In zijn kleine appartementje in het Duitse Bad Neuenahr bekijkt Josef Schmidt de paar foto's die hij van zichzelf heeft uit de oorlog. Hij is dan een jonge man in Duits uniform van 17 jaar oud. Hij heeft een serieuze blik, er kan geen lachje vanaf. "Hier zie ik er jong uit", zegt Schmidt. "Maar ik ben er niet gelukkig."

De nu 93-jarige man werd toen hij jong was verplicht om in het Duitse leger te dienen. Schmidt wilde bij de Kriegsmarine, daar stond een lange opleiding voor. Hij hoopte op die manier lang bij het front vandaan te blijven. Maar dat lukte niet. Hij werd al snel naar Groningen en Friesland gestuurd. Daar zat hij sinds het voorjaar van 1944.

"Waarom we dit deden werd niet gezegd. Het bevel was marcheren, dat was alles."

— Josef Schmidt, soldaat Kriegsmarine

De Duitse bezetter had in de gaten dat zich in de Noordoostpolder tussen de arbeiders vele onderduikers, Joden en verzetsmensen schuil hielden. Deze gezonde, hardwerkende polderpioniers konden beter in Duitsland als dwangarbeiders aan de slag, was de gedachte. In opdracht van SS-Obergruppenführer Hanns Rauter trokken 4.000 Duitse soldaten het gebied in.


De Razzia van NOP
Op 17 november 1944 werd de Noordoostpolder omsingeld door 4.000 Duitse soldaten. Zij kregen de opdracht om het gebied grondig te doorzoeken. De Duitsers hadden mannen nodig om in de Duitse fabrieken te werken. De geallieerden rukten op en de Duitse oorlogsmachine draaide overuren om de bevrijders zoveel mogelijk tegen te houden. In een paar dagen tijd werden bijna 1.800 mannen opgepakt, van hen werden er ongeveer 1.000 naar Duitsland gestuurd om dwangarbeid te verrichten.

tekst gaat verder onder foto

 

In de vroege ochtend wordt Josef Schmidt vanuit zijn tijdelijke kazerne, een school in Lemmer, de Noordoostpolder ingestuurd. Wat hem na 75 jaar nog altijd is bij gebleven; de immense vlakte. "Het was heel eentonig. Het was heel uitgestrekt met waterwegen en heel veel zand. Het was half zand, half water."

De groep van Schmidt treft niemand aan. "Ik weet niet hoe lang we daar gelopen hebben." In andere delen van Noordoostpolder worden wel mannen aangetroffen. Een succes voor de Duitsers want 1.770 arbeiders worden in een paar dagen tijd vastgezet. "Waarom we dit deden werd niet gezegd. Het bevel was marcheren, dat was alles." Schmidt kijkt indringend voor zich uit. Het is even stil. "Voor wie en waarom? Dat werd niet verteld."

Nach dem Krieg
Op 28 juni 1945 wordt Josef Schmidt ontslagen bij de marine. Het document dat hij toen bij de Canadezen moest ondertekenen, heeft hij al die jaren bewaard. Net als het IJzerenkruis. Deze medaille kreeg hij voor zijn verdiensten voor Nazi-Duitsland. De 93-jarige veteraan heeft het IJzerenkruis eigenhandig aangepast. Het hakenkruis dat prominent aanwezig was, heeft Schmidt eruit gehaald.

"Ik kan niet zeggen dat ik graag soldaat was. Goed dat het voorbij is."

— Josef Schmidt, soldaat Kriegsmarine
 

"Noodgedwongen heb ik het over me heen laten komen." 75 jaar na de bevrijding blikt Josef Schmidt terug op zijn oorlogsverleden. Schmidt zegt dat hij van het begin af aan tegen de oorlog en Hitler was. "Mijn vader, moeder en de rest van mijn familie waren niet Hitlergezind."

"Wanneer je je tegen het leger keerde, werd je neergeschoten. Je kon geen weerstand bieden." Schmidt kijkt naar een foto van zichzelf in nazi-uniform. "Ik kan niet zeggen dat ik graag soldaat was. Goed dat het voorbij is."

Leven weer oppakken
Na thuiskomst pakt Schmidt het gewone leven weer op. Hij heeft veel steun aan het katholieke geloof. Door de hele woonkamer van zijn appartement zijn iconen te zien. Bij de radio prijkt een foto van paus Franciscus.

Nadat zijn vrouw in 2007 overleed, heeft hij een nieuwe liefde gevonden. Iets waarvoor hij in die oorlog regelrecht naar een concentratiekamp zou gaan en wat nu 75 jaar later wel in vrijheid kan. Hij wordt verliefd op een man. De twee besluiten om te trouwen.