Dit gebeurde er in Limburg in 1944
24 januari: In Neeritter maakt de Sicherheitspolizei uit Hasselt een einde aan de intensiefst gebruikte locatie in Limburg voor het over de grens begeleiden van ontsnapte Franstalige krijgsgevangenen en bemanningsleden van neergehaalde geallieerde bommenwerpers. De hulpverleners antwoorden door zowel uit te wijken naar andere plaatsen als nieuwe passeerpunten in gebruik te nemen. Al met al helpen ze gedurende de bezettingstijd ruim tweeduizend krijgsgevangenen, tientallen ‘piloten’ en talrijke andere vluchtelingen via een wijd vertakt vluchtroutestelsel op weg naar Wallonië, Frankrijk en/of Spanje en Zwitserland.
24-25 januari: Een knokploeg uit Helden pleegt een overval op het gemeentehuis van Amby. Het bevolkingsregister en een groot aantal blanco persoonsbewijzen worden meegenomen.
18 februari: Twee leden van een knokploeg uit Roermond overvallen het gemeentehuis van Haelen. De buit omvat een aanzienlijke hoeveelheid bonnen en andere distributie artikelen. Een deel van het bevolkingsregister gaat in vlammen op.
19 februari: Liquidatie van de vermeende verrader Frans van Bilsen door leden van het verzet in Venlo. Achteraf blijkt de verdenking van Van Bilsen te berusten open vergissing.
23 februari: Op basis van loslippigheid en verraad houden leden van de Grüne Polizei met hulp van de Sicherheitspolizei Maastricht en ruim honderd militairen een razzia op verzetsmensen en onderduikers in Koningsbosch. Tientallen mannen worden opgepakt van wie sommigen in Duitse gevangenschap omkomen. Anderen worden te werk gesteld op het vliegveld Venlo.
23 februari: Een knokploeg uit Helden pleegt een overval op het gemeentehuis van St. Geertruid. Het bevolkingsregister en een aantal blanco persoonsbewijzen worden meegenomen.
25 februari: Bombardement op vliegveld Venlo.
25 februari: Tijdens een luchtgevecht worden brisantbommen afgeworpen boven het terrein van psychiatrische inrichting St. Anna in Venray. Een paviljoen raakt ernstig beschadigd.
9-10 maart: In een gecombineerde actie willen de knokploegen van Heerlen en Nijmegen het politiebureau en distributiekantoor van Heerlen overvallen. De opzet slaagt in het politiebureau. Daar worden wapens buit gemaakt. De overval op het distributiekantoor mislukt omdat een bewaker alarm slaat. De knokploeg uit Nijmegen blaast de aftocht.
14 en 24 maart: De Sicherheitspolizei uit Maastricht arresteert een aantal medewerkers van de organisatie voor hulp aan onderduikers in het district Geleen. Er vinden onder meer arrestaties plaats in Geleen en Oirsbeek.
5 april: De Sicherheitspolizei Maastricht houdt op grond van verraad een grootscheepse razzia op onderduikers in Sevenum en dorpen in de omgeving. Gedurende de maanden erna volgen nieuwe razzia’s.
15-16 april: Medewerkers van de organisatie voor hulp aan onderduikers in het district Gulpen plegen een overval op het gemeentehuis van Mechelen. Het bevolkingsregister gaat in vlammen op.
18 april: De Roermondse redemptorist en verzetspionier Lodewijk Bleys reist vanuit Maastricht via Zwitserland naar Engeland om de regering in ballingschap te informeren over het georganiseerd humanitair verzetswerk van katholieke zijde in met name Limburg.
19 april: Een knokploeg uit Helden pleegt een overval op het gemeentehuis van Meijel. De buit omvat radio’s, jachtgeweren en een hoeveelheid voedsel.
9-10 mei: Op grond van infiltratie en verraad rolt de Maastrichtse Sicherheitspolizei de organisatie voor hulp aan onderduikers in Maastricht grotendeels op. Ruim vijftig medewerkers vallen in Duitse handen van wie ten minste vijf in Duitse gevangenschap omkomen.
16 mei: Bevel van het hoofd van de Duitse politie in Nederland, Rauter, dat alle Roma en Sinti naar het doorgangskamp Westerbork moeten worden overgebracht. Dezelfde dag nog volgen overal in het land razzia’s op “zigeuners en asocialen”.
17 mei: Op grond van informatie, verkregen door de inzet van enkele infiltranten, houden de Sicherheitspolizei uit Maastricht en Duitse militairen een grootscheepse klopjacht op onderduikers in Helden en Sevenum. Ruim vijftig personen worden opgepakt onder wie burgemeester Frans van Cann van Helden. Vijfendertig arrestanten verdwijnen naar kampen in Nederland en Duitsland van wie er zeven omkomen (ook Van Cann). Nadien volgen telkens nieuwe razzia’s op onderduikers.
19 mei: Veel Roma en Sinti gaan vanuit Westerbork op transport naar het vernietigingskamp Auschwitz. De meesten van hen komen daar of in een ander kamp om het leven.
9 juni: De organisatie voor hulp aan onderduikers in Roermond wordt getroffen door een arrestatiegolf. Een aantal van de arrestanten komt in Duitse gevangenschap om het leven.
20 juni: Na een tip van jodenjager Mathias Raeven vindt in Heerlen een razzia op ondergedoken joden en hun helpers plaats. Er zullen nog diverse razzia’s volgen.
