In deze serie blikt RTV Oost terug op periode die vooraf ging aan de bevrijding van Overijssel. De bevrijders zetten namelijk op 1 april 1945 voet op Overijsselse bodem, maar in september 1944 begon de bevrijdingsoperatie al in het zuiden van het land. Hoe vonden de bevrijders in die maanden hun weg richting Overijssel? In dit artikel de stand van zake op 15 november 1944.
Razzia's komen steeds vaker voor in Nederland. Zo worden bijvoorbeeld mannen tussen de zeventien en veertig jaar oud in Schiedam en buitenwijken van Rotterdam afgevoerd voor de Duitse arbeidsinzet.
Sommige mannen weten op slinkse wijze te ontkomen aan de bezetter. Als de Duitsers aan één kant van de straat klaar zijn met controleren en verder gaan aan de overkant, steekt een man de straat over naar het 'veilige' deel en weet zo te ontkomen.
Militairen begraven
Op de Amerikaanse militaire begraafplaats Margraten in Zuid-Limburg worden de eerste Amerikaanse militairen begraven die tijdens de strijd gesneuveld zijn. De geallieerden willen hun gevallenen niet achterlaten in vijandelijk gebied. Daarom wordt voor het bevrijde deel van Nederland gekozen om de gesneuvelden te begraven.
Razzia Rotterdam
Na de razzia in Schiedam en Rotterdam is een dag later het centrum van Rotterdam aan de beurt. De binnenstad is hermetisch afgesloten. Voor de mannen die zich binnen de afzetting bevinden, is er geen ontkomen aan. In totaal worden 52.000 mannen opgepakt om te werk gesteld te worden. En niet alleen om die reden: mannen die er niet zijn, kunnen ook de geallieerden niet helpen als ze komen, redeneren de Duitsers.
tekst gaat verder onder foto
Mannen in het centrum van Rotterdam worden anagehouden tijdens een razzia (Foto: NIOD)
De zelfmoord van een verzetsstrijder
"Zijn geweldige en radicale offerzin en offermoed deed hem 't grootste offer, dat van het leven brengen", staat op het bidprentje voor de katholieke verzetsman Caspar Naber uit Groningen. Hij is uit een zolderraam van het Scholtenhuis op de Grote Markt in Groningen gesprongen. Hij was bang om door te slaan bij de martelingen die hem te wachten stonden tijdens verhoren en besloot zelfmoord te plegen.
Het Scholtenhuis op de Grote Markt in Groningen (Foto: NIOD)
Doodgeschoten in Kampen
Op de IJsselkade in Kampen wordt op 13 november 1944 de Joodse Rotterdammer Abraham van der Ploeg doodgeschoten. Hij werd tijdens de razzia's in Rotterdam opgepakt en naar Kampen afgevoerd om dwangarbeid te verrichten. Toen één van de Duitse officieren de Jodenster op zijn jas zag werd hij ter plekke doodgeschoten. Het lichaam van de man werd in het water van de IJssel gedumpt.
V1-raket in achtertuin
Een deel van de inwoners van Heemstede in Noord-Holland moet evacueren als een V1-raket in de achtertuin van een woning neerstort, maar niet ontploft. De raket was onderweg naar Engeland. De bom kan alleen door de Duitsers tot ontploffing gebracht worden door dat ter plekke te doen. Omwonenden binnen een straal van een kilometer van de woning waarachter de raket is neergekomen, moeten tijdelijk uit hun huis.
Een V1-rakter in de lucht (Foto: NIOD)
Overval in Almelo
Bij een overval op Nederlandsche Bank in Almelo maakt het verzet ruim 46 miljoen gulden buit, aan absoluut record voor een bankroof. Het geld was op bevel van de Duitse Rijkscommissaris Seyss-Inquart uit het geplunderde Arnhem overgebracht naar Almelo. Van daaruit zou het verder naar Duitsland worden gebracht.
Lees ook: longread van RTV Oost over de overval in Almelo
De bankoverval in Almelo is een verzetsdaad waar de Nederlandse regering vanuit Londen schriftelijk toestemming voor heeft gegeven. De overval is een succes, maar met de overvallers en het geld loopt het uiteindelijk slecht af. Nog voor het eind van het jaar is het geld terug in Duitse handen. Zeven verzetsstrijders worden opgepakt. Zes van hen moeten het met de dood bekopen.
Over de bankoverval in Almelo is een theatervoorstelling gemaakt: Het Verzet Kraakt.
Hoe ver zijn de geallieerden?
Het duurt nog 138 dagen voor Overijssel wordt bevrijd door de geallieerde strijdkrachten. Op de kaart hieronder kun je zien waar de geallieerden zich intussen bevinden.