'Ik zie die rottrein nog rijden, iedere dinsdag rond half twee stonden we bij de spoorwegovergang te wachten en dan kwam die trein uit Westerbork weer langs.'

 Piet Horst uit Haren mag dan inmiddels 85 jaar zijn, maar het beeld van twee van zijn schoolkameraadjes die in Auschwitz zijn vergast, staat hem nog altijd bij.

In de Tuindorpschool in Haren werd, mede op zijn initiatief, een plaquette onthuld ter nagedachtenis aan Louis en Ewald Wolff. De twee Joodse kinderen die in 1942 werden gedeporteerd en nooit terugkeerden.

 Doodgewone kinderen

'Ze kwamen in 1937 bij ons op school en waren toen 6 en 8 jaar oud.' Piet Horst weet het nog als de dag van gisteren. 'Heel gewone jongens. Ze waren met hun familie uit Aurich in Ostfriesland gevlucht voor het opkomende Nazisme en streken neer in Haren. Ze kwamen op de Waterhuizerweg nummer 26 te wonen en kwamen bij ons op de Tuindorpschool, schuin aan de overkant. Het ging eigenlijk allemaal heel erg vanzelf.' 

 

De voormalige Tuindorpschool in Haren. (Foto: Reinder Smith/RTV Noord)

Maar dat veranderde in 1941, toen kwamen er bordjes 'Verboden voor Joden' bij de school te staan en moesten Louis en Ewald van school. Ze kwamen in de pauze nog vaak bij het hek en dan spraken we met ze. In november 1942 vertelden ze dat ze op reis gingen. Ze wisten niet waarheen.

Lopend naar de Stad

Hun vader en ooms waren tegen die tijd al in Kamp Westerbork. Omdat Joden niet mochten werken, raakten ze werkloos en kwamen in kampen terecht die onderdeel waren van de vooroorlogse werkverschaffing, zoals het kamp bij Sellingerbeetse.

Begin oktober 1942 brachten de Duitsers al die Joodse mannen over naar Westerbork en riepen kort daarna hun vrouwen en kinderen op om zich te melden. Zo hadden de Duitsers in één klap, en zonder al te veel moeite, een grote groep Joden te pakken.

 

 Het huis aan de Waterhuizerweg in Haren waar de familie Wolff woonde. (Foto: Reinder Smith/RTV Noord)

'De jongens moesten zich met hun moeder in Stad melden en omdat Joden niet met de bus mochten gingen ze lopend. De mensen in Haren wisten ongeveer hoe laat ze met de trein van het Groninger Hoofdstation naar Westerbork zouden rijden en bij iedere spoorwegovergang stonden mensen te zwaaien.'

Louis en Ewald zijn via Kamp Westerbork en het Kamp Theresienstadt uiteindelijk in Auschwitz terecht gekomen waar ze op 6 oktober 1944 zijn vergast. 

Die rottrein

Misschien heeft Piet ze zien rijden, want de trein van Westerbork naar Polen ging door Haren. 'Die rottrein. Iedere dinsdagmiddag om een uur of half twee stond je voor de spoorwegovergang te wachten. Langzaam trok ie op vanaf het rangeerterrein in Onnen, sloeg dan in Haren af richting Waterhuizen en ging dan verder richting Nieuweschans', weet Piet nog.

 

 De Stolpersteine ter nagedachtenis aan de omgekomen jongens. (Foto: Reinder Smith/RTV Noord)

'Mensen in de trein zwaaiden als afscheidsgroet en gooiden briefjes uit de trein. Als die weg was raapten we die op en brachten ze naar meester Huizinga, want die was goed. Hij verstuurde dan die briefjes. Die rottrein, ik zie hem 75 jaar later nog steeds rijden.'

Als ik eraan denk, kan ik wel janken

'Na de oorlog kwamen de jongens niet terug, maar het vreemde is; er werd nooit over gesproken. Dat heeft me altijd bezig gehouden. Naarmate de oorlog verder achter ons kwam te liggen en wij ouder werden, kwamen de herinneringen des te sterker terug. Een aantal jaren geleden hadden we een reünie van de Tuindorpschool en toen hing er een krans ter nagedachtenis van de jongens.'

In 2010 werden er ter herinnering aan de familie Wolff 'Stolpersteine' geplaatst voor hun huis aan de Waterhuizerweg, schuin tegenover de school, waar ze woonden. En nu komt er een plaquette ter nagedachtenis aan Louis en Ewald Wolff in de hal van de school te hangen. 'Waarom? Dat is voor mij moeilijk uit te leggen', zegt Piet.

'Ik heb me verdiept in de Joodse geschiedenis tijdens de oorlog en wat daar gebeurd is, is onbeschrijfelijk. Twee onschuldige jongens alleen bij ons van de