'Leve de koningin', klinkt het nog. Daarna geweerschoten en een doodse stilte. Veertien mensen worden op 10 april 1945 door de Duitsers geëxecuteerd in het bos bij Spier. Eén dag voordat het dorp wordt bevrijd.

Jan Smit is tien jaar als de schoten afgevuurd worden. Hij heeft de groep vlak daarvoor nog zien lopen. "Ik was mijn vader aan het helpen bij de boerderij. Er kwam een groepje mannen aan met een paar Duitse militairen erbij. Eentje met een mitrailleur en eentje met een geweer. Ze liepen ons bijna over de tenen", vertelt hij.

Geschreeuw en schoten

Niet veel later komt de oom van Jan in paniek aan fietsen. Hij is op zijn land bezig met de omheining als hij geschreeuw en schoten hoort. Hij ziet de executie gebeuren, maar hij kan niet zien wie de slachtoffers zijn. "Hij was helemaal hoteldebotel. Hij dacht 'daar kon mijn broer wel eens bij zijn'." Jan en zijn vader weten op dat moment nog niet wat zich verderop heeft afgespeeld. "Hebben jullie dat groepje mensen net zien lopen?" vraagt Jans oom. "Die hebben ze allemaal doodgeschoten."

De tekst gaat verder onder de foto

De Fransen nemen stelling in Spier, een dag na de executie (foto: Dorpsbelangen Spier)

Smits vader en oom springen op hun fiets en gaan naar het zandpad waar de mannen zijn gefusilleerd. "Ze waren nog wel een beetje voorzichtig, want ze wisten niet of er nog Duitse soldaten waren", herinnert Smit zich. Uit nieuwsgierigheid rent hij achter de twee aan. "Ik kwam ongeveer tot de zandweg. Ik zag wel wat mensen liggen, maar toen zag mijn vader mij ook en zei dat ik moest opsodemieteren."

Alarm

De vader en oom van Smit slaan alarm en halen hulp. Het dorp is in rep en roer. "Dat heeft een enorme impact. We wisten nog niet wie het waren, maar al gauw kwamen er berichten dat het mensen waren van de Wijsterseweg." Gezinnen aan die weg hadden onderdak geboden aan piloten en parachutisten van de geallieerden. Wat men in Spier dan nog niet weet, is dat zeven anderen van dezelfde groep eerder al zijn omgebracht. Uiteindelijk worden de veertien doden op een boerenwagen geladen en naar een schuur in het dorp gebracht.

"Ik zie die mensen nog steeds liggen. Dat vergeet je nooit meer." - Jan Smit

De volgende dag bevrijden de Fransen en Canadezen het dorp. De Canadezen vinden de lichamen en schrijven daarover in hun logboek: 'In een schuur, zo'n 150 meter van onze locatie, lagen veertien lichamen van Nederlanders. Hun hoofden waren tot moes geslagen en hun polsen verbrand. Het leek alsof ze een nekschot hadden gekregen, nadat ze eerst voldoende waren gemarteld om de 'low breed bastards' tevreden te stellen die dit op hun geweten hebben.'

De oorlog is wat Spier betreft dan voorbij, maar Jan Smit krijgt het beeld van de dode mannen op het zandpad ook nu nog niet van zijn netvlies. "Ik herinner me dat als de dag van gisteren. Dat zie je nog steeds voor je." Als hij bij het monument staat, beleeft hij die tragische minuten op 10 april 1945 opnieuw. "Ik zie die mensen nog steeds liggen. Dat beeld komt altijd weer boven, dat vergeet je nooit meer."