Als een onwaarschijnlijk scenario van een overdreven actiefilm. Daarop lijkt de nachtelijke verkenningstocht van de Canadese korporaal Leo Major die leidt tot de bevrijding van Zwolle op 14 april 1945.
Samen met zijn vriend Willy Arsenault gaat Major op pad voor een levensgevaarlijke missie om de Duitse aanwezigheid in Zwolle in kaart te brengen, voordat de stad met artillerie beschoten zou worden. Rond middernacht wordt Arsenault gedood door Duits vuur.
Held van Zwolle
Woedend besluit Major de vijandelijke wachtpost in zijn eentje aan te vallen. Hij schiet met zijn stengun, gooit granaten, doodt een paar Duitsers en neemt tien soldaten gevangen die hij overhandigt aan de Canadese troepen net buiten Zwolle.
Die nacht gaat Major acht keer terug naar de stad. In een vuurgevecht schiet hij vier SS’ers dood. Door al het lawaai denkt de rest van de Duitse bezetter dat het Canadese leger in aantocht is, waarna ze de stad ontvluchten. De geplande artilleriebeschieting wordt afgeblazen en de volgende ochtend trekken de Canadezen omringd door jubelende burgers het bevrijde Zwolle in. Majors uitzonderlijke soloactie levert hem in 2005 het ereburgerschap van Zwolle op.
Bevrijding van Staphorst
Op 14 april bevrijden de Canadezen eveneens Staphorst, maar niet bepaald zonder slag of stoot. Nadat de Duitsers een dag daarvoor het dorp verlaten, neemt een verzetsgroep het kruispunt bij De Hoek in bezit. Onverwachts keert de bezetter terug en ontstaat er een hevig gevecht waarbij diverse boerderijen en hotel Waanders in brand worden geschoten. Er vallen twee slachtoffers onder de bevolking: Jan Harke, die bij zijn boerderij werd doodgeschoten en Berend Redder, gemeentebode, die bij het gemeentehuis werd doodgeschoten. Het verzet haalt hulp bij de 3de Canadese divisie in Nieuwleusen, die de volgende dag met hun hoofdmacht door Staphorst rolt.