Weinig straten in Nederland zijn zo verbonden aan de Tweede Wereldoorlog als de Maliebaan in Utrecht, indertijd ook wel de NSB-hoofdstad van het land genoemd. Wat merkten buurtbewoners daarvan?

"De Maliebaan zat vol met Duitsers en NSB'ers", zegt mevrouw Van der Most van Spijk in de DocU: Achter de Maliebaan. In de oorlog woonde ze er als jonge vrouw tussen. "Al die grote huizen waren er natuurlijk geknipt voor. Er liepen ook telkens troepen over straat."

Marcheren en zingen

"Er zat iets overweldigends in dat Duitse gedoe", herinnert mijnheer Van den Hul zich van zijn kindertijd aan de nabijgelegen Monseigneur Van de Weteringstraat. "In slagorde gingen ze door Utrecht, heel strak en gedisciplineerd. Als je 's avonds in je bed lag dan hoorde je ze marcheren en zingen. Het waren complete zangkoren, meerstemmig soms. Ik heb daarvoor of daarna nooit zoiets gehoord."


In 2016 zond RTV Utrecht de DocU: Achter de Maliebaan uit

De NSB had bij zijn oprichting in 1931 al voor een hoofdkwartier in Utrecht gekozen, onder meer omdat oprichters Anton Mussert en Cornelis van Geelkerken er woonden. Op haar hoogtepunt was de beweging gevestigd aan de oneven kant op de nummers 13 en 23 tot en met 35. Aan de overkant kwamen de Nederlandse SS op 66 en het stafkwartier van de Weerbaarheidsafdeling (76 en 78).

Twee gezichten

Ook de nazi's en Duitse militairen hadden zich diverse panden aan de Utrechtse laan toegeëigend. Opvallend was daarom dat de Maliebaan achteraf twee gezichten bleek te hebben gehad. Bewoners als Frits Iordens en Marie Anne Tellegen raakten betrokken bij illegale acties tegen de bezetter. Achter de statige gevels werden verzetsacties voorbereid en onderduikers verstopt.

In de toenmalige Oosterkerk kwam de lokale afdeling van spionagegroep Albrecht bijeen. Bij garage Grund op Maliebaan 71 kwam het voor dat aan de voorkant Duitse voertuigen stonden te tanken terwijl aan de achterkant in de kelder gedrukte verzetskranten werden opgehaald. In de kluis van het Aartsbisschoppelijk paleis lag de geheime administratie van het Utrechts Kindercomité, dat Joodse kinderen hielp ontsnappen aan de holocaust.