21 juni: Met hulp van militairen overvalt de Sicherheitspolizei van Maastricht een bijeenkomst van de leiding van de provinciale organisatie voor hulp aan onderduikers (LO) in pensionaat St. Louis in Weert. De meeste districtsleiders en provinciaal leider Jan Hendrikx komen in Duitse gevangenschap om het leven. De arrestatiegolf hangt samen met verraad door een eerder gearresteerde verzetsman die onder zware druk is doorgeslagen. Op grond van door gruwelijke martelingen verkregen informatie van sommige arrestanten volgen in de loop van de zomer nieuwe razzia’s en arrestaties binnen de Limburgse organisatie voor hulp aan onderduikers.
22 juni: De knokploeg van Heerlen pleegt een overval op het distributiekantoor van Valkenburg. De buit is groot.
25-26 juni: De knokploeg Sittard pleegt een overval op het gemeentehuis van Stein. Er wordt een grote hoeveelheid distributie artikelen en blanco persoonsbewijzen buitgemaakt. Het bevolkingsregister wordt meegenomen.
28 juni: Bombardement vliegveld Venlo.
5-6 juli: Overval op het distributiekantoor van Helden. De buit omvat een grote hoeveelheid distributiebonnen.
8-9 juli: Een (Noord-Brabantse?) knokploeg overvalt het gemeentehuis van Kessel. Het bevolkingsregister verdwijnt evenals een aantal blanco persoonsbewijzen.
16 juli: Leden van een knokploeg uit Reuver dringen de melkfabriek van Broekhuizen binnen en maken een grote hoeveelheid voedselbonnen buit.
21 juli: Op grond van verraad en verklaringen van eerder gearresteerde verzetsmensen arresteert de Sicherheitspolizei uit Maastricht ten minste tien medewerkers van de organisatie voor hulp aan onderduikers in het district Gulpen (‘De klap van Wittem’). Zeven van hen komen in Duitse gevangenschap om het leven.
28 juli: De Sicherheitspolizei uit Maastricht houdt met leden van de Landwacht een grote razzia op onderduikers in Sittard. Ten minste vijftig mannen worden opgepakt en op transport gesteld naar Duitsland.
29 juli: Razzia door de Sicherheitspolizei uit Maastricht en leden van de Roermondse politie op onderduikers in Maasniel. Ten minste acht mannen worden opgepakt.
31 juli: Razzia door medewerkers van de Staatspolitie Eindhoven op ondergedoken joodse kinderen en hun helpers in Tienray en omliggende dorpen. Ten minste vijf kinderen worden opgepakt en gaan op transport naar Auschwitz.
2 augustus: Landwachters en hun trawanten houden een klopjacht op onderduikers in Herkenbosch. Een aantal arrestanten dragen ze over aan de Sicherheitspolizei uit Maastricht.
10 augustus: Arrestatie van Leo Moonen, secretaris van de Roermondse bisschop en stuwende kracht achter het humanitaire verzet in de provincie. Via kamp Vught belandt Moonen in Sachsenhausen. Begin februari 1945 wordt hij overgebracht naar Bergen-Belsen waar hij op 2 april 1945 aan typhus bezwijkt. Ook houdt de Sicherheitspolizei die dag een klopjacht op verzetsmensen en onderduikers in Roermond, Maasniel, Beegden, Wessem en Posterholt. Tientallen mannen worden opgepakt van wie een aantal in Duitse gevangenschap om het leven komt.
14 augustus: Liquidatie van landwachter en jodenjager Mathias Raven uit Heerlen door een lid van de knokploeg Heerlen.
15 augustus: Bombardement vliegveld Venlo.
16-17 augustus: Razzia door medewerkers van de Staatspolitie Eindhoven op ondergedoken joodse kinderen en hun helpers in Venray. Ten minste één kind wordt pgepakt en gaat op transport naar Auschwitz.
18 augustus: Bombardement op de Maastrichtse wijken Rooddorp en Kraaiendorp: 91 dodelijke slachtoffers.
19 augustus: Leden van de Sicherheitspolizei uit Maastricht houden een razzia in de Schadijkse bossen bij Horst waar twee kampjes voor onderduikers en geallieerde piloten liggen. Hoewel ze die niet ontdekken, pakken ze 15 personen op. De arrestanten gaan op transport naar Duitsland.
19 augustus: Ook in Broekhuizen en omgeving houdt de Sicherheitspolizei een klopjacht op onderduikers en verzetsmensen. Ten minste tien personen worden opgepakt. In mei, augustus en op 16 november van dat jaar slaat de Maastrichtse Sicherheitspolizei (en landwachters) opnieuw toe in Broekhuizen en de omliggende dorpen.
21 augustus: Bombardement vliegveld Venlo.
22 augustus: Bombardement vliegveld Venlo.
23 augustus: Bombardement vliegveld Venlo.
25 augustus: Bombardement vliegveld Venlo.
28 augustus: Bombardement vliegveld Venlo.
30 augustus: Hitler geeft bevel om de Westwall, de verdedigingsgordel langs de Duitse westgrens via de Maas en Roer in Limburg in noordelijke richting uit te bouwen. De uitvoering ervan wordt overgelaten aan de hoogste NSDAP-bestuursfunctionarissen (gouwleiders) in de aangrenzende gouwen Düsseldorf en Essen.
30 augustus. Agenten van de Maastrichtse Sicherheitspolizei schieten twee verzetsstrijders dood in Belfeld.
