Sinterklaasochtend, 6 december 1942. In de huiskamer van de bakkersfamilie Coppen in de Nieuwstraat in Eindhoven staan de cadeaus voor de 6-jarige Jos en zijn zusje uitgestald. Het pronkstuk tussen de cadeaus van Jos is een mini-biljart met drie ivoren ballen. Jos is in zijn nopjes. Kort daarna volgt er in de omgeving een fel bombardement. Jos en zijn ouders worden geëvacueerd naar Aalst, waar ze drie jaar zullen verblijven. Een dag na de de bevrijding in 1944 veranderen brandbommen de bakkerij in een rokende puinhoop. Tussen de smeulende resten vindt vader Coppen nog drie ivoren biljartballen, meer is er niet over.
"De witte ballen waren door de hitte van de brandbommen geel gekleurd." Als bewijs laat Jos de ivoren biljartballen zien en strekt zijn hand uit. "Het was een mooie sinterklaasochtend. Ik kreeg ook nog een voetbal, maar het biljart was wat ik graag wilde. Waar mijn ouders dit cadeau in die tijd gekocht hebben weet ik niet, maar ik was er erg blij mee."
Oorverdovend lawaai
Kort na het 'uithalen van zijn schoen' gaat de familie op pad. Gaan ze eerst naar kennissen die op de Demer wonen? Of gaan ze naar oma? Het wordt oma. "Toen we daar aankwamen barstte er een oorverdovend lawaai los. Mijn oma riep dat we onder tafel of onder de trap moesten schuilen. We hadden geen idee niet wat er aan de hand was."
Jos Coppen vond niet meer dan drie biljartballen terug na bombardement.
Radio-apparatuur
In het centrum van Eindhoven was Philips in de jaren dertig uitgegroeid tot een van de grootste bedrijven van Nederland. Na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog krijgt Philips de opdracht om radio-apparatuur te maken voor de Duitsers. Die sinterklaasochtend in 1942 stijgen er in Engeland zo'n honderd bommenwerpers op. Met maar één doel: het uitschakelen van Philips.
De verwoeste Demer na bombardement.
Ongeveer 150 mensen overleven het zogeheten 'Sinterklaasbombardement' niet. "De Engelsen hadden alles geraakt, behalve wat ze wilde raken. De Demer was helemaal plat, een grote lege plek midden in de stad. Alles lag in puin. Onvoorstelbaar. Vanuit mijn huis kon ik de Philipstoren zien", beschrijft Jos wat na al die jaren nog steeds op zijn netvlies staat gebrand.
De bakkerij van de ouders van Jos Coppen.
Het gezin Coppen wordt na het bombardement geëvacueerd naar Aalst. "We hebben daar zo'n drie jaar doorgebracht. Ik ben er ook naar school geweest. Natuurlijk ben ik weleens teruggegaan om te kijken. Sinds 1936 hadden mijn ouders daar een bakkerij. En dat ging gewoon door. Ik weet nog dat Eindhoven werd bevrijd op 18 september 1944. Amerikaanse en Engelse troepen trokken Eindhoven binnen. Iedereen was blij."
De verwoeste bakkerij van de familie Coppen.
Die euforie verstomt snel als een dag later, 19 september, de Luftwaffe de stad onverwacht onder vuur neemt. 227 mensen overleven het tweede grote bombardement op Eindhoven niet. "We mochten onze straat niet in. De hele zaak was vernield door brandbommen. Uiteindelijk mocht mijn vader het huis in. Het enige wat hij terugvond waren de biljartballen. Dat ontroerde mij."
Als Jos 23 jaar is gaat hij bij Philips aan de slag. Hij zal er maar liefst 32 jaar werken.