Dit gebeurde er in Limburg in 1945
1 januari: In de nacht van 1 op 2 januari steken vijftig lichtbewapende Duitse militairen bij Wanssum de Maas over (operatie Schneemann). Nadat ze versterkingen hebben gekregen (de Duitse pers spreekt juichend over “Brückenkopf Wanssum”), volgen hevige gevechten en op 8 januari moeten de Duitsers hun miniatuur bruggenhoofd opgeven. De zinloze actie heeft 150 manschappen het leven gekost.
1 januari: Bij Asselt proberen Duitse eenheden opnieuw de Maas over te steken. De poging mislukt. Het bataljon parachutisten onder commando van majoor Matthaeas verlaat de stad en begeeft zich naar Linne.
5 januari: De achtergebleven inwoners van Siebengewald (en de daar verblijvende geëvacuueerden uit Heijen en Affreden) moeten op last van de Grüne Polizei evacueren. Ze gaan te voet naar Kleef om via de Achterhoek op Nederlands grondgebied terug te keren en verspreid te raken over grote delen van Noord en Oost Nederland.
7 januari: De inwoners van Bergen moeten evacueren: via een aantal Duitse steden in de Nederrijnse Laagvlakte komen ze via de Achterhoek opnieuw in Nederland om uiteindelijk in Overijssel en de drie noordelijke provincies terecht te komen. Ook de inwoners van Afferden, Well en Wellerlooi krijgen bevel te vertrekken. De tocht gaat te voet van Weeze naar Kleef. Vanuit die plaats gaat het richting Achterhoek waarna de mensen verspreid raken over de vijf noordelijke en oostelijke provincies. Vooral de inwoners van Well en Wellerlooi hebben het zwaar te verduren. De evacuatie van de dorpen neemt ruim een week in beslag en verloopt in verschillende fasen. Sommigen gaan te voet, anderen reizen een gedeelte van de tocht per trein. Uiteindelijk raken de mensen verspreid over de vijf noordelijke en oostelijke provincies.
9 januari: De inwoners van Arcen moeten evacueren. Te voet trekken ze naar het Duitse Geldern waar een trein wacht die hen naar Noord Nederland brengt.
11 januari: De inwoners van Well en Wellerlooi moeten via opstapplaatsen in de Duitse grensstreek naar Noord Nederland evacueren
14 januari: Begin van de Britse operatie ‘Blackcock’ dat de verovering van de zogeheten Roerdriehoek tot doel heeft. De Roerdriehoek omvat het gebied tussen Sittard en Roermond waarbij de Maas de westgrens markeert en de Roer de oostgrens.
14 januari: Begin van de evacuatie van Venlo. Via Geldern, Straelen en Kaldenkirchen vertrekken vele duizenden per trein naar Groningen en Friesland. De laatste trein met (Venlose) vluchtelingen vertrekt op 25 februari vanuit Kaldenkirchen. De dorpen Velden, Lomm worden inclusief de gehuchten Schandeloo en Het Hanik op 14 en 15 januari ontruimd. Via Straelen reizen de inwoners naar Groningen van waaruit ze over de provincie en over Drenthe worden verspreid.
17 januari: Britten bevrijden Dieteren en Susteren (en gehuchten in de directe omgeving)
18 januari: Britten bevrijden Echt (en gehuchten in de directe omgeving)
18 januari: De bevolking van St. Odiliënberg moet evacueren. Velen belanden in Brüggen van waaruit ze op 20 januari per trein naar Heerenveen vertrekken.
19 januari: Britten bevrijden Koningsbosch en Pey (en gehuchten in de directe omgeving)
20 januari: Britten bevrijden Ohé en Laak, Stevensweert (en gehuchten in de directe omgeving)
21 januari: Britten bevrijden St. Joost (en gehuchten in de directe omgeving)
21 januari: Begin van de evacuatie van Roermond, Maasniel en Leeuwen. De ontruiming begint eerder dan gepland vanwege operatie Blackock (sinds 14 januari) ten zuiden van Roermond. Gedurende de volgende weken komen ook de omliggende dorpen aan de beurt. Iedereen moet te voet naar Brüggen vanwaar de tocht naar Noord Nederland per trein verder gaat. Na drie weken (medio februari) zijn Roermond en de omliggende dorpen grotendeels ontvolkt.
