NIJMEGEN - Met tienduizenden tegelijk voeren ze in de periode eind mei, begin juni 1940 langs Nijmegen: Belgische krijgsgevangenen, opeengepakt op rijnaken, op weg naar de gevangenenkampen in Duitsland. Op het moment dat de schepen Nijmegen passeerden, hadden de Belgen er al een zware reis opzitten. En Nijmegen trok zich het lot van de Belgen aan.

De exodus kwam op gang na de Belgische capitulatie van 28 mei 1940. Bij tienduizenden gingen de gevangenen, onder wie ook Fransen die bij de strijd in de meidagen in België in Duitse handen waren gevallen, op transport naar Duitsland. Na een mars te voet werden de krijgsgevangenen ingescheept op Rijnaken die voor anker lagen in Walsoorden ten westen van Terneuzen. Van daaruit ging de reis over water door Zuid-Beveland, het Hollands Diep, de Waal en de Rijn naar Duitsland. Onderweg werd soms gestopt om bijvoorbeeld water in te slaan. 

Afbeelding

Mei 1940: Nijmegen loopt uit voor een zoveelste transport - publiek domein 

In Nijmegen met zijn verwoeste bruggen meerden tussen 30 mei en 5 juni 1940 zo'n negentig volgepakte rijnaken aan met aan boord rond een kwart kwart miljoen Belgische krijgsgevangenen. Nijmegen was een onvermijdelijke halteplaats, omdat de in het water liggende brugdelen flinke obstakels vormden. Geconfronteerd met de hongerige en dorstige Belgen, kwamen de inwoners van het Waterkwartier en de Benedenstad massaal in actie en voorzagen de gevangenen van eten en drinken en medische verzorging. Een spontane daad die de bezetter moest leren hoe het hoorde.Een plaquette in de keermuur langs de Waalkade herinnert aan die zorg van toen, geplaatst door het Nationaal Verbond der oud-krijgsgevangen van België.

De ramp bij Willemstad

Op 30 mei 1940 gaat het met een van die gevangenentransporten faliekant mis als het binnenvaartschip Rhenus 127 op het Hollands Diep bij Willemstad op een Duitse magnetische mijn loopt. De Duitse commandant in Willemstad wist dat de explosieven er lagen en een gevaar vormden, maar had tot op dat moment geen actie ondernomen. De Rhenus 127 was onderdeel van een konvooi dat onderweg was naar Dordrecht. Tegen half acht in de avond verscheurde een donderende klap de avondstilte. Het schip brak in tweeën en het water lag vol met de lichamen van dode of zwaargewonde gevangenen. Uit de omgeving komt snel spontane hulp op gang, maar voor veel Belgen komt die te laat. De Duitsers spreken later van 167 doden, andere schattingen gaan richting de 200. De Duitse commandant bedankt later de burgerij van Willemstad voor de geleverde hulp. 

Afbeelding

De ramp met de Rhenus wordt jaarlijks herdacht op Tweede Pinksterdag bij een speciaal herdenkingsmonument voor de Belgische krijgsgevangenen aan het havenhoofd van Willemstad. (foto Wikipedia)

In de daaropvolgende dagen lopen nog meer schepen bij Willemstad op mijnen. Twee ongeladen binnenschepen en een Duits motorbootje. Van de twee Duitse opvarenden wordt niets teruggevonden.