ELLECOM - Op landgoed Avegoor staat een sporthal met een verleden, een zwarte bladzijde uit de geschiedenis van Ellecom. Hier was tijdens de oorlog niet alleen een SS-opleidingscentrum gevestigd, maar ook het eerste Nederlandse werkkamp. In het najaar van 1942 werken hier 139 Joodse mannen onder gruwelijke omstandigheden aan de aanleg van een SS-sportcomplex. Op 21 november zit hun werk erop en worden ze gedeporteerd naar kamp Westerbork.
Vanaf begin januari 1942 worden honderden joodse mannen uit het hele land te werk gesteld in zogenaamde werkverruimingskampen, vooral in Noord- en Oost-Nederland. In Gelderland zijn er werkkampen in Ede, Arnhem, Nunspeet, Putten, Ederveen, Ochten, Ruurlo, Zelhem, Lievelde en Ellecom.
Sadistische bewakers
Op 3 september 1942 komen 139 Joodse mannen uit de randstad aan in Ellecom. Ze worden ondergebracht in een oude geblindeerde villa aan de Zutphensestraatweg. De oorspronkelijke naam 'Villa Irene' wordt door de Duitsers sarcastisch omgedoopt in 'Kamp Palästina.' De gevangenen moeten in het gelid gaan staan en de bewakers beroven hen van kleding, waardepapieren en levensmiddelen. De mannen krijgen dunne kampkleding en klompen en worden kaalgeschoren de trap op geknuppeld. Ze krijgen elk één deken en moeten slapen op de kale vloer van de zolder, geplaagd door vlooien en ander ongedierte, samengeperst op kleine kamertjes, die nauwelijks worden schoongehouden. De sadistische bewakers laten hun slachtoffers graag 'Sport machen,' ze moeten heen en weer rennen: zolder op, zolder af, bed in, bed uit. De mannen krijgen nauwelijks te eten en als ze naar de zin van hun bewakers niet hard genoeg gewerkt hebben, krijgen ze zelfs dagen achtereen geen voedsel.
Villa Irene, Zutphensestraatweg Ellecom - Gelders Archief
Afgeranseld en mishandeld
Overdag moeten de mannen werken op landgoed Avegoor. Daar is in 1941 een SS-Schule in gebruik genomen; een opleidingsschool voor vrijwillige Nederlandse SS'ers. De gevangenen worden ingezet bij de aanleg van een sportveld en een Turnhalle, ze rooien bomen en graven grond af om het terrein te nivelleren. De SS heeft haast en de mannen moeten in moordend tempo werken onder onmenselijke omstandigheden. Ze krijgen voortdurend slaag met knuppels en zwepen. Als ze neervallen, krijgen ze een emmer water over zich heen, nog een pak ransel en dan moeten ze weer aan het werk. Voorbijgangers die te lang blijven kijken naar de mishandelingen, moeten een uur meewerken of een emmer water 100 keer boven het hoofd tillen. Af en toe komt een Duitse beroepsbokser langs om te 'trainen,' hij gebruikt de uitgeputte Joden als sparringpartner. Avegoor is een trainingskamp in sadisme voor de Nederlandse SS'ers, de gevangenen weerloos oefenmateriaal.
Drie gevangenen overleven de verschrikkelijke ontberingen en mishandelingen niet. Alfred Tuvij, Jacob de Lion en Meier de Groot liggen begraven op de Bijzondere begraafplaats in Ellecom. Op hun laatste rustplaats staat een gedenksteen met de tekst:
'Keer mijn ziel tot uw rust,
want God heeft het zoo beschikt.
Alfred Tuvij
Jacob de Lion
Meier de Groot'
De gedenksteen op de Bijzondere begraafplaats te Ellecom - foto Omroep Gelderland
Wandelende geraamten
Zesendertig mannen worden na 6 weken werken in het ziekenhuis opgenomen, ze kunnen niet meer. De overgebleven mannen voltooien het werk en gaan na elf weken dwangarbeid op transport naar Kamp Westerbork. Daar komen ze meer dood dan levend aan, sterk ondervoed en stukgeslagen. De mannen wegen gemiddeld nog maar 35 kilo.
Een ooggetuige beschrijft:
‘21 november 1942: Drie korte stoten op de stoomfluit. Transport in aantocht (...) Maar dit keer ging het anders dan het gewoon was. Het vrouwelijk personeel werd teruggestuurd. Waarom? “Ja”, zei de chef van de registratie, “dit is zo'n erg transport, dat het beter is dat er geen vrouwen aan meewerken” (…) Ze kwamen de registratie binnen. Deze mensen waren niet aan te zien. Het leken geen mensen meer. Het waren wandelende geraamten. Vel over been. Volledig uitgeteerd. Ze konden nauwelijks op hun benen staan van magerte...”
In Kamp Westerbork sterven nog eens twaalf mannen. Kampcommandant Gemmeker laat de rest van de Ellecomse gevangenen in het ziekenhuis oplappen en stuurt ze drie maanden later alsnog op transport naar vernietigingskampen.
Ondertussen wordt het sportcomplex op landgoed Avegoor afgebouwd en in het najaar van 1943 verricht Hanns Albin Rauter, de hoogste vertegenwoordiger van de SS in Nederland, de officiële opening. Tijdens de oorlog wordt er getraind door SS'ers en andere Duitse eenheden.
Hanns Albin Rauter opent het sportcomplex:
SS-sporthal wordt vakantiekamp
De sintelbaan van het sportcomplex is in de jaren na de oorlog afgebroken, nota bene door NSB-ers, die op dat moment op Avegoor geïnterneerd zijn. De stenen van de tribune worden hergebruikt voor de wederopbouw van Nederland. Na 1945 is de Turnhalle in gebruik als “Vakantieoord Sporthal Ellecom”, “Vakantiekamp Middachten” en “Vakantiehuis Sporthal Nuestro Capricho.” Later wordt er zaalvoetbal en tennis gespeeld en wonen er asielzoekers. Het pand is in opdracht van de gemeente gerenoveerd en is inmiddels verkocht aan een vastgoedbedrijf.
De sporthal anno 2017 - Boudewijn Bleekman
Monument
Uiteindelijk overleven slechts 35 Ellecomse dwangarbeiders de oorlog. In de tuin van 'Villa Irene' is eind jaren negentig een monument onthuld. Op een uit brons gegoten tafel liggen 136 stenen. In de tafel zijn de initialen gekerfd van de drie overleden dwangarbeiders.
Joods monument Ellecom - foto Omroep Gelderland