Gevangenispersoneel had in de Tweede Wereldoorlog op z'n zachtst gezegd een vreemde baan. Naast de 'gewone' criminelen kwam er nog een tweede populatie bij. "Dat waren mensen die, in de ogen van het personeel, niets verkeerds hadden gedaan", vertelt Peter Sluiter, directeur van het Gevangenismuseum in Veenhuizen. "Zo zaten er mensen die door de Duitsers werden opgepakt, omdat ze bijvoorbeeld in het verzet zaten."

Volgens Sluiter leidde dat in Veenhuizen soms tot lastige situaties. "Moet je die mensen eigenlijk net zoals de anderen behandelen, of ga je ze helpen?" Volgens Sluiter gebeurde dat laatste heel veel. "Er werd veel gesmokkeld", weet hij. "Maar het personeel moest op twee gedachten hinken, want de Duitsers moest je ook een beetje te vriend houden."

Wapens op zolder verstopt

Het personeel van de gevangenis in Veenhuizen hield zich bovendien met nog meer gevaarlijke zaken bezig. "De omgeving van Veenhuizen is tamelijk kaal, dus er zijn de nodige wapen droppings geweest." Die wapens werden op de zolder van de gevangenis verborgen, zegt Sluiter. "Dat is heel bizar."

Gevangenispersoneel probeerde de Duitse bezetter dan op slimme wijze buiten de deur te houden. "Als de Duitsers kwamen en vermoedden dat er iets niet in de haak was, dan zeiden de medewerkers: 'Natuurlijk mogen jullie naar binnen, maar er zijn hier gevangenen met besmettelijke ziektes. Doe dus maar even een kapje voor je mond. Naar binnen gaan is op eigen risico'." De Duitsers wilden, ook al werden ze voor de gek gehouden, niet het risico lopen. "Een spel kun je het niet noemen, maar de grenzen werden wel opgezocht. Het was een onaangenaam spannende tijd."

Het tragische verhaal van dokter Van der Bijl

Veenhuizen kent meer opmerkelijke verhalen. Zo is er ook het verhaal van dokter Van der Bijl. In december 1944, deze maand precies 75 jaar geleden, werd hij opgepakt door de Bloedploeg Norg. Dat was een fanatieke, meedogenloze en gewelddadige groep Landwachters. Ze joegen keihard op verzetsstrijders en onderduikers.

Kort daarvoor had de Bloedploeg Norg een winkelier opgepakt, die na martelingen bekende dat hij een onderduiker had. Die onderduikers was gewond en werd geholpen door dokter Van der Bijl. "De Bloedploeg dacht: 'Nu gaan we Van der Bijl eens aan de tand voelen, misschien heeft hij wel meer mensen geholpen'", vertelt Peter Sluiter. "De dokter werd ook gemarteld met de badkuipmethode." Arrestanten werden dan in ijskoud water ondergedompeld. Op het moment dat de longen vol met water begonnen te lopen, werden ze weer boven water gehaald. Net zo lang tot ze gingen praten.

Praten deed uiteindelijk ook dokter Van der Bijl. Hij gaf toe meerdere mensen te hebben geholpen. Volgens Van der Bijl deed hij slechts zijn plicht als medicus. Daar hadden de Bloedploeg en de Duitsers geen boodschap aan. Veel mensen werden uiteindelijk opgepakt. Sommigen zeggen dat Van der Bijl helemaal niet gemarteld werd, maar dat hij vrijwillig de namen gaf.

"En dan begint eigenlijk een heel trieste fase van zijn leven", zegt Sluiter. "Die marteling kon hij niet doorstaan. Hij voelde zich daarna enorm schuldig en ontwikkelde uiteindelijk een psychiatrische stoornis. Hij werd behandeld bij Licht en Kracht, de voorloper van de GGZ." Het duurt jaren voordat dokter Van der Bijl weer een beetje kan functioneren. "Uiteindelijk kreeg hij weer een baan, maar hij werd nooit meer de oude", aldus Sluiter.

Luister hier naar het interview met Peter Sluiter.