31 augustus: De knokploeg Sittard overvalt het gemeentehuis van Puth-Schinnen. Het bevolkingsregister verdwijnt.
31 augustus: De knokploeg van Heerlen pleegt een overval op het gemeentehuis van Valkenburg. Het bevolkingsregister en een groot aantal blanco persoonsbewijzen verdwijnt.
1 september: Luchtaanval op Duitse munitietrein op de Melicker heide. Trein vernield.
1 september: Beschieting van zes locomotieven op het rangeerterrein bij Susteren.
1 september: Amerikaanse jachtbommenwerpers voeren een aanval uit op het stationsemplacement van Venlo.
3 september: Bombardement vliegveld Venlo: er vallen negen dodelijke slachtoffers. Het vliegveld is niet langer bruikbaar en wordt ontruimd. De gebouwen worden opgeblazen.
4 september: Leden van de knokploeg Noord Limburg overvallen het gemeentehuis van Arcen en maken o.m. het bevolkingsregister en een aantal wapens buit.
5 september: Executie van de verzetsstrijders Sjeng Coenen en Joep Francotte op de Cauberg in Valkenburg.
5 september: De Zuid-Limburgse knokploeg (KP) overvalt het Huis van Bewaring in Maastricht en bevrijdt ongeveer tachtig gevangenen.
7 september: Met het oog op de verlenging van de Westwall in Limburg (n.a.v. een bevel van Hitler op 30 augustus) lijven de gouwleiders van Düsseldorf en Essen het gebied op de oostelijke Maasoever in Noord en Midden Limburg in bij Duitsland.
8 september: In alle gemeenten op de oostelijke Maasoever in Noord- en Midden-Limburg arriveren Duitse bestuurders. De periode van gedwongen meehelpen bij de uitbreiding van de Westwall langs Maas en Roer (‘schanzen’) begint. Op 30 augustus heeft Hitler er opdracht toe gegeven. Omdat de bevolking massaal passief verzet pleegt en amper gehoor geeft aan de oproepen om te komen graven, volgen weldra overal razzia’s op mannen die maandenlang aanhouden. Steeds meer mannen duiken onder.
8 september: Een Nederlandse medewerker van de Sicherheitspolizei Maastricht, Cor Schut, opent het vuur op toegestroomde inwoners van Maastricht nadat bij geruchte bekend is geworden dat de politiedienst de stad heeft verlaten. Er valt een dode en meerdere personen raken gewond.
11 september: De kort tevoren in Heerlen neergestreken Sicherheitspolizei opent het vuur op een samengestroomde menigte. Één persoon raakt gewond.
12 september: Amerikanen bevrijden Mesch en Mheer (en enkele gehuchten in de directe omgeving)
12 september: Als gevolg van granaatexplosies in het centrum van de stad komen zes Maastrichtenaren om het leven en raken veertien personen gewond.
13 september: Amerikanen bevrijden Banholt, Bemelen, Cadier en Keer, Eijsden, Gronsveld, Margraten, Noorbeek, Rijckholt, St. Geertruid, Heer, Maastricht (Wyck), Epen, Gulpen, Slenaken, Berg en Terblijt (en gehuchten in de directe omgeving)
14 september: Amerikanen bevrijden Maastricht (west), Wylré, Lemiers, Holste, Vijlen, Oud Valkenburg, Geulhem (en gehuchten in de directe omgeving)
14 september: Een knokploeg uit Heythuysen laat een goederentrein met het geroofde machinepark van een textielfabriek in Weert ter hoogte van Haelen ontsporen.
15 september: Amerikanen bevrijden Amby, Wittem, Rothem (en gehuchten in de directe omgeving)
16 september: Amerikanen bevrijden Borgharen, Itteren, Eijs, Nijswiller, Schin op Geul, Ubachsberg, Bunde (en gehuchten in de directe omgeving)
17 september: Amerikanen bevrijden Valkenburg, Bocholtz, Simpelveld, Klimmen, Voerendaal, Geulle, Meerssen, Ulestraten, Mook (Amerikaanse parachutisten), Heerlen, Beek, Hulsberg, Schimmert (en gehuchten in de directe omgeving)
17 september: Duitsers houden een razzia in Vlodrop en pakken na afloop van de hoogmis alle mannen op om te gaan graven aan verdedigingsstellingen.
18 september: Amerikanen bevrijden Hoensbroek, Neerbeek, Spaubeek, Nuth, Wijnandsrade, Treebeek, Nieuwenhagen, Schaesberg, Waubachh, Amstenrade, Doenrade, Oirsbeek, Schinnen, Geleen, Elsloo, Stein, Urmond (en gehuchten in de directe omgeving)
18 september: Prins Bernhard bezoekt Maastricht en Heerlen.
19 september: Amerikanen bevrijden Bingelrade, Jabeek, Merkelbeek, Schinveld, Brunssum, Born, Buchten, Grevenbicht, Limbricht, Obbicht, Papenhoven, Sittard (en gehuchten in de directe omgeving)
20 september: De Duitsers noemen het gebied ten westen van de Maas voortaan ‘Freigebiet’ en beginnen aan de plundering en vernieling van de streek die tot de bevrijding (eind november) voortduurt. Daarna nemen Britse militairen het stokje van de Duitsers over.
20 september: De uit Maastricht gevluchte Sicherheitspolizei vestigt zich in Venlo. Tot hun vertrek in de loop van november oefenen de leden een waar schrikbewind uit, jagen ze op onderduikers, assisteren ze bij talrijke razzia’s en vermoorden ze tientallen mensen.
