ELLECOM - Het is een gitzwarte bladzijde in de geschiedenis van Ellecom, het werkkamp op landgoed Avegoor. In het najaar van 1942 werken hier Joodse mannen onder dwang aan de aanleg van een SS-sportcomplex. Nico de Winkel is dan tien jaar en getuige van de gruwelijke mishandelingen van de dwangarbeiders.

Op Landgoed Avegoor in Ellecom is tijdens de oorlogsjaren een SS opleidingscentrum gevestigd. In het najaar van 1942 moeten hier 139 Joodse dwangarbeiders onder gruwelijke omstandigheden werken aan de aanleg van een sportcomplex. Het is zwaar werk, ze moeten bomen rooien, grond afgraven en een moeras dempen. Daarbij worden ze regelmatig geslagen en geschopt door hun sadistische SS-bewakers en ze krijgen nauwelijks te eten.

Ellecommer Nico de Winkel is tien jaar in 1942. Hij woont met zijn ouders vlak achter het landgoed. Het leed van de mannen maakt grote indruk op de kleine Nico. Hij hoort in gedachten nóg het gekerm van de mannen als ze mishandeld worden.

's Nachts slapen de mannen onder barre omstandigheden op de zolder van een oude geblindeerde villa aan de Zutphensestraatweg. Nico de Winkel  herinnert zich hoe ze elke ochtend naar hun werk sjokken, een kilometer verderop:  "Niemand mocht kijken, de gordijnen moesten dicht en wie toevallig bij de bushalte stond te wachten, moest zich omdraaien, het waren 'Untermenschen,' daar mocht je niet naar kijken." 

Villa Irene, Zutphensestraatweg Ellecom - Omroep Gelderland

Dood door uitputting

Drie gevangenen overleven de verschrikkelijke ontberingen en mishandelingen niet. Nico de Winkel is op 11 oktober 1942 getuige van de begrafenis van één van hen. Hij is die dag met zijn moeder in de moestuin naast de begraafplaats aan het werk, als ze een lijkkoets zien aankomen. Ze zijn nieuwsgierig en gaan kijken bij de begraafplaats, maar ze worden ruw weggestuurd door de SS'ers. Nico denkt te weten waarom: "Voor het oog van de buitenwereld deden ze het netjes, maar ik moet er niet aan denken wat ze met dat lichaam hebben gedaan, nadat wij weg waren."

Het graf van de drie omgekomen dwangarbeiders - Omroep Gelderland

Wandelende geraamten

Zesendertig mannen worden na 6 weken werken in het ziekenhuis opgenomen, ze kunnen niet meer. De overgebleven mannen voltooien het werk en gaan na elf weken dwangarbeid op transport naar Kamp Westerbork. Daar komen ze meer dood dan levend aan, sterk ondervoed en stukgeslagen. De mannen wegen gemiddeld nog maar 35 kilo.

Een ooggetuige beschrijft in een dagboek:
‘21 november 1942: Drie korte stoten op de stoomfluit. Transport in aantocht (...) Maar dit keer ging het anders dan het gewoon was. Het vrouwelijk personeel werd teruggestuurd. Waarom? “Ja”, zei de chef van de registratie, “dit is zo'n erg transport, dat het beter is dat er geen vrouwen aan meewerken” (…) Ze kwamen de registratie binnen. Deze mensen waren niet aan te zien. Het leken geen mensen meer. Het waren wandelende geraamten. Vel over been. Volledig uitgeteerd. Ze konden nauwelijks op hun benen staan van magerte...'

In Westerbork sterven nog eens twaalf mannen. Kampcommandant Gemmeker laat de rest van de Ellecomse gevangenen in het ziekenhuis oplappen en stuurt ze drie maanden later alsnog op transport naar vernietigingskampen.

Monument

Uiteindelijk overleven slechts 35 Ellecomse dwangarbeiders de oorlog. In de tuin van 'Villa Irene' is eind jaren negentig een monument onthuld, Nico de Winkel was ook betrokken bij de oprichting van het monument. Op een uit brons gegoten tafel liggen 136 stenen. In de tafel zijn de initialen gekerfd van de drie overleden dwangarbeiders. Onlangs werd de bronzen tafel gestolen, maar het comité is vastbesloten om een nieuw monument te plaatsen.

Nico de Winkel bij het monument, voordat het gestolen werd

Aanstaande maandag 2 april staat het tv-programma '75 jaar Vrijheid, op weg naar 2020' helemaal in het teken van de jodenvervolging. Erik van der Pol praat met mevrouw Katzenstein-Hartogs, zij vertelt hoe ze als Joods meisje steeds verder beperkt werd in haar doen en laten. Verder een reportage over de Jodenjagers van Nijmegen. En de dochter van de Winterswijkse verzetsstrijdster 'tante Riek' vertelt hoe haar moeder tot het besluit kwam om onderduikers te gaan helpen.