ARNHEM - "Algemeen uitgaansverbod (...) dansverbod voor heel het land.” Het staat midden op de voorpagina van de Arnhemse courant. Met ingang van 31 oktober 1940 mag niemand tussen middernacht en 4 uur 's morgens nog op straat komen en is het verboden om in het openbaar of in verenigingsverband te dansen. Wie zich niet aan de maatregel van de Duitse bezetter houdt, wordt gestraft. Het verbod zal heel november 1940 geldig blijven.
Uit de Arnhemsche Courant van 28 oktober 1940
Najaar 1940, de Duitsers bezetten ons land inmiddels een half jaar en er verschijnen steeds meer ge- en verboden. In eerste instantie vooral gericht tegen Joden. Maar ook de rest van de bevolking wordt getroffen. Zo moeten vanaf 4 juli alle huizen tussen zonsondergang en zonsopkomst verduisterd worden, om te voorkomen dat geallieerde vliegtuigen zich 's nachts kunnen oriënteren. In september 1940 volgt de identificatieplicht en per 31 oktober wordt het uitgaans- en dansverbod ingevoerd.
Affiche voor een dansavond in het Arnhemse Luxor - Gelders Archief
Voor de oorlog kent Nederland een bloeiend uitgaansleven en de Duitsers hebben daar aan het begin van de bezetting geen enkele moeite mee. Ze willen de Nederlandse bevolking tevreden houden, zodat de nazificatie van Nederland soepel zou verlopen. Streng optreden tegen muziek en uitgaan zou juist tot onrust en ontevredenheid kunnen leiden. En dus kunnen dansavonden en andere feesten gewoon doorgaan. In het najaar van 1940 verandert dat.
Op 7 september 1940 valt de de Luftwaffe Groot Brittannië aan. Met het oog op de kustverdediging geldt in het westen van het land vanaf die dag een uitgaansverbod tussen 22.00 en 4.00 uur. Eind september wordt dat uitgaansverbod 'om strategische redenen' uitgebreid tot de hele provincie Zuid-Holland en een deel van Noord-Brabant. Een maand later geldt het uitgaansverbod voor heel Nederland.
Alle openbare gelegenheden zoals cafés, restaurants, theaters en bioscopen moeten om 11 uur ’s avonds dicht. Ook is dansen in het openbaar verboden. Danslessen en oefenavonden bij dansscholen zijn wel toegestaan, maar alleen voor leerlingen. Introducees en oud-leerlingen mogen niet worden toegelaten.
Zes maanden gevangenisstraf
Er zijn ook uitzonderingen op de regel. Ambtenaren en mensen die bij de Rijkscommissaris, de Wehrmacht, de Duitse politie of de S.S. werken, hoeven zich niet aan het uitgaansverbod te houden. Ook is het mogelijk om een speciale vergunning aan te vragen om tijdens Spertijd toch op straat te mogen zijn. Politiemensen, artsen, vroedvrouwen en werknemers van de brandweer, luchtbeschermingsdienst en de ambulancedienst komen in aanmerking voor zo’n speciale vergunning.
Wie zich niet aan het uitgaansverbod houdt, wordt gestraft: zes maanden gevangenisstraf of een boete van maximaal duizend gulden. Gelukkig hoeven de Nederlanders het dansen niet helemaal te missen, want: “Het dansen op huiselijke bijeenkomsten blijft uiteraard geoorloofd.” Daar wordt dankbaar gebruik van gemaakt. Ondergronds of in huiselijke kring worden volop dansavonden, theatervoorstellingen en concerten georganiseerd.
Bekijk hier de uitzending van Vrouwen in Oorlogstijd over vermaak in de oorlog:
Op 5 december 1940 wordt het dansverbod weer opgeheven. 'Voorlopig bij wijze van proef. Voldoet de proef, dan willen de bezetters voortaan het dansen in het geheele land weer blijvend toestaan.' Dat duurt niet lang, want in april 1941 wordt dansen in het openbaar 'tot nader order' opnieuw verboden. De Duitsers vinden het ontoelaatbaar dat er gedanst wordt, terwijl aan het front Duitse soldaten voor hun land sterven. Het dansverbod blijft, met enkele aanpassingen hier en daar, van kracht tot het eind van de oorlog.
In bevrijd Nederland wordt gefeest en gaan de voetjes al eerder van de vloer: