In deze serie blikt RTV Oost terug op periode die vooraf ging aan de bevrijding van Overijssel. De bevrijders zetten namelijk op 1 april 1945 voet op Overijsselse bodem, maar in september 1944 begon de bevrijdingsoperatie al in het zuiden van het land. Hoe vonden de bevrijders in die maanden hun weg richting Overijssel? In dit artikel de stand van zake op 1 november 1944.
In aanloop naar 1 november worden eindelijk de eerste dorpen in Zuid-Beveland bevrijd. Het versterkte eiland Walcheren komt nu in zicht. In Zeeland woedt al weken een zware strijd. Veel land staat onder water, dorpen zijn verwoest en bewoners brengen hun dagen door in schuilkelders. De Duitsers kunnen geen kant meer op, maar opgeven doen ze niet.
tekst gaat verder onder foto
De bevrijding van Zuid-Beveland (Foto: NIOD)
Het Limburgse Venray is een week geleden bevrijd, maar het is er alles behalve feest. Bijna alle tweeduizend huizen, boerderijen en gebouwen zijn beschadigd. De bewoners moeten daardoor de stad verlaten. Volgens de burgemeester is het onmogelijk de stad voor de winter weer bewoonbaar te maken. Alles wat de bewoners mee kunnen nemen is wat handbagage. Enkele tientallen mensen blijven achter. Zij moeten zorgen dat de stad weer leefbaar wordt.
Concentratiekamp Vught
Op 26 oktober bevrijden Britse troepen ten zuiden van Den Bosch concentratiekamp Vught. In de avondschemering stuitten ze op wachttorens en prikkeldraadomheiningen van het vrijwel verlaten kamp. Vooral de aanblik van het crematorium en de galg maakten op de bevrijders grote indruk.
tekst gaat verder onder foto
(Foto: NIOD)
Kamp Vught werd begin 1943 door de Duitsers in gebruik genomen, toen de doorgangskampen in Amersfoort en Westerbork de toenemende stroom gevangenen niet meer aankonden. Er zaten zo'n 32000 mensen, onder wie 12000 Joden. Zij zijn vrijwel allen doorgestuurd naar Kamp Westerbork, waar vandaan ze op transport gingen naar kampen in het oosten. Honderden gevangenen zijn omgekomen door ziekte, honger of mishandeling. Ruim 300 gevangenen zijn geëxecuteerd op de fusilladeplaats net buiten het kamp.
Tilburg en Den Bosch
Na de bevrijding van Kamp Vught volgen twee grote Brabantse steden: Tilburg en de hoofdstad Den Bosch. In de straten van Den Bosch is zes dagen gevochten met tanks, vlammenwerpers, pantservuisten een heel veel artillerie. In één nacht werden zo'n 50.000 granaten op de stad afgevuurd.
tekst gaat verder onder foto
(Foto: NIOD)
"Het was de ergste nacht van mijn leven", vertelt Bosschenaar Jos Verstraeten. "Twaalf uur aan één stuk heeft het gedaverd en hebben de granaten gehuild en gegierd. Twaalf uur aan één stuk heeft Den Bosch in doodsangst geleefd." De storm aan geweld heeft aan 118 burgers het leven gekost.
Strenge voorschriften
Delen van het zuiden van het land mogen dan bevrijd zijn, dat betekent nog niet dat de oorlog er definitief voorbij is. Zolang er nog gevochten wordt gelden er nog altijd strenge voorschriften van de geallieerden. Bijna dagelijks staan er geboden, waarschuwingen, verboden en aanvullingen daarop in de plaatselijke kranten en op aanplakbiljetten.
Enkele dagen terug nog liet het Militair Gezag weten dat fototoestellen streng verboden zijn op de openbare weg. Verrekijkers zijn zelfs binnenshuis ook verboden. Ook brieven en pakketjes zijn taboe.
Voedingstips
Het voorlichtingsbureau van de Voedingsraad geeft ondertussen adviezen om met de heersende voedselschaarste het leven wat dragelijker te maken. De tips worden verspreid via kranten. Dat kan al door een slimmigheidje als het koken van aardappelen in de schil. Zo kun je nog een extra dag halen uit je portie voor vijf dagen. Wel even weken, schoonborstelen en ontpitten.
Ook geeft het voorlichtingsbureau tips over de was. Wasmiddel was al op de bon en door gebrek aan kolen, gas en elektriciteit wordt nu ook warm water zeldzaam. Huisvrouwen krijgen daarom tips hoe ze vlekken in kleding kunnen voorkomen. "Dit kan men bereiken door zich elke dag goed te wassen, door kinderen ook 's avonds te wassen, door morsen te voorkomen en door eventuele vlekken onmiddellijk af te betten en zo mogelijk te verwijderen."
tekst gaat verder onder foto
(Foto: NIOD)
Onderduikerskamp
De SS heeft in het nog bezette Gelderland een groot onderduikerskamp opgerold in het bos bij Vierhouten. Dat gebeurt op 31 oktober 1944. Acht bewoners konden niet op tijd wegkomen en vonden de dood.
Ondertussen hebben de inwoners van het eiland Texel voedsel ingezameld voor de noodlijdende inwoners van Amsterdam. De hulpgoederen zijn per schip aangekomen in de hoofdstad. Aan boord van het schip waren veertien schapen, 75 ton aardappelen, 16 ton groente zoals ui en wortelen, 6 ton meel, 300 liter plantaardige olie en diversen als havermout en kaas.
Oorzaak voedselschaarste
De voedselschaarste wordt veroorzaakt door de spoorwegstaking die half september begon. Daardoor werden niet alleen de Duitse troepenbewegingen gehinderd, maar kwamen ook de voedseltransporten stil te liggen. Bovendien legde Seyss-Inquart als represaille de binnenvaart stil, waardoor ook via het water geen aanvoer meer mogelijk was.
Het duurt nog ruim 150 dagen voordat de bevrijders vanuit het zuiden Overijssel bereiken. Op onderstaande kaart kun je zien hoe ver de geallieerden gevorderd zijn.