ARNHEM - Elden krijgt een gedenksteen voor de 12 Palestina-pioniers die bij een razzia in oktober 1942 door de Duitsers werden opgepakt en de concentratiekampen niet overleefden. Het ging om een groep Joodse jongens- en meisjes die zich in Elden aan het voorbereiden waren op een toekomst in Palestina (het huidige Israël). De gedenksteen wordt geplaatst bij het oorlogsmonument van de omgekomen Eldenaren.

Jodenhuis

De 33 pioniers woonden in Huize Voorburg dat ook nu nog bekend staat als het 'Jodenhuis'. Het was een van de vijf Hachsjara huizen waar Joodse jongens en meisjes onderwijs kregen in fruitteelt, landbouw en veeteelt en waar ze Hebreeuws leerden. Palestina staat op dat moment onder Engels gezag en verstrekt mondjesmaat visa aan Joden, de zogenoemde Palestina-pas. Het tehuis in Elden werd na de Duitse inval opgericht  voor pioniers die al een 'Palestina-pas' hadden maar door de uitbraak van de oorlog niet weg kunnen komen uit Europa. 

Huize Voorburg Elden  Foto: Publiek Domein 

De Joodse pioniers uit Elden komen via Westerbork in kamp Bergen-Belsen. Zeven van hen komen in de zogenoemde 'Palestina Barak' terecht en worden door de Duitsers uitgeruild tegen Duitsers die in Palestina verblijven. Eind juni 1944 vertrekken ze uit Bergen-Belsen en worden via Wenen en Istanbul naar Palestina gebracht. De gedenksteen voor de pioniers wordt op 3 oktober 2019 onthuld en komt er op initiatief van de Historische Kring Elden.