Dit gebeurde er in Limburg in 1942
9 januari: Joden geweerd uit het openbaar onderwijs.
23 januari: Joden mogen geen auto meer rijden. Op het persoonsbewijs van joden moet de letter 'J' staan.
2 februari: Als gevolg van verraad wordt op deze dag en gedurende de weken erna een verzetsgroep rond de uit Heerlen afkomstige oud-militair Sef Smit door de Sicherheitspolizei uit Maastricht opgerold. Bijna veertig medewerkers worden opgepakt van wie er elf worden doodgeschoten of in Duitse gevangenschap omkomen. Voordat het doek valt, is de groep vooral actief in de Mijnstreek. De leden houden zich bezig met de verspreiding van verzetskrantjes en het verzamelen van inlichtingen, wapens, munitie en explosieven. Hoewel de plannen in een vergevorderd stadium verkeren, komt het niet (meer) tot sabotageacties.
12 april: Voortaan moet een keer per maand op zondag worden gewerkt in de steenkolenmijnen.
13 april: Extreem zware Britse bom (High Capacity of Blockbuster bomb) treft het centrum van Herten: zeven dodelijke slachtoffers, talrijke gewonden en enorme materiële schade.
19 april: In katholieke en protestantse kerkdiensten wordt een protestverklaring van de Nederlandse bisschoppen tegen het Duitse beleid jegens de joden voorgelezen.
3 mei: Invoering van de verplicht te dragen Jodenster.
15 mei: Beroepsofficieren Nederlands leger moeten opnieuw in krijgsgevangenschap.
30 mei: Op grond van verraad pakt de Sicherheitspolizei uit Maastricht tientallen verspreiders van het communistische verzetsblad ‘De Vonk’ op in Heerlen, Nieuwenhagen, Schaesberg en Ubach over Worms. In juli en augustus volgen nieuwe arrestaties in communistische kring. Hoewel sommigen na enige tijd op vrije voeten komen, overleven tientallen de Duitse kampen niet.
30-31 mei: Bombardement op vliegveld Venlo.
25 juni: De Maastrichtse Sicherheitspolizei arresteert in Maastricht tientallen verspreiders van het communistische verzetsblad ‘De Vonk’. Sommigen komen in Duitse gevangenschap om het leven.
30 juni: Avondklok voor joden vanaf 8 uur 's avonds. Joden mogen niet meer fietsen. Ook mogen joden geen gebruik meer maken van het openbaar vervoer.
21 juli: Afkondiging van de metaalverordening. Dit leidt vanaf december tot een omvangrijke klokkenroof.
22 juli: Bombardement op de omgeving van Helden: geringe schade
26 juli: Protestbrief van de Nederlandse bisschoppen tegen de vervolging en deportatie van joden wordt voorgelezen in alle katholieke kerken.
1 augustus: bombardement op schip bij Belfeld. In het dorp vallen drie dodelijke slachtoffers.
2 augustus: De bezetter neemt wraak op de protestbrief van 26 juli. Er volgt een landelijke razzia waarvan 245 katholieke joden het slachtoffer worden. Onder hen bevinden zich Edith Stein en tientallen anderen uit Limburg. Via de kampen Amersfoort en Westerbork worden 92 van de opgepakte joden naar het vernietigingskamp Auschwitz gedeporteerd waar ze meteen na aankomst worden vermoord.
25 augustus: Begin van de deportatie van de in totaal ruim 1600 Limburgse joden. Ze moeten zich verzamelen in een schoolgebouw aan de prof. Pieter Willemsstraat in Maastricht. In totaal moeten zich die dag 580 personen melden van wie er 290 in Westerbork belanden. De meesten van hen worden op 28 augustus naar het vernietigingskamp Auschwitz in Polen gedeporteerd en meteen na aankomst vermoord. De 290 joden die op 25 augustus niet zijn komen opdagen, hebben uitstel gekregen of zijn ondergedoken.
15 september: De Maastrichtse Sicherheitspolizei arresteert in Maastricht negen communisten en radicale socialisten. Sommigen komen in Duitse gevangenschap om het leven.
27 september: Voortaan moet twee keer per maand op zondag worden gewerkt in de steenkolenmijnen.
5 oktober: Door slechte weersomstandigheden wordt Geleen getroffen door een vergissingsbombardement van de Britse RAF (Aken is het doel). Er vallen 83 dodelijke slachtoffers. Drieduizend inwoners raken dakloos. Ook Heerlen, Brunssum en Kerkrade worden getroffen (veel materiële schade).
5-6 oktober: De Maastrichtse wijk Blauwdorp getroffen door brandbommen.
7 oktober: Als gevolg van infiltratie en verraad treft die dag een eerste arrestatiegolf een verzetsgroep van vooral oud-militairen rond de uit Maastricht afkomstige Nic. Erkens. Een maand later, op 5 en 11 november slaan de Duitsers nogmaals toe. Enkele tientallen van de 86 arrestanten worden geëxecuteerd of komen in Duitse gevangenschap om het leven. Tot het doek valt, is de groep niet alleen actief in Limburg, ook beschikt men over vertakkingen door het hele land en België. De medewerkers houden zich bezig met het verzamelen en doorgeven van inlichtingen en het verzamelen van wapens en explosieven. Ook banen ze internationale vluchtwegen voor politieke en joodse vluchtelingen, Engelandvaarders en uit Duitse interneringskampen ontsnapte Franstalige krijgsgevangenen.
10/11 november: Massale onaangekondigde razzia op Limburgse joden door de gemeentepolitie. In totaal worden overal in de provincie 125 personen opgepakt en overgedragen aan de Sicherheitspolizei.