22 september: Britten bevrijden Stramproy, Tungelroy, Weert (en gehuchten in de directe omgeving)
23 september: Rangeerterrein Venlo gebombardeerd: alleen materiële schade.
24 september: Belgische brigade Piron bevrijdt Hunsel
24 september: De inwoners van Griendtsveen worden uit hun huizen verjaagd; velen vluchten naar Helenaveen
25 september: Belgische brigade Piron bevrijdt Thorn, Ittervoort, Neeritter (en gehuchten in de directe omgeving)
25 september: Gedurende een kortdurende wapenstilstand moeten de inwoners van Kerkrade door de linies evacueren naar bevrijd gebied, zo is tussen de Duitsers en de Amerikanen overeengekomen. Kort na het verstrijken van het staakt het vuren slaan ter hoogte van Imstenrade Duitse granaten in te midden van de vluchtelingenstoet. Er vallen dertien doden en tientallen gewonden.
26 september: Op de ingelijfde oostelijke Maasoever wordt de Duitse Reichsmark als wettig betaalmiddel ingevoerd.
26 september: In Venlo worden twintig vooraanstaande inwoners gegijzeld. Er wordt gedreigd met executie als zich niet meer mannen melden om te komen graven aan verdedigingsstellingen.
26 september: Honderden Duitse parachutisten houden een grootscheepse razzia rond Haelen.
26 september: De inwoners van Stevensweert moeten evacueren. De meesten trekken naar Vlodrop, St. Odiliënberg en Montfort.
27 september: Luchtaanval op het stationsemplacement van Venlo: twee dodelijke (Duitse) slachtoffers.
28 september: De inwoners van Roosteren moeten op last van Duitse militairen evacueren.
28 september: De inwoners van Helenaveen en de op 24 september in het dorp gearriveerde vluchtelingen uit Griendtsveen worden uit het dorp verjaagd en raken over de wijde omtrek verspreid.
28 september: Velden getroffen door bommen.
28 september: Bombardement op spoorlijn Venlo-Straelen.
29 september: Bombardement op spoorlijn Venlo-Straelen.
29 september: Amerikanen bevrijden Holtum, Nieuwstadt (en gehuchten in de directe omgeving)
29 september: De Grüne Polizei en leden van de SS houden een grootscheepse razzia in Sevenum
30 september. Bombardement op spoorlijn Venlo-Straelen.
30 september: Duitsers brengen 240 binnenvaartschepen in de haven van Maasbracht tot zinken
30 september: Amerikanen bevrijden Roosteren.
30 september: Psychiatrische instelling St. Anna in Venray getroffen door bombardement. Twintig personen komen daarbij om het leven onder wie veertien patiënten.
30 september: Bewoners van America en buurtschap de Zwarte Plak worden door militairen uit hun huizen verdreven. De meeste vluchtelingen trekken naar Sevenum en Kronenberg. Vergelijkbare evacuaties vinden in oktober plaats in Tienray, Castenray, Oirlo, Oostrum, Meterik en (nogmaals) America.
2 oktober: Amerikanen bevrijden Rimburg.
2 oktober: De eerste geruchten over een mogelijke evacuatie van Venlo doen de ronde omdat men volop bezig is met de ontruiming van grensplaatsen als Straelen en Kaldenkirchen.
3 oktober: Vanwege de nabijheid van het front worden Middelaar en Plasmolen ontruimd: de meeste inwoners vluchten naar Gennep.
4 oktober: Vanwege de magere opkomst van Venlose mannen om te gaan ‘schanzen’ wordt nogmaals een aantal vooraanstaande Venlonaren gegijzeld.
4 oktober: Razzia in Pey: circa vijftig mannen worden opgepakt en als dwangarbeider naar Duitsland gedeporteerd.
5 oktober: Amerikanen bevrijden Kerkrade.
6 oktober: Bombardement treft de omgeving van het station van Roermond: er vallen acht dodelijke slachtoffers. Het doel (station) wordt niet getroffen.
6 oktober: Leden van de Grüne Polizei zetten de kerk van Swolgen af tijdens de H. mis. De bij de razzia opgepakte mannen moeten gaan graven (‘schanzen’) aan verdedigingsstellingen bij Tienray. Zulke kleinschalige razzia’s met hetzelfde doel vinden vanaf eind september overal plaats op zowel de westelijke als oostelijke Maasoever in Noord- en Midden-Limburg. Ook wordt volop gedreigd met executies als zich niet voldoende mannen melden om te komen ‘schanzen’.
8 oktober: Kerkrazzia in alle dorpen op de westelijke Maasoever in Noord- en Midden-Limburg ten zuiden van de spoorlijn Venlo-Eindhoven. In een gezamenlijke actie pakken Grüne Polizei, parachutisten, militairen en leden van de Maastrichtse Sicherheitspolizei die zondag 2000 mannen op. De jongsten zijn amper veertien jaar oud; de oudsten diep in zestig. In goederenwagons worden ze voor dwangarbeid vanuit Venlo naar Duitsland gedeporteerd. In de weken erna vinden nog een aantal kleinschaliger razzia’s in het gebied plaats.
12/13 oktober: bombardement op Horst en America: er vallen 35 dodelijke slachtoffers en de materiële schade is groot. Tijdens het bergen van de lijken en het puinruimen verschijnt de Grüne Polizei en pakt ongeveer 250 mannen op.
