RHENEN - Zijn gewelddadige dood op 12 mei 1940 werd tientallen jaren na dato een landelijke kwestie; die van de toen 22-jarige sergeant Chris Meijer. Doodgeschoten door een Nederlands vuurpeloton wegens 'desertie', zoals toen werd gesteld. Bedoeld als afschrikwekkend voorbeeld voor de Nederlandse soldaten die vochten bij de Grebbeberg en in de chaos de aandrang voelden te vluchten. Niet dat daar zoveel bewijzen voor waren maar de geruchtenmachine draaide op volle toeren en de toenmalig bevelhebber Harberts, gevoelig voor ondermijning van het Nederlandse moreel, wilde een voorbeeld stellen. Dat werd Chris Meijer uit Dieren,

Sergeant Chris Meijer was tijdens de Duitse inval commandant van twee stukken pantserafweergeschut in de voorpostenstrook. Vuurcontact met de Duitsers was er nog niet geweest, maar geïsoleerd geraakt door de weggevallen verbindingen en waarschijnlijk als gevolg de verwarring die daardoor ontstond zou Meijer op eigen houtje hebben besloten zijn geschut naar achteren te verplaatsen, richting de Nieuwe Waterlinie. De bemanning van het tweede stuk geschut onder zijn bevel lichtte hij niet in. Zij kwamen later tot de ontdekking dat Meijer op de motor, met daarachter het kanon achter een trekker en 8 bemanningsleden uit de voorpostenstrook was verdwenen. Tijdens een tussenstop in Loenen aan de Vecht werden Meijer en zijn mannen door een veldwachter opgebracht en afgeleverd bij de Koning Willen-III kazerne in Nieuwersluis. Daar kregen ze te horen dat ze werden verdacht van desertie.

Haastig gevormde krijgsraad

Diezelfde dag had generaal Harberts, die zich enorm druk maakte over de 'grote lafheid' onder de soldaten op de Greb, toestemming gekregen om een krijgsraad in te stellen. Die toestemming kwam van de commandant van het Nederlandse veldleger Baron van Voorst tot Voorst. Harberts had eerst een andere kandidaat op het oog, maar kwam uiteindelijk uit bij Meijer en zijn mannen. Meijer had in Nieuwersluis toegegeven zijn post te hebben verlaten. Harberts stelde de krijgsraad eigenhandig in en liet weten met niet minder genoegen te nemen dan de doodstraf: er moest een afschrikwekkend voorbeeld worden gesteld. En dat gebeurde.

Meijer werd verweten eigenmachtig te hebben gehandeld en zijn post te hebben verlaten zonder daar iemand van in kennis te stellen, en dat ook nog op een moment dat er rond zijn stelling niets gebeurd was en er geen sprake was van gevechtshandelingen of slachtoffers.

Op 12 mei werd het doodvonnis uitgesproken tegen Meijer die tegenover de krijgsraad zijn mannen zou hebben vrijgepleit en alle 'schuld' op zich nam. Hij kreeg nog de gelegenheid twee afscheidsbrieven te schrijven en werd vervolgens, naar de schietbaan in Doorn gebracht en daar geëxecuteerd. De voorgeschreven tijd van 48 uur tussen vonnis en voltrekking werd niet nagekomen; er was haast bij. 

Voorbeeld werd geen voorbeeld

Maar de waarschuwing die Harberts met het vonnis wilde afgeven aan de troepen kwam niet aan. In de chaos van de strijd op de Grebbeberg, waar een zware Duitse aanval woedde en de communicatielijnen waren verbroken, hoorde niemand van het vonnis. Bovendien werd er geen verdere ruchtbaarheid gegeven aan de executie. Daar komt bij dat Meijer in zijn afscheidsbrieven niets schreef over zijn aanstaande executie. Hij gaf aan zwaargewond te zijn. 

Vader Meijer startte na de capitulatie een vergeefse zoektocht naar zijn zoon maar kreeg op 19 mei officieel bericht dat Chris op 12 mei was gesneuveld. Tussen de spullen die de familie terugkreeg zaten de brieven. Het lichaam van Chris werd door de familie teruggehaald naar Dieren voor een herbegrafenis. In Doorn hoorde vader Meijer van de werkelijke toedracht van de dominee die Chris kort voor zijn executie nog had bijgestaan. Vader Meijer hield het verhaal voor zich.

Toedracht komt naar buiten

Die situatie van weten en onwetendheid duurde lang. Weliswaar werd al in 1948 Chris Meijers naam weggebeiteld van een oorlogsmonument in Rheden voor gevallen militairen, nadat een onbekend gebleven oud-strijder het gemeentebestuur had ingelicht over het doodvonnis wegens desertie. Het lot van Meijer kreeg pas in 1970 landelijke aandacht na het verschijnen van deel 3 van Lou de Jongs Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog. De jong noemde geen naam maar de pers zocht Harberts op en korte tijd later verscheen het boek De zaak van Sergeant Meijer, waarna de moeder van Chris de ware toedracht van de dood van haar zoon hoorde. Vader Meijer was in 1962 overleden en had het geheim meegenomen in zijn graf. 

Afbeelding

Chris Meijer (links) en generaal-majoor Harberts - publiek domein, wikipedia

Nadat Harberts in 1970 Avro's Televizier had gesproken over de executie en aangaf nog steeds keihard achter zijn besluit te staan, brak de commotie los. Zijn uitspraken - de soldaten bij de Greb zouden 'over het algemeen laf' zijn geweest - leidden tot een golf van verontwaardiging. Veteranen belegerden die avond zijn huis en Harberts nam een dag later de wijk naar Engeland. Op 4 mei 1970 kwamen vele honderden oud-Grebbestrijders naar het graf van Meijer in Dieren. 

Kwestie blijft kwestie

Ook de landelijke politiek bemoeide zich met de kwestie en pleitte voor nieuw onderzoek en eerherstel, maar toenmalig minister van Defensie Voorhoeve voelde daar weinig voor. In 2010 pleitte de SP opnieuw voor eerherstel omdat Meijer 'onwettig' zou zijn geëxecuteerd. Maar daar bleef het bij. Illustratief is de opmerking van Harberts tegenover een journalist van De Telegraaf die hem in april 1970 opzocht naar aanleiding van de recente publicaties over de zaak: 'Wilt u praten over die sergeant? Meneer, ik heb er schóón genoeg van en ik heb geen zin meer om iedere keer te reageren als iemand kritiek op mijn beleid meent te mogen geven. Die hele oorlog zit me tot híér.' 

Jacob Harberts overleed in 1971 in Rotterdam.