ARNHEM - In de wetenschap dat een geallieerde invasie van Europa nog maar een kwestie van tijd is, krijgt de kustverdediging in Nederland steeds meer aandacht van de Duitsers. Bouwen ze al jaren aan de zogeheten Atlantikwall, in Nederland wordt ook gekeken naar andere mogelijkheden om zich de geallieerden van het lijf te houden. Geen beton, maar water... Op 11 februari 1944 volgt het eerste inundatiebevel en op 2 december laten de bezetters de Rijndijk bij Elden springen.
In eerste instantie gaat de aandacht uit naar het westen van het land. Daar krijgt de bevolking van de polders in de gebieden van de Oude Hollandse Waterlinie en de Nieuwe Hollandse Waterlinie (grofweg Diemen-Harmelen-Lopik respectievelijk Muiden-Utrecht-Gorinchem) te horen dat het gebied per maart 1944 ontruimd moet zijn. Overleg leidt ertoe dat met name rond Amsterdam een aantal polders de dans ontspringt, maar op andere plaatsen stopt de bemaling en verdwijnen de polders langzaam maar zeker onder water, tot zo'n 80.000 hectare begin 1945.
De meest zinloze actie is het opblazen van de dam van de Wieringermeerpolder op 17 april 1945. Het is de grootste inundatie tijdens de bezetting, waarbij zo'n 20.000 hectare landbouwgebied blank wordt gezet.
Manneneiland Betuwe
En ook Gelderland ontkomt er niet aan. Na het mislukken van Operatie Market Garden in september 1944 blazen de Duitsers op 2 december 1944 de Rijndijk bij Elden op (Plan Ooievaar). Mede door de hoge waterstand stroomt het rivierwater met grote kracht de Over-Betuwe in. De schade aan huizen en vee is enorm. De Betuwe wordt frontgebied. Het zogenoemde manneneiland (alle vrouwen en kinderen zijn geëvacueerd, alleen mannen zijn achtergebleven om voor het vee te zorgen) waar patrouilles elkaar vanuit bootjes bestoken, is een feit.
Maart 1945: Zetten staat onder water. Achter het bootje een zogeheten DUKW amfibievoertuig (foto publiek domein)
De onderwaterzetting heeft een domino-effect, want door de hoge waterstand in het gebied bezwijkt op 6 december de Liniedijk tussen Ochten en Kesteren. Dat was niet de bedoeling van de Duitsers die nu zelf de problemen van de inundatie ondervinden. De bewoners van het gebied worden zwaar getroffen: Lienden, Maurik en Ingen staan onder water.
Humber verkenningswagens op weg naar Kranenburg door de onder water gezette Ooijpolder - foto publiek domein
Begin 1945 is het nog een keer raak in het Oosten van de provincie als de Duitsers de Ooijpolder onder water zetten in de hoop de geallieerde opmars richting het oosten dwars te zitten. Grotendeels tevergeefs: amfibievoertuigen vervoeren de troepenmacht richting de Rijn.
Meer over het geallieerde Rijnlandoffensief op 75 jaar vrijheid, op weg naar 2020.