12 oktober: bombardement op Venray: er vallen ten minste vijftig dodelijke slachtoffers. Ook de psychiatrische instelling St. Anna wordt tot twee keer toe zwaar getroffen.
12 oktober: Grüne Polizei en Duitse militairen houden een grote razzia in Venlo (Aktion Gustav): 360 inwoners worden opgepakt en voor dwangarbeid naar Duitsland gedeporteerd. Ook in Roermond vindt onder leiding van de Grüne Polizei in het kader van dezelfde actie een omvangrijke razzia plaats. Driehonderd mannen vallen in Duitse handen. Net als hun Venlose lotgenoten gaan ze als dwangarbeider op transport naar Duitsland.
13 oktober: Mislukt bombardement op de Maasbruggen bij Venlo (de verkeersbrug en spoorbrug liggen tegen elkaar aan): het centrum van de stad wordt getroffen en er vallen zestig dodelijke slachtoffers. Ook Roermond wordt gebombardeerd: de Maasbrug raakt gedeeltelijk beschadigd en drie Duitse militairen komen om het leven.
13 oktober: Duitse instanties dringen op initiatief van de gouwleiders van Düsseldorf en Essen (voor ‘t eerst) aan op de evacuatie van Venlo.
13 oktober: Duitse toestellen bombarderen het op 18 september bevrijde Schaesberg. 27 personen komen om het leven.
13 oktober: Bombardement op terrein van de psychiatrische instelling St. Anna in Venray. Het Zuster- of verpleegsterhuis wordt getroffen en vliegt in brand; zeker twee paviljoens raken zwaar beschadigd. Ook elders op het terrein breekt brand uit die niet geblust kan worden.
14 oktober: De kerktoren van Venray, die de Duitsers als uitkijkpost gebruiken, wordt in drie aanvalsgolven vanuit de lucht bestookt; ook vallen er bommen op het terrein van de psychiatrische instelling St. Anna. Op meerdere plaatsen in Venray breekt brand uit.
15 oktober: Bombardement op omgeving station Roermond (spoorwegviaduct): er vallen zeven dodelijke slachtoffers (onder wie drie Duitsers). Bombardement op de Venlose Maasbrug (niet getroffen): alleen materiële schade (Maaskade). Luchtaanvallen op scheepvaartverkeer op de Maas tussen Roermond en Venlo. Luchtaanval op een Duits kamp bij Arcen.
15 oktober: Begin van de evacuatie van Gennep: mensen trekken te voet naar de grens met Duitsland. Via plaatsen als Goch en Rees keren ze via de Achterhoek terug in Nederland. Van daaruit raken ze over het noorden en midden van het land verspreid.
15 oktober: Duitse militairen pakken acht mannen op in het buurtschap Ooijen bij Broekhuizenvorst. Vier van hen worden doodgeschoten.
16 oktober: Evacuatie van Gennep: na een voettocht door steden als Goch en Rees raken de inwoners nadat ze grens in de Achterhoek opnieuw zijn gepasseerd over rote delen van Nederland verspreid.
16 oktober: Bombardement op de spoorbrug bij Buggenum die sinds het verwijderen van de spoorrails als verkeersbrug wordt gebruikt.
16 oktober: Britten bevrijden Merselo.
16 oktober: Vijf SS’ers vermoorden vier Russische dwangarbeiders in Herkenbosch.
16-17 oktober: Grootscheepse razzia in alle dorpen op de westelijke Maasoever ten noorden van de spoorlijn Venlo-Eindhoven en ten oosten van de spoorlijn Venlo- Nijmegen. Grüne Polizei, militairen en parachutisten pakken die dagen vele honderden mannen en jongens op. Via Venlo worden ze in een goederentrein naar Duitsland gedeporteerd waar hen dwangarbeid wacht. In de weken erna vinden in hetzelfde gebied kleinschaliger klopjachten op mannen plaats.
17 oktober: (kerk)Razzia in Wessem.
18 oktober: Na dagen van zware artillerie- en luchtbeschietingen bevrijden de Britten Venray, Ysselsteyn (en gehuchten in de directe omgeving). Vanaf dan komen Venray en omgeving onder Duits artillerievuur te liggen. De inwoners en patiënten uit de psychiatrische instellingen worden naar Noord Brabant en België geëvacueerd.
18 oktober: Bombardement op de Maasbruggen bij Venlo: er vallen ten minste twee dodelijke slachtoffers.
19 oktober: Britten bevrijden Leunen; Amerikanen bevrijden Vaals.
19 oktober: Luchtaanval op de spoorverbinding in Blerick.
20 oktober: De bevolking van Ottersum moet evacueren: te voet gaat het richting Duitse grens om uiteindelijk via Goch en Rees terug te keren op Nederlands grondgebied en in Mijdrecht en Vinkeveen te belanden.
20 oktober: Luchtaanvallen op scheepvaartverkeer op de Maas tussen Roermond en Venlo.
21 oktober: De inwoners van Heijen, Siebengewald en Afferden moeten evacueren. Via allerlei omwegen belanden de meeste inwoners in november in het noorden van Nederland. De meeste inwoners van Afferden vinden (tijdelijk) onderdak in Bergen, Well en Wellerlooi.
21 oktober: Luchtaanvallen op scheepvaartverkeer op de Maas tussen Roermond en Venlo.
25 oktober: De stadsdelen van Roermond die bij de Maas en Roer liggen, worden ontruimd.
