De drie meisjes staan er wat verlegen bij, maar ze kijken vrolijk. Op hun kleren zijn gele katoenen Davidssterren genaaid. Dat is sinds 3 mei 1942 een verplicht merkteken voor Joden.

Dit jaar is het 75 jaar geleden dat Nederland bevrijd werd. Om de oorlogsjaren ook nu nog een gezicht te geven, startte onder de naam 'de Tweede Wereldoorlog in 100 foto's' een grote landelijke zoektocht naar foto's die een goed beeld van die tijd geven. Ook uit de provincie Utrecht kwamen indrukwekkende foto's.

Misschien heb je deze foto vaker gezien als illustratie bij verhalen over de Tweede Wereldoorlog. Lang hebben we niets geweten over dit beeld dat in Utrecht is gemaakt. De fotograaf – Nico Jesse, in de vorige eeuw een bekend fotograaf en huisarts – kreeg in 1942 opdracht om het dagelijks leven in Utrecht vast te leggen. Hij dacht dat hij op die zonnige dag drie Joodse weesmeisjes voor de lens had.

Tweelingzusjes

Dat Jesse aan weesjes dacht is niet vreemd. De foto is genomen in de Agnietenstraat, niet ver van de Nieuwegracht, waar op nummer 92 het Centraal Israëlitisch Weeshuis stond. Maar de lachende kinderen waren geen naamloze weesmeisjes. Het zijn de tweelingzusjes Sophia en Hadassa Wijzenbeek, met in het midden hun vriendinnetje. Helaas weten we niet wie het vriendinnetje was. Over Sophia en Hadassa weten we wél heel veel.


Dezelfde meisjes vanuit een andere hoek gefotografeerd. Foto: Vermoedelijk Nico Jesse, privécollectie Hadassa Wijzenbeek (Bewerking door RTV Utrecht)

Familie Wijzenbeek

Het gezin Wijzenbeek woonde voor en tijdens de oorlog in de Mariastraat op nummer 10. Vader en moeder hadden een goedlopende meubelwinkel en de familie woonde boven de zaak. Behalve de tweelingzusjes waren er nog een oudere broer en zus: Flip en Betty.


Klassenfoto. Sophia en Hadassah dragen als tweeling dezelfde kleren. Foto: privécollectie Hadassa Wijzenbeek (Bewerking door RTV Utrecht)

Tijdens de oorlog dook het gezin onder in Driebergen, maar oudste dochter Betty volgde een ander plan. Zij vond een onderduikadres in Amersfoort omdat ze het gevoel had dat het adres in Driebergen niet veilig genoeg was. Verdrietig genoeg kreeg ze gelijk: haar familieleden werden verraden en verdwenen op het laatste transport van Westerbork naar vernietigingskamp Auschwitz.

Vervolging overleefd

Betty is de enige van de familie die de vervolging wel heeft overleefd. Haar ouders, broers en zusjes zijn omgekomen, net als al haar ooms, tantes, neefjes en nichtjes.


Betty Sara Reichmann-Wijzenbeek na de oorlog. Foto: privécollectie Hadassa Wijzenbeek (Bewerking door RTV Utrecht)

Eén van de dochters van Betty vertelt: “Ik heet Hadassa Wijzenbeek en ben inderdaad vernoemd naar een van mijn tantes, het meisje links op de foto. Na de oorlog stond mijn moeder er helemaal alleen voor. Ze heeft geprobeerd het leven weer op te pakken. Ze trouwde met mijn vader, een overlevende van Auschwitz. Mijn vader is altijd een heel vrolijke, opgewekte man geweest. Mijn moeder werd haar hele leven geplaagd door depressies.”

Onschuldig

Hadassa Wijzenbeek gaat verder: “Als ik naar de foto van mijn tantes kijk, vind ik het vooral zo verdrietig om te zien dat ze nog zo onschuldig waren. Het zijn gewoon poserende meisjes die op straat speelden. Hoewel ze al een Jodenster dragen en je je dus kunt afvragen hoe het kan dat ze nog zo vrolijk waren, hadden zij en hun ouders in 1942 nog geen idee van de gaskamers. Niet lang na deze foto doken ze onder. Ze werden verraden en in 1944 naar Auschwitz getransporteerd.”