HAMMELBURG - Maakt militair succes overmoedig? Of overheersten dit keer de persoonlijke gevoelens? Hoe dan ook: op 26 maart stuurt de Amerikaanse succes-generaal Patton ten oosten van Frankfurt een kleine aanvalsmacht diep achter de Duitse linies. Achteraf zou Patton zeggen om de Duitse verdediging af te leiden, maar in een brief aan zijn vrouw geeft hij een andere reden: het bevrijden van zijn krijgsgevangen schoonzoon. De aanval op Hammelburg heet sindsdien inofficieel 'Operatie Schoonzoon'.
Hammelburg is de plaats waar de Duitsers een krijgsgevangenenkamp hebben en Patton vermoedt dat zijn schoonzoon er gevangen zit. Kolonel John Waters, echtgenoot van Pattons dochter Beatrice, werd in 1943 in Tunesië gevangen genomen tijdens de voor de Amerikanen dramatisch verlopen gevechten in de Kasserinepas. Dat fiasco leidde ertoe dat Patton het commando kreeg van de Amerikaanse troepen in Noord-Afrika, en gaf hem meteen een persoonlijk motief voor de strijd tegen de Duitsers.
'Een slecht idee'
De kans om iets voor zijn schoonzoon te doen komt in maart 1945 als Patton tijdens zijn razendsnelle opmars door Duitsland in de buurt komt van het krijgsgevangenenkamp. Een kleine strijdmacht onder commando van kapitein Baum moet het waagstuk uitvoeren en de krijgsgevangenen weer naar de Amerikaanse linies brengen. Met voldoende voertuigen, ondersteund door 10 tanks en gemechaniseerd geschut, gaat de taskforce Baum op weg.
Aan zijn vrouw schrijft Patton: 'Gisteravond heb ik een colonne uitgestuurd naar een plaats die 65 kilometer ten oosten van Frankfurt ligt, waar naar verluidt John en ongeveer 900 andere krijgsgevangenen zich bevinden. Ik ben vreselijk nerveus, want iedereen, behalve ik, vindt het een te groot risico.'
Kolonel Waters op een foto van na de oorlog - publiek domein
Kansloze missie
Taskforce Baum bereikt het kamp en daar beginnen de problemen. Om te beginnen zitten er veel Servische krijgsgevangenen in het kamp die vanwege hun uniformen voor Duitsers worden aangezien. De Amerikanen openen het vuur en doden talrijke Serviërs. De kampcommandant ziet dat hij tegenover een overmacht staat en vraagt kolonel Waters te bemiddelen. Als hij met een kleine delegatie naar de eenheid van Baum loopt voor overleg wordt Waters door een Duitse bewaker in de rug geschoten. Hij kan niet meer worden vervoerd.
Tot overmaat van ramp is Baum tijdens zijn opmars naar het kamp al een aantal voertuigen kwijt geraakt en heeft hij geen ruimte om alle gevangenen mee te nemen. Uiteindelijk neemt hij er een paar honderd mee, maar de terugtocht eindigt in een drama. De omsingelde eenheid kan geen kant meer op. De meeste gevangenen gaat uit eigen beweging terug naar het kamp. Baum, die zelf ook gewond is geraakt. blijft in het kamp en laat zijn mannen op eigen initiatief de Amerikaanse linies bereiken. Uiteindelijk lukt dat maar 15 leden van zijn taskforce en 5 krijgsgevangenen.
Alsnog bevrijd
De bevrijding komt alsnog als de Amerikanen het kamp op 6 april innemen. Veel Amerikaanse krijgsgevangenen zijn dan al naar andere kampen gebracht. De GI's vinden in het kamp wel veel Servische gevangenen en de gewonde Baum en Waters. Zij konden niet worden getransporteerd. Baum kreeg uit handen van Patton het Distinguished Service Cross. Een hogere onderscheiding zat er niet in, omdat die zou moeten worden gemotiveerd en de zaak zou uitkomen.
6 april, het kamp bevrijd: een Shermantank walst het hekwerk plat - screenshot
Patton kreeg na de mislukte actie van Baum de wind van voren van generaal Eisenhower, maar daar bleef het bij. Patton zelf zou later zeggen dat de aanval op Hammelburg zijn enige vergissing was tijdens de Duitse campagne.
Heeft u opmerkingen of aanvullingen op dit bericht? Mail dan met de redactie: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.