25 oktober: Leden van de plaatselijke verzetsorganisatie dringen in Horst het bijkantoor van het arbeidsbureau binnen en stichten brand waardoor belangrijke informatie verloren gaat.
26 oktober: De inwoners van Beringe moeten evacueren; de meesten vluchten naar Panningen. Hetzelfde overkomt eind oktober de inwoners van o.a. Horn, Haelen, Baexem en Neer.
27 oktober: Duitse pantsereenheden openen een (tegen)aanval bij Meijel en boeken na dagen van zware strijd een terreinwinst van 12 kilometer. Op 29 oktober worden Liessel en Ospel heroverd.
28 oktober: Bombardement op de Maasbruggen bij Roermond en Venlo/Blerick. Achtereenvolgens worden die dag Venlo (’s morgens) en Blerick (’s middags) bestookt. In Venlo vallen 55 dodelijk slachtoffers; in Blerick komen 19 burgers om het leven. De spoorbrug raakt licht beschadigd. Bij Roermond wordt de Maasbrug getroffen en onherstelbaar beschadigd. Langs de brokstukken bouwen de Duitsers meteen een loopbrug. Ook Maasniel heeft zwaar te lijden van het bombardement: daar vallen elf dodelijke slachtoffers. In Roermond zelf zijn eveneens dodelijke slachtoffers te betreuren. Bombardement op sanatorium Hornerheide bij Horn: enkel materiële schade.
29 oktober: Bombardement op de Maasbruggen bij Venlo/Blerick en de spoorbrug bij Buggenum. In Venlo vallen 19 dodelijke slachtoffers. Er vallen gaten in de Venlose verkeersbrug, maar die wordt snel hersteld. Ook de spoorbrug raakt beschadigd. Honderden Venlonaren vluchten de stad uit.
30 oktober: De gehuchten rond Stevensweert moeten evacueren.
1 november: De inwoners van Grathem moeten hun dorp verlaten.
2 november Twee tanks zakken door de provisorisch herstelde verkeersbrug bij Venlo. In allerijl wordt de spoorbrug provisorisch opgelapt.
2 november: Voor zover ze niet eerder door de bevrijders of de Duitsers zijn geëvacueerd of weggejaagd, verlaten de laatste inwoners van Meijel al dan niet onder dwang hun woonplaats.
3 november: Een zwaar bombardement treft Venlo: er vallen 46 dodelijke slachtoffers. De Maasbruggen worden niet geraakt. Tijdens de hulpverlening houdt de Grüne Polizei een razzia onder de mannelijke bevolking.
4 november: Twee bombardementen op de Maasbrug bij Venlo; tijdens het eerste bombardement dat ’s morgens plaatsvindt vallen vier doden; bij het tweede, aanzienlijk zwaarder bombardement dat in de loop van de middag plaatsvindt, wordt het centrum zwaar getroffen en breekt brand uit; ook is er veel schade in Blerick. Er vallen 36 dodelijke slachtoffers. Een uittocht van inwoners komt op gang. Een tweede poging om de spoorbrug bij Buggenum kapot te bombarderen mislukt: de bommen vallen op Roermond waarbij een persoon om het leven komt.
5 november: (mislukt) Bombardement op de Maasbrug bij Venlo in de namiddag. Opnieuw wordt het centrum zwaar getroffen. De luchtaanval eist vijftien mensenlevens. Een felle wind veroorzaakt bovendien een vuurzee die het stadshart volledig in as legt. Brandweerkorpsen uit Tegelen en Kaldenkirchen schieten te hulp. Er volgt een massale uittocht van inwoners naar dorpen in de omgeving die dagenlang aanhoudt. Al met al ontvluchten naar schatting 16.000 van de 26.000 Venlonaren de stad. De snel groeiende leegstand leidt tot plunderingen.
5 november: (mislukt) Bombardement op de spoorbrug bij Buggenum.
6 november: De inwoners van (westelijk) Echt, Susteren, Dieteren en de directe omgeving van Stevensweert moeten evacueren. Velen vluchten naar Posterholt en het ogenschijnlijk veilige Montfort.
6 november: (mislukt) Bombardement op de Maasbrug bij Buggenum.
7 november: (mislukt) Bombardement op de Maasbrug bij Buggenum.
7 november: De bevolking van Maasbracht en Ohé en Laak moet evacueren. Opnieuw vluchten velen naar Posterholt en Montfort.
8 november: (mislukt) Bombardement op de Maasbrug bij Buggenum.
8 november: Venlo door bommen getroffen: enkel materiële schade.
9 november: De inwoners van Linne moeten evacueren.
10 november: (mislukt) Bombardement op de Maasbrug bij Buggenum. Het dorp wordt door bommen getroffen: enkel materiële schade.
11 november: Twee bombardementen (in meerdere aanvalsgolven) treffen Roermond: er vallen 33 dodelijke slachtoffers. (Nederlandse piloten zijn betrokken bij de luchtaanvallen: eskadron 320). Ook de spoorbrug bij Buggenum wordt bestookt, maar niet getroffen.
11 november: Een met gestolen vee en goederen overbeladen veerpont zinkt bij Kessel. Dertien opvarenden, onder wie een aantal Duitsers, verdrinken.
14 november: Begin van operatie Nutcracker: de bevrijding van het gebied op de westelijke Maasoever in Noord- en Midden Limburg door Britse troepen. In de zuidelijke sector steken die dag Britse troepen het kanaal Wessem-Nederweert over. Bij Meijel trekken ze een paar dagen later eveneens ten strijde. Op 22 november openen ze ook in de noordelijke sector bij Venray de aanval. De operatie duurt tot de bevrijding van Blerick op 3 december.