21-22 januari: In totaal zes bombardementen door Canadese luchtmacht op het met vluchtelingen volgepakte Montfort: er vallen 183 dodelijke slachtoffers.
23 januari: Britten bevrijden Maasbracht, Montfort (en gehuchten in de directe omgeving).
25 januari: Britten bevrijden Linne.
25 januari: Vlodrop, Herten, Melick, Herkenbosch en de omliggende gehuchten moeten evacueren.
26 januari: Britten bevrijden Posterholt (hiermee beschouwen ze operatie Blackock als voltooid).
27 januari: Britten bevrijden St. Odiliënberg.
27 januari: Lerop moet evacueren; terwijl de bevrijders naderen, moeten de nog in St. Odiliënberg aanwezige inwoners het dorp verlaten. Via Brüggen reizen ze naar de noordelijke provincies.
31 januari: Asenray, waar veel vluchtelingen uit de wijde omtrek verblijven, moet evacueren. De uittocht voert via Brüggen naar Noord Nederland. Ook de inwoners van Swalmen moeten hun woonplaats verlaten.
1 februari: Een trein met Limburgse evacué’s wordt ter hoogte van Dingden onder vuur genomen door Britse gevechtstoestellen. Er vallen drie dodelijke slachtoffers en negen inzittende raken gewond.
8 februari: Begin van operatie Veritable: een gecombineerd Brits-Candees offensief om vanuit de omgeving van Nijmegen de Nederrijnse Laagvlakte binnen te dringen. Tegelijkertijd moeten Amerikaanse troepen de Roer oversteken en het gebied vanuit het zuiden binnendringen om zo de Duitse verdediging in de tang te nemen.
8 februari: Op het rangeerterrein ‘Kanonenberg’ bij Hamminkeln-Ringenberg wordt een wachtende trein met Limburgse evacué’s uit de regio Roermond twee keer beschoten en gebombardeerd door acht Britse gevechtstoestellen. Achttien vluchtelingen komen om het leven en 75 raken gewond. Een ander vluchtelingentransport wordt eveneens beschoten; hierbij raakt niemand gewond.
10 februari: Begin van de evacuatie van Tegelen en Belfeld. Kort nadat de eerste honderden inwoners zijn vertrokken, wordt de evacuatie stopgezet. Niet veel later blijkt dat de stopzetting definitief is. Als enige plaatsen op de oostelijke Maasoever ontsnappen Tegelen, Steijl, Belfeld en Reuver (gedeeltelijk) aan evacuatie.
10 februari: De Duitsers blazen de dammen in de bovenloop van de Roer op waardoor het Amerikaans offensief om door een oversteek van de Roer de Nederrijnse laagvlakte binnen te dringen (operatie Grenade) niet van de grond komt (zie 8 februari) Tot 23 februari, als het water in de rivier voldoende is gezakt, moeten alleen de Britten strijd leveren tegen een Duitse defensie die zich op één in plaats van twee frontsectoren kan concentreren.
11 februari: Britten bevrijden Ottersum.
12 februari: In het kader van operatie Veritable bevrijden de Britten Middelaar, Plasmolen, Gennep, Milsbeek (en gehuchten in de directe omgeving).
14 februari: Britten bevrijden Heijen.
17 februari: Britten bevrijden Afferden.
25 februari: De laatste trein met vluchtelingen (veel inwoners van Reuver) vertrekt vanuit Kaldenkirchen (drie dagen voor de bevrijding).
28 februari: Britten bevrijden Siebengewald.
1 maart: Amerikanen bevrijden Herkenbosch, Melick, Vlodrop Beesel, Reuver, Herten, Maasniel, Roermond, Venlo, Tegelen (en gehuchten in de directe omgeving)
2 maart: Amerikanen bevrijden Swalmen , Belfeld (en gehuchten in de directe omgeving)
3 maart: Amerikanen bevrijden Bergen, Well, Wellerlooi, Velden, Arcen (en gehuchten in de directe omgeving).
21 maart: Koningin Wilhelmina bezoekt Maastricht.
22 maart: Koningin Wilhelmina bezoekt Heerlen.
23 maart: Koningin Wilhelmina bezoekt Roermond en Venlo.
16 augustus: Pater Lodewijk Bleys, een voorman uit het Limburgs verzet, komt om het leven bij een auto ongeluk.