NIJMEGEN - Het is de meest hardnekkig verhaal over de Tweede Wereldoorlog: dat de Duitsers opa's fiets hebben gestolen. Maar het zegt waarschijnlijk meer hoe belangrijk die fiets voor ons Nederlanders is dan hoeveel er werkelijk gestolen zijn. Want uit cijfers blijkt dat slechts 1 op de 30 opa's zijn fiets kwijt zou zijn geraakt. Volgens het Nationaal Fietsmuseum Velorama in Nijmegen gaat het om 180—duizend fietsen in vijf jaar oorlog. Ter vergelijking: nu worden er elk jaar 150-duizend tweewielers gestolen. Daar moeten we wel even bij vertellen dat er nu 20 miljoen fietsen zijn in ons land en in 1940 'maar' 4 miljoen.
Het verhaal van de fiets van opa is een van de verhalen die aan de orde komt in een uitzending van '75 Jaar Vrijheid' over de Nederlandse economie in de oorlog. Want in tegenstelling tot wat vaak gedacht wordt draaide de economie die jaren als een tierelier. Omdat het merendeel van de Duitse mannen aan het front lagen werd de Nederlandse industrie ingeschakeld. Het ging zelfs zo goed dat Seys Inquart in 1941 al beweerde dat hij de werkloosheid had opgelost. Ook de Nederlandse werknemer verdiende goed. Alleen jammer dat hij met dat geld niets kon kopen. Het is wel de verklaring waarom het bezoek aan bioscoop en theater naar recordhoogtes steeg.
Maar terug naar opa's fiets. Want aanvankelijk leek het allemaal nog mee te vallen, fietsbanden waren weliswaar alleen nog op de bon verkrijgbaar maar de Duitse bezetter schafte wel de zo gehate fietsbelasting af. Belangrijk omdat de fiets voor de gemiddelde Nederlander het belangrijkste vervoermiddel was. Als in 1942 ook de fiets zelf op de bon gaat wordt de situatie nijpender. Vooral ook omdat Nederlanders onderling elkaars fiets nog wel eens zonder toestemming en voor onbepaalde tijd lenen. Het gaat zelfs zo ver dat de autoriteiten verordonneren dat er 's avonds geen fietsen op straat achtergelaten mogen worden.
Maar echt kwaad worden we pas als de Duitse generaal Christiansen 100-duizend fietsen eist voor het Duitse bezettingsleger. In alle gemeenten met meer dan 10-duizend inwoners zullen fietsen worden gevorderd. In Amsterdam worden ze zelfs uit fietsenstallingen gehaald. En dat hadden de Duitsers dus beter niet kunnen doen. De hele actie levert 53-duizend fietsen op waarvan het merendeel te krakkemikkig is om te gebruiken. Bovendien zet het veel kwaad bloed. Het Parool meldt dat vrijwel geen daad van de bezetter "een zo wilde woede, een zoo grote verbittering" veroorzaakt had als deze massale rijwieldiefstal. Een tweede actie die gepland was voor 8 augustus wordt één dag voor die tijd afgeblazen.
In het laatste oorlogsjaar verdwijnt het grootste aantal fietsen naar Duitsland, na dolle dinsdag, als het Duitse leger massaal op de vlucht slaat. Minder bekend is dat begin mei 1944 alle herenfietsen die op dat moment bij rijwielhandelaren staan door de Duitsers gevorderd worden. Waarbij de handelaren 115 procent van de kostprijs in rekening mochten brengen. Maar ja, kom een Nederlander niet aan zijn fiets! De mythe was geboren. In 1998 sprak Prins Claus in een interview in Trouw van 'een nationaal epos dat van generatie op generatie wordt overgedragen'.
75 Jaar Vrijheid, Op weg naar 2020. Maandag 16 april
Heeft u opmerkingen of aanvullingen op dit bericht? Mail dan met de redactie: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.