15 november: Britten bevrijden Leveroy, Nederweert, Ospel (en gehuchten in de directe omgeving)
16 november: Duitsers blazen ’s middags de spoorbrug bij Buggenum op nadat ze zich ter hoogte van Roermond op de oostelijke Maasoever hebben teruggetrokken. Vanaf nu ligt de stad onder onafgebroken geallieerd artillerievuur. Voor zover dat nog niet het geval is, begint het kelderleven.
16 november: Britten bevrijden Buggenum, Baexem, Grathem, Haelen, Heythuysen, Horn, Roggel, Meijel (en gehuchten in de directe omgeving)
17-18 nov.: Grootscheepse razzia in alle dorpen op de westelijke Maasoever ten noorden van de lijn Kessel-Beringe door Grüne Polizei, militairen en parachutisten.
18 november: De goederentrein met 700 mannen die op 17 en 18 november zijn opgepakt wordt ter hoogte van Breyell en Boisheim tot twee keer toe door geallieerde gevechtsvliegtuigen beschoten. Er vallen zes doden en tientallen gewonden van wie een aantal er zeer slecht aan toe is.
18 november: Bombardement op de Maasbruggen bij Venlo. Er valt een dodelijk slachtoffer en de spoorbrug raakt beschadigd, maar blijft bruikbaar.
18 november: Herten en Ool moeten evacueren.
18 november: Britten bevrijden Neer, Beringe, Helden, Kessel, Maasbree, Panningen (en gehuchten in de directe omgeving)
19 november: 13e en laatste bombardement op de Maasbruggen bij Venlo. De verkeersbrug raakt beschadigd, maar blijft in gebruik. Er vallen 19 dodelijke slachtoffers. Ondanks de talrijke bombardementen zijn beide bruggen niet vernietigd. De aanhoudend slechte weersomstandigheden (gesloten wolkendek) hebben hierbij een doorslaggevende rol gespeeld.
19 november: De op 8 september geïnstalleerde Duitse bestuurders uit de gouwen Düsseldorf en Essen verlaten de provincie. Ze zijn medeverantwoordelijk voor de goed georganiseerde en zeer omvangrijke roverijen en plunderingen van de voorbije maanden. Die gaan ook na 19 november onverminderd door.
19 november: Bombardement tijdens voetbalwedstrijd Sittardse Boys tegen VVS (de derby vindt plaats in het stadion in de wijk De Baandert): er vallen vijftien dodelijke slachtoffers.
21 november: Britten bevrijden Baarlo. Eerste artilleriebeschieting door Britten van de Venlose Maasbruggen. De Duitsers gebruiken beide bruggen voor het overzetten van manschappen en materieel naar de oostelijke Maasoever. Venlo komt vanaf deze dag onder Brits artillerievuur te liggen. Ook hier begint het kelderleven voor zover dat niet al het geval is.
21 november: De inwoners van Broekhuizen moeten evacueren omdat de Duitsers het dorp willen ombouwen tot een vesting; de vluchtelingen raken verspreid over de wijde omtrek (o.a. Horst en Swolgen).
22 november: Britten openen de aanval aan de noordelijke sector van het Duits bruggenhoofd op de westelijke Maasoever en bevrijden Sevenum, Castenray, Oirlo, Horst (en gehuchten in de directe omgeving)
24 november: Een bataljon parachutisten onder bevel van de paranoïde majoor Ulrich Matthaeas arriveert na weken van zware gevechten op de westelijke Maasoever in Roermond. Gedurende hun verblijf tot 2 januari 1945 oefenen deze militairen een waar schrikbewind uit onder de burgerbevolking.
23 november: Britten bevrijden Meerlo, Tienray (en gehuchten in de directe omgeving)
25 november: Britten bevrijden Blitterswijck, Melderslo, Geijsteren (en gehuchten in de directe omgeving)
25 november: Alvorens zich van de westelijke Maasoever terug te trekken, blazen de Duitsers de Venlose Maasbruggen op.
26 november: Britten bevrijden het westelijk deel van Wanssum
26 november: Duitse militairen verjagen de inwoners van buurtschap De Stokt bij Broekhuizen. Daarna steken ze de boerderijen en schuren in brand.
27 november: Britten bevrijden Broekhuizenvorst, Grubbenvorst, Lottum (en gehuchten in de directe omgeving)
27 november: Leden van de Grüne Polizei houden omvangrijke razzia’s in het noordelijk stadsdeel van Venlo. Driehonderd mannen worden opgepakt. Ook in Tegelen, Belfeld en Reuver vinden razzia’s plaats. Daar worden 150 mannen opgepakt.
27 november: Het (voorlopig) hoogtepunt van de artilleriebeschietingen van Venlo wordt op 3 december bereikt als Schotse troepen Blerick bevrijden. Ook daarna gaan de beschietingen van de stad door. De Duitsers beantwoorden het Brits vuur zodat de inwoners van Blerick weldra moeten evacueren.
28 november: Afhankelijk van de nukken en grillen van plaatselijke militaire commandanten moeten stadswijken en dorpen op de oostelijke Maasoever die niet ver verwijderd liggen van de Maas (frontlijn) worden ontruimd zoals op deze dag in Beesel.
