GROESBEEK - De familie Duijghuisen woont tijdens de Tweede Wereldoorlog tussen Groesbeek en de Duitse grens. In het najaar van 1944 beleven ze een spannende tijd, met neergeschoten geallieerde soldaten op het land achter hun boerderij, Duitse soldaten in de paardenstal en een mysterieus verdwenen SS'er.

Bert Duijghuisen (*26 juni 1926 - † 18 augustus 2017) was de jongste van zeven kinderen. De familie woont tijdens de Tweede Wereldoorlog aan de Cranenburgsestraat 73 in het buitengebied ten oosten van Groesbeek, op nog geen halve kilometer van de Duitse grens. Op 10 mei 1940 zien ze de Duitsers ons land binnentrekken, zowel door de lucht als over de grond. De rest van de oorlog verloopt relatief rustig, tot die zondag in september. Bert heeft zijn herinneringen aan die angstige dagen zijn zoon verteld. Hieronder zijn verhaal.

Geallieerde soldaten onder vuur

Zondag 17 september 1944, Bert is dan 18 jaar. 's Morgens wordt de familie opgeschrikt door hevige bombardementen rondom het huis, waarbij veel dieren omkomen. Vlak na het middageten zien ze parachutisten bij Groesbeek. De bevrijders komen letterlijk uit de lucht vallen! Even later trekken groepen Duitse soldaten langs de boerderij, op weg naar Duitsland. Maar niet alle Duitsers vluchten, want even later ziet de familie hoe drie geallieerde soldaten aan een witte parachute uit een neergeschoten transportvliegtuig springen. Ze worden in de lucht door Duitse soldaten onder vuur genomen. Eén van hen probeert al slingerend de kogels te ontwijken. Hij komt neer in een wortelveld en bedekt zichzelf meteen met zand om zich te verbergen voor de vijand. Zijn collega's komen een stuk verder neer in de weilanden, waar ze direct gevangen worden genomen door Duitse soldaten. Ze worden afgevoerd naar Kranenburg, waar ze diezelfde dag nog worden doodgeschoten. De familie haalt de piloot op uit het wortelveld en haalt hem snel in huis. Het blijkt dat hij zeven schotwonden heeft in zijn onderarm. Hij krijgt een borrel aangeboden en wordt veilig naar de schuilkelder gebracht.

Geallieerde parachutisten landen tijdens Operatie Market Garden - foto publiek domein

 

Vlakbij de boerderij landt die middag ook een Amerikaans zweefvliegtuig. De piloot stapt uit, maar op dat moment wordt hij in zijn hoofd geschoten door een Duitse schutter. Hij valt voorover en blijft dood liggen. Niemand in de boerderij durft er heen om zijn lichaam op te halen en ook de Duitsers laten de piloot liggen waar hij ligt. Maanden later, in mei 1945 vindt de familie Duijghuisen hem in precies dezelfde houding terug. Aan de andere kant van het zweefvliegtuig stappen twee andere vliegers uit. Ze worden niet geraakt en weten via greppels het huis te bereiken. Ook zij worden veilig naar de schuilkelder gebracht. Als de familie hen over de andere piloot vertelt, die daar ook verscholen zit, vertrouwen ze het niks. Met hun geweer in de aanslag gaan ze de kelder binnen, maar zodra ze zien dat het om een Amerikaan gaat, vallen ze elkaar in de armen en huilen als kleine kinderen. Met zijn drieën vertrekken ze uiteindelijk richting Groesbeek, de familie Duijghuisen heeft nooit meer iets van ze vernomen.

Soldaten in de omgeving Groesbeek - foto publiek domein
 

Twintig Duitse soldaten in de paardenstal

Op 20 september wordt er veel gevochten in de omgeving. De boerderij van de familie Duijghuisen bevindt zich op dat moment in niemandsland. De Duitsers trekken richting Groesbeek en blijven rondom het huis van de familie Duijghuisen hangen. Twintig soldaten nemen hun intrek in de paardenstal. Het is er inmiddels een drukke boel, want in de koestal verblijven op dat moment ook nog eens veertig burgers. Zij worden door de soldaten gesommeerd om zo normaal mogelijk te doen, en hun dagelijkse bezigheden door te laten gaan: de was ophangen, het kachelvuur stoken om eten op te koken. Hiermee willen de Duitsers hun aanwezigheid in de boerderij verborgen houden voor de geallieerden.

De mysterieuze verdwijning van een SS'er

In de weken daarna is het onrustig in en rondom huize Duijghuisen. Zo krijgen ze op een nacht een enorme granaat om de oren als iemand in het donker een sigaret opsteekt. Er wordt regelmatig heen een weer geschoten, koeien breken los en lopen overal. Een onaangename SS'er die er ook ingekwartierd is, zorgt voor een hoop onrust, hij eist dat iedereen vertrekt. Oma Duijghuisen heeft regelmatig woorden met hem en ook de Duitse soldaten in de boerderij kunnen hem niet uitstaan. Hij wil dat ze het veld ingaan om patrouille te lopen, maar daar hebben ze helemaal geen trek in. Op een gegeven moment komt een aantal soldaten met een lach op het gezicht terug van een patrouille. Ze melden dat niemand nog iets hoeft te vrezen van de SS'er; hij is gesneuveld. Niemand weet wat er precies is gebeurd, maar de familie vermoedt dat de Duitse soldaten hem zelf hebben doodgeschoten.

Begin oktober wordt het te gevaarlijk om nog in de boerderij te blijven en moet iedereen vertrekken. Na een lange en gevaarlijke omzwerving door Duitsland en Nederland komt Bert uiteindelijk op 4 mei 1945 terug in Groesbeek in een kapotgeschoten huis. De hele familie heeft de barre maanden overleefd, de wederopbouw kan beginnen.