De krant het Vrije Volk schreef twee jaar na de oorlog:

'Op 18 oktober werd Charles Mozes op de Geitenkamp aangehouden door een Duitser. Deze vertrouwde zijn papieren niet en nam hem mee naar Velp. Falsificatie werd vastgesteld. Een beroep op het neutrale karakter van zijn menslievende arbeid mocht niet baten. Hij werd opgesloten in het Velpse politiebureau. Diezelfde dag nog werden J. Klaver en de beide families van Mozes en Klaver door de gevreesde SD van hun bed gelicht op hun onderduikadres aan de Willemstraat in Velp. De volgende dag, de 19e oktober, werden bij het doorzoeken van de woning van Mozes op de Geitenkamp nog Harry Kuyper en zijn vrouw gearresteerd, die daar op de zolder waren ondergedoken. Harry Kuyper wordt verdacht van medeplichtigheid.

De vrouwelijke familieleden en de kinderen werden ’s avonds aan de grens van Velp afgezet, met de mededeling zo spoedig mogelijk te verdwijnen. Kuyper, Klaver en Mozes bleven achter in het politiebureau van Velp. Dit heeft tot gevolg dat het aanvankelijke vergrijp van het vervalsen van papieren nu als ‘Jodenzaak’ wordt overgedragen aan de Dienststelle van de beruchte SS-er Frans Fischer in Velp. Deze laat de drie gevangenen op de avond van 24 oktober – de heer Klaver reeds met een bebloed gezicht – met een auto uit het politiebureau halen. Op 25 oktober 1944 worden zij naar de voet van de Pinkenberg in Velp gebracht, waar zij voor de Geërfdenbank, zonder vorm van proces worden gefusilleerd. De lichamen laat men daar op het bospad liggen. Later op de avond worden deze ter plaatse door onbekenden begraven.'

Kogelinslagen nog steeds te zien

De kogelinslagen die tijdens de fusillade in het monument de Geërfdenbank zijn ontstaan zijn daar nog steeds te zien als tastbaar bewijs van de Duitse gruweldaad.

Op 25 oktober 1993 werd vlakbij de fusillade-plaats door de nabestaanden van Jan Klaver, Harry Kuyper en Charles Mozes een gedenksteen voor hen onthuld. Het monumentje (een zwerfkei) is op verzoek van de nabestaanden zo geplaatst dat het vanaf de openbare weg te zien is. Ieder jaar, op 4 Mei is er een plechtige herdenking bij het monument, georganiseerd door het gemeentebestuur van Rozendaal in aanwezigheid van familieleden en vrienden van de heren Klaver, Kuyper en Mozes.

Het monument aan de Pinkenbergseweg - Foto Gelders Archief

Zie ook Vermoord om hun zorgzaamheid: drie Arnhemse verzetsmannen doodgeschoten bij Velp