28 november: Eerste bombardement op kasteel Geijsteren. De parachutisteneenheid die het kasteel verdedigt, trekt zich op de oostelijke Maasoever terug.
29 november: Tweede bombardement op kasteel Geijsteren: er blijft slechts een ruïne van over.
30 november: Na zware gevechten bevrijden de Britten het dorp Geijsteren en bruggenhoofd/vesting Broekhuizen (en gehuchten in de directe omgeving)
Eind november: Een plaatselijke commandant jaagt de inwoners van Well naar de Duitse grens om de handen vrij te hebben om het dorp leeg te roven. Aan de grens worden de inwoners naar huis teruggestuurd. Ze treffen een geplunderd dorp aan. In Bergen mislukt een vergelijkbare poging.
1 december: Omvangrijke razzia onder de nog aanwezige inwoners van Herten.
2 december: Grootscheepse razzia in Roermond. Het is de zoveelste razzia in een lange reeks die de hele maand december aanhoudt.
2 december: Britten bevrijden het oostelijk deel van Wanssum.
3 december: Britten (Schotten) bevrijden Blerick (operatie Guildford; ook wel “The perfect Battle”).
5 december: Het hoofd van de SS, Heinrich Himmler geeft toestemming om de hele bevolking op de oostelijke Maasoever in Noord en Midden-Limburg te evacueren naar het noorden van Nederland.
6 december: De Duitsers blazen de brug over de Roer bij St. Odiliënberg op.
8 december: Het stadsdeel van Venlo tussen de Maas en de spoorlijn Roermond-Venlo moet evacueren (naar Tegelen).
10 december: Duitse parachutisten in Roermond vernielen het spoorweg emplacement en nemen de spoorstaven mee naar het centrum van de stad om ze ter versperring verticaal in de grond te graven. De daarmee gepaard gaande explosies en graafwerkzaamheden houden dagenlang aan.
10 december: Duitse parachutisten onder commando van majoor Pralle nemen in Venlo het heft in handen. Inwoners van het centrum van Venlo moeten evacueren (naar Tegelen)
11 december: Venlo kampt met snel groeiende voedseltekorten. Onder de vele duizenden Venlose vluchtelingen in Tegelen dreigt hongersnood.
15 december: Oproep van de in Roermond gelegerde parachutistencommandant Ulrich Matthaeas dat alle mannen tussen 16 en 60 jaar zich voor 18 december moeten melden. Wie het bevel niet opvolgt zal als partizaan worden beschouwd en worden doodgeschoten. Meteen volgen razzia’s.
16 december: De Duitsers openen de aanval in de Ardennen (Ardennenoffensief). In bevrijd Zuid Limburg heerst alom angst dat de Duitsers zullen terugkeren.
17 december: Duitse toestellen bombarderen de wijk Overhoven in het noorden van Sittard. Er vallen veertien dodelijke slachtoffers.
22 december: Duitse parachutisten plegen een (mislukte) aanslag op het bisschoppelijk paleis in Roermond door voor de ingang een lading springstof tot ontploffing te brengen. Ook houden ze telkens opnieuw plundertochten in de stad.
24 december: De in Venlo gelegerde parachutisten verlaten de stad.
25 december: Arrestatie van een dief door Duitse parachutisten in Roermond. Om zijn straf te ontlopen wijst hij de schuilplaats van een groep onderduikers aan. In de nacht van 25 op 26 december pakken de parachutisten ruim tien onderduikers op.
26 december: Twaalf opgepakte onderduikers uit Roermond moeten voor een inderhaast bijeengeroepen standgerecht verschijnen en worden ter dood veroordeeld. Diezelfde dag worden ze in de bossen bij Elmpt, even over de grens met Duitsland, geëxecuteerd.
26 december: Ulrich Matthaeas, commandant van een bataljon parachutisten in Roermond, herhaalt zijn ultimatum van 15 december aan de mannen van Roermond om zich (vóór de avond van 30 december) te melden. Nadat de executies op 28 december bekend zijn gemaakt, melden zich tot 30 december zo’n 2700 mannen. In Venlo dreigt hongersnood: twee kinderen overlijden door voedselgebrek. De leefomstandigheden in de stad worden met de dag hachelijker.
26 december: Een aantal diep gelovige inwoners van Tegelen belooft tijdens een H. Mis onder meer om gedurende 25 jaar geen carnaval te vieren als de plaats gespaard blijft voor hongersnood, oorlogsrampen en evacuatie. Tegelen ontsnapt aan alle drie, zo kan naderhand worden vastgesteld. De belofte van Tweede Kerstdag weegt zwaar, heel zwaar. Veel inwoners trekken na 1945 naar Venlo om carnaval te vieren. In 1951 besluit de gemeenteraad om de belofte in te trekken.
27 december: Twee onderduikers uit Roermond worden in de bossen bij Elmpt door Duitse parachutisten geëxecuteerd.
28 december: De nog niet ontruimde stadsdelen in het westen van Venlo moeten op last van een onlangs gearriveerde parachutistencommandant evacueren. Niemand mag zich nog langer op minder dan 500 meter van de Maas ophouden.
30 december: Deportatie van 2700 mannen uit Roermond naar aanleiding van een ultimatum van parachutistencommandant Ulrich Matthaeas. De mannen moeten te voet naar het Duitse Dülken om vervolgens per trein naar Wuppertal te worden gebracht. Daar wachten hen dwangarbeid, ontberingen, honger en een aanhoudende bommenregen die in deze maanden vrijwel alle Duitse steden treft.