Toen tachtig jaar geleden de Nederlandse militairen hun wapens neerlegden en zich overgaven aan de Duitsers, bleef de stad Utrecht een afschuwelijk lot bespaard.
Een dag eerder was de Rotterdamse binnenstad vrijwel volledig verwoest door een bombardement door Duitse vliegtuigen. Nog geen kwartier had de aanval geduurd, maar de ravage was onbeschrijfelijk.
In nog geen kwartier werd op 14 mei 1940 de historische binnenstad van Rotterdam verwoest. Foto: Nationaal Oorlogs- en Verzetsmuseum Overloon Liberty Park, beeldbank NIOD
We schrijven de meidagen van 1940, na de inval van de Duitse troepen. Het Nederlandse leger had vier dagen lang tegenstand geboden, maar de verdediging kraakte in haar voegen. "Het bombardement van 14 mei op Rotterdam maakte een verschrikkelijke indruk", vertelt historicus en journalist Ad van Liempt. "De Duitsers dreigden dat andere Nederlandse steden zouden volgen, te beginnen met Utrecht."
Strooibiljet waarmee de Duitsers dreigden Utrecht plat te gooien. Foto: NIOD
Capitulatie
Voor generaal Henri Winkelman was die dreiging de doorslaggevende reden om de strijd te staken. De opperbevelhebber van de Nederlandse troepen had bij het vertrek van koningin Wilhelmina en het kabinet de volledige bevoegdheid over het land gekregen. Winkelman zag na het bombardement in dat verder vechten zinloos zou zijn. Op 15 mei tekende hij in Den Haag de capitulatie.
Generaal Winkelman tekende op 15 mei 1940 de overgave van Nederland aan de Duitsers. Foto: Beeldbank NIOD
De Nederlanders moesten aanvaarden dat Duitsland het gezag overnam. Op 18 mei kwam de Oostenrijkse nazi Arthur Seyss-Inquart naar ons land om later die maand aangesteld te worden als Rijkscommissaris voor de Bezette Nederlandse Gebieden. Van Liempt: "De overgave betekende een enorme schok, vooral dat koningin Wilhelmina was gevlucht. Veel mensen waren boos, want ze vonden dat ze het land in de steek had gelaten. Pas veel later werd duidelijk dat er wel wat voor te zeggen was en dat ze buiten Nederland misschien meer invloed zou hebben."
Goedschiks nazificeren
De Duitsers hadden vooraf de opdracht meegekregen om een vriendschappelijke band op te bouwen met de bezette Nederlanders. "De bedoeling was aanvankelijk om Nederland goedschiks te nazificeren. Dat was ook de tactiek van Seyss-Inquart. Over het algemeen lees je dat er in de eerste dagen betrekkelijk weinig te merken was van de bezetting, behalve dat er veel Duitse militairen op straat waren, die zich vriendelijk gedroegen."
Duitse troepen, zoals deze militairen van de Luftwaffe in Spakenburg, hadden de opdracht om zich vriendelijk op te stellen tegen Nederlanders. Foto: Historische Vereniging Bunscote
Generaal Winkelman was niet bepaald Duitsvriendelijk, aldus Van Liempt, en dat zou bepalend worden voor zijn bezettingsjaren. "Winkelman stelde zich kritisch op tegen de bezetters. De Duitsers lieten hem in eerste instantie met rust, tot 29 juni: de verjaardag van prins Bernhard die later bekend werd als Anjerdag."
Anjerdag
Hoewel het leek alsof Nederlanders zich gelaten in hun lot schikten broeiden er onder de oppervlakte anti-Duitse gevoelens. Eind juni waren er voor het eerst openlijke manifestaties voor het verdreven koningshuis, vooral in de grote steden maar ook bij de gesloten hekken van paleis Soestdijk. Van Liempt: "Nederlanders legden bloemen bij oranjemonumenten. Veel mensen droegen een anjer in hun knoopsgat, zoals prins Bernhard dat toen al deed. Voor de bezetter was dat een totale verrassing."
Generaal Winkelman wordt toegejuicht bij paleis Noordeinde, 29 juni 1940. Foto: Verzetsmuseum Zuid-Holland
Het toeval wilde dat die dag de Duitse propagandaminister Joseph Goebbels in Den Haag was. "Die schrok zich een ongeluk en liet woedend een eind maken aan de oploop, die vooral bij paleis Noordeinde groot was. En daar verscheen eind van de ochtend generaal Winkelman om er een felicitatieregistervoor prins Bernhard te tekenen. Dat werd hem zeer kwalijk genomen. Drie dagen later werd hij gearresteerd en afgevoerd naar een krijgsgevangenenkamp in Duitsland. Daar heeft hij de hele oorlog lang moeten blijven."
De Nederlandse legertop in krijgsgevangenschap, 1941. Zittend in het midden generaal Winkelman.
Winkelman keerde op 12 mei 1945 terug naar Nederland. De inmiddels 69-jarige generaal kreeg op 1 oktober van dat jaar eervol ontslag uit militaire dienst. Zijn laatste levensjaren bracht hij door in Soesterberg, waar hij op 27 december 1952 overleed.