"Ik was 3 jaar. Toch kan ik het me als de dag van gisteren herinneren." Met die woorden begint Tiny Persijn haar aangrijpende verhaal over de junidag in 1944.
Het is de dag waarop Tiny haar zusje Alie verloor. De tram waarin Alie en haar ouders zaten, werd beschoten. "Ze werden alle drie geraakt", vertelt Tiny. "Alie maakte geen schijn van kans." Het verhaal van mevrouw Persijn is opgetekend door de Stichting Behoud Oorlogsherinneringen, een initiatief van onder anderen Nieuwegeiner Arjan Denneman.
Tiny lag op het moment van de schietpartij in het ziekenhuis samen met haar andere zusje Nel. Ze hadden difterie. Haar ouders waren met Alie onderweg naar Tiny's grootouders om ze op te halen voor een ziekenbezoek. "Ze zaten in de tram van Edam naar Volendam toen het opeens donker werd. Mijn ouders dachten eerst aan onweer, maar het bleek een vliegtuig te zijn dat de tram onder vuur nam."
Kogel ketste af
Kogels vlogen in het rond, afgevuurd door de geallieerden die dachten dat er Duitsers in de tram zaten. Later bleken alle passagiers Nederlands. "Mijn vader had een doos tabak in zijn borstzak", vertelt Tiny. "Daarop ketste een kogel af. De kogel raakte Alie, die op dat moment tegenover mijn vader bij mijn moeder op schoot zat. Ze was op slag dood."
Het gezin van Tiny Persijn (in het midden met pop) verloor in de oorlog twee dochtertjes. De eerste overleed aan difterie, de tweede kwam om bij een beschieting. Dit familieportret is kort na de oorlog gemaakt. Foto: Archief Tiny Persijn
Ook Tiny's ouders werden geraakt. Haar vader moest uiteindelijk een been missen. Voor de schietpartij werkte hij als stukadoor, maar dat ging erna niet meer. Tiny vervolgt: "Later is hij gaan studeren en op het gemeentehuis terechtgekomen. Hij is zelfs trouwambtenaar geweest. Daar ben ik trots op."
Oorlogsherinneringen
Nieuwegeiner Arjan Denneman vindt dat zogenoemde oorlogsherinneringen als die van Tiny Persijn doorverteld moeten worden. Voor de Stichting Behoud Oorlogsherinneringen interviewt hij daarom geregeld mensen over wat ze hebben meegemaakt tijdens de Tweede Wereldoorlog. Dat levert een website op met indrukwekkende verhalen.
Volgens Denneman lopen er nog altijd veel mensen rond met oorlogsverhalen die nooit zijn verteld. "Mijn eigen opa ook. Hij heeft mijn oma leren kennen in Duitsland en zij was een Duitse. Het was altijd een duister verhaal, waar ze niet over wilden praten. Wel had mijn oma altijd een aversie tegen alles wat met de Tweede Wereldoorlog te maken had", zegt hij.
Toen Dennemans grootouders waren overleden, begon de familie het huis op te ruimen. "We kwamen allemaal spullen tegen uit de oorlog. Toen kwamen de vragen: waar zijn ze geweest? Wat hebben ze allemaal meegemaakt? Met meerdere vrijwilligers van de stichting zijn we dagenlang bezig geweest met het uitpluizen van al het papierwerk."
Denneman hoopt de oorlogsverhalen van mensen bij leven naar boven te krijgen. "Omdat ik als buitenstaander bij iemand binnenkom, gaan de gesprekken een stuk makkelijker. Vaak krijg ik van familie achteraf verbaasde reacties over wat allemaal is verteld. 'Dat wist ik helemaal niet', zeggen ze dan. Zonder deze interviews gaan veel verhalen mee het graf in."
Lievelingspop
Tiny Persijn draagt de gebeurtenissen in de tram tot de dag van vandaag met zich mee. De lievelingspop die haar zusje bij zich had, heeft ze altijd bewaard. Hij is zichtbaar beschadigd door de kogels.
Elk jaar tijdens dodenherdenking legt Tiny bloemen bij het monument voor haar zus Alie. Haar kleindochter beloofde onlangs dit van haar over te nemen, wanneer zij dat zelf niet meer kan.