ARNHEM - Op 6 juli 1940 verschijnen krantenadvertenties waarin de oprichting van het Vrijwilligerslegioen Nederland wordt bekendgemaakt. De mededeling bevat meteen een oproep aan vrijwilligers om zich aan te melden bij het wervingskantoor van de SS in Den Haag. Net zoals ze dat ook al in andere bezette landen hebben gedaan, rekruteren de Duitsers nu ook in Nederland 'Legionen' die moeten gaan meevechten tegen de 'Bolsjewieken.'
De advertentie voelt als een dolk in de rug voor Arnold Meijer, de leider van het Nationaal Front, het voormalige Zwart Front en een concurrent op rechts van Musserts NSB. In een poging zijn partij meer in de aandacht van de Duitsers te spelen lanceert hij kort na de Duitse inval in de Sovjet-Unie een plan voor de oprichting van een Nederlands Legioen. Het idee bevalt de Duitsers wel maar om een andere reden. Want omdat Meijers beweging sterk nationalistisch is en streeft naar de vorming van een Groot-Nederland (na een 'Anschluss' met België) is hij voor de Duitsers politiek gezien veel minder aantrekkelijk dan de NSB. De Duitsers zitten niet te wachten op een Nederlands Legioen; wel op een uit Nederlandse vrijwilligers bestaand Germaans Legioen als onderdeel van de SS. En daar werd door de Duitsers al hard aan gewerkt.
Aan de Duitse leiband
Als Meijer de advertentie onder ogen krijgt wordt hem duidelijk dat de SS met zijn idee aan de haal is gegaan. Zijn partij, het Nationaal Front, wordt nergens genoemd. En als hij van de door de Duitsers aangestelde kwartiermaker luitenant-generaal buiten dienst Seyffardt te horen krijgt dat de mannen van het nieuwe legioen in Duitsland zullen worden getraind en Duitse uniformen gaan dragen, weliswaar met Nederlandse onderscheidingstekens, haakt Meijer definitief af.
Wervingsposters voor de legioenen in Nederland en Wallonië, Links 'onder eigen vlag', rechts de Waalse poster met een duidelijke verwijzing naar de SS - publiek domein
De NSB neemt het stokje enthousiast over, want al zijn er al Nederlanders lid van de SS; een heus Nederlands (Germaans) onderdeel van diezelfde SS is een kolfje naar de hand van Mussert. Gevolg was dat de NSB een intensieve wervingscampagne startte en dat NSB'ers zich massaal aanmeldden voor het legioen. Maar Musserts idee van een soort NSB-leger was ook niet wat de bezetter in gedachten had: de Nederlanders zouden als SS-onderdeel in de strijd geworpen worden; niks Nederlands leger en alles onder Duits bevel.
Oranje-blanje-bleu
Om toch nog de indruk te wekken van het legioen als 'Nederlandse eenheid', krijgt het 'Freiwilligenlegion Niederlande' een commandant in de persoon van Seyffardt en dragen de leden op hun Duitse uniformen de zogeheten 'princevlag' in het oranje-blanje-bleu. Er verschijnt zelfs een eigen legioen-lied:
'Dietschers en Duitschers in den marsch vooraan
In Groot-Germaansche vrijheidsstrijd
Wij stormen voort - wij breken baan
Ons lied klinkt dapper wijd en zijd
Pantsers stooten door - Stuka's vallen aan
'Dietschers en Duitschers in den marsch vooraan (2x)
In Ruslands barre velden
Staat een Dietsche wacht
Vereend met Duitsche helden
Zij waken dag en nacht
Maar morgen is de 'Krieg' voorbij
Germanje groot en sterk en vrij
Pantsers stooten door - Stuka's vallen aan
'Dietschers en Duitschers in den marsch vooraan'
Dat alles moest zo veel mogelijk Nederlandse vrijwilligers trekken. Dat de eenheid officieel onder het bevel stond van de SS werd niet benadrukt.
Beelden van vertrekkende 'legionairs' uit 1941
Volgens schattingen hebben zo'n 25.000 Nederlanders als 'legionair' gevochten aan het Oostfront.