NIJMEGEN - De organisatie (Nederlandse Bond voor Lichamelijke Opvoeding) van de Vierdaagse Afstandmarsen Nijmegen denkt in het voorjaar van 1940 vanwege de oorlog geen wandeltocht te kunnen houden. De meeste medewerkers zijn gemobiliseerd, logistieke medewerking van militairen is uitgesloten en de wandelroutes lopen deels vlak langs grensgebied met Duitsland. Een krant meldt: 'De leiding der marschen is dan ook van mening, dat met deze onzekerheid het niet verantwoord is, dit jaar den 30sten marsch te houden'.
Andere wandelsport-clubs zoals de NWF (Nederlandsche Wandelsport Federatie) bieden aan de organisatie op zich te nemen of in een andere regio een Vierdaagse te houden. De NBvLO ziet dat helemaal niet zitten en besluit dan na uitgebreid overleg om toch in Nijmegen een aangepaste versie van de 'Afstandsmarschen' te gaan lopen.
Marsleider staat achter 'Noodvierdaagsche'
De marsleider van de Vierdaagse, majoor Breunese, geeft dan goedkeuring aan het Nijmeegsch Wandelverbond om van 15 tot en met 18 augustus avond-wandelmarsen te houden. Hij zegt in de krant: '...het doet mij genoegen, dat dit jaar toch een Vierdaagsch wandelfestijn te Nijmegen zal plaats vinden, aangezien voor mij Nijmegen en de Vierdaagsche onafscheidelijk zijn. Het is jammer, dat ons mooi nationaal wandelfeest dit jaar niet kon doorgaan; laten wij hopen, dat zulks 't volgend jaar weer mogelijk zal zijn'.
Comité behoudt Vierdaagse voor Nijmegen
Dat laatste blijkt 'wishful thinking', in 1941 wordt er door een paar verenigingen nog wel gewandeld, maar de Duitsers verbieden overdag en 's avonds de wandeltochten omdat ze bang zijn dat die uitlopen op anti-NSB-acties. Pas in 1946 wordt er weer een officiële Vierdaagse gehouden. Omdat er ook vlak na de oorlog weer kapers op de kust zijn die het evenement willen overnemen wordt december 1945 het 'Actie Comité de 4-daagsche' opgericht en dat weet met een PR-campagne steun te vinden bij de NBvLO, de gemeente en het bedrijfsleven. Zo blijft het internationale wandelspektakel toch aan Nijmegen verbonden.
Sobere wandelmars, maar wel een kruisje
De versie van 1940 gaat de boeken in als de 'Noodvierdaagsche' en wordt niet opgenomen in de officiële lijst van de NBvLO. Per dag werden verschillend afstanden gelopen: 15, 20, 25 en 30 kilometer op de laatste dag. Van 15 tot en met 17 augustus liepen ongeveer 1200 mensen mee. Op de laatste dag waren er dat 2000 omdat honderden wandelaars de eerste drie dagen in hun eigen regio mochten lopen. De tochten waren sober van opzet, er was geen muziek en werden geen festiviteiten georganiseerd. Duizenden toeschouwers zagen de deelnemers tijdens het slotdefilé het Goffertstadion binnenkomen. De wandelaars ontvingen na afloop een aangepast herinneringskruisje met de afkorting NWV (Nijmeegsch Wandelverbond) en Nood-Vierdaagsche.
Lees meer over de geschiedenis van de Vierdaagse op Huis van de Nijmeegse Geschiedenis.