NIJMEGEN - Nijmegen geldt als de Nederlandse stad die het meest geschonden uit de Tweede Wereldoorlog kwam. De verwoestingen van het bombardement van februari 1944, de schade van de strijd in de stad van september 1944 en de daarop volgende 'granatentijd', leidden na de oorlog tot een landelijke actie om de stad er weer bovenop te helpen.
Onderstaande kaart werd landelijk verspreid door het Actie-Comité ‘Opbouw Nijmegen’, De tekst sloot af met: 'Maar Nijmegen werkt aan een nieuwe toekomst! Nederlanders: De frontstad Nijmegen rekent op U bij den wederopbouw !'
De cijfers spraken boekdelen: zo'n 60 procent van het centrum lag in puin, De laatste twee oorlogsjaren hadden de stad ruiim 2.200 doden en tienduizend gewonden gekost. 4500 woningen en 600 winkels waren zwaar beschadigd of totaal verwoest. 12.000 mensen waren dakloos.
Onder meer op de Kopse Hof in Nijmegen-oost verrezen noodwoningen.
Hulp uit binnen- en buitenland
En hielp het Marshallplan (1948) het getroffen Europa weer op de rit; Nijmegen kreeg direct na de oorlog al te maken met zo'n plan voor wederopbouw en met diverse hulpacties. De Nederlandse overheid wees de steden Haarlem, Heemstede en Bloemendaal aan om de getroffen stad te helpen.
Inwoners van Haarlem zamelden onder meer huisraad, servies, kleding en speelgoed in. De toenmalige burgemeester Hustinx bood de Haarlemmers eind november 1945 als dank een muzikale hulde aan, gevolgd door de overhandiging van een zilveren schaal met inscriptie.
En ook uit het Amerikaanse Albany, hoofdstad van de staat New York, kwam hulp. De ingezamelde goederen kwamen uiteindelijk per binnenschip in Nijmegen terecht (foto - gemeente Nijmegen).
De Nijmeegse Stichting Fan houdt de band tussen Nijmegen en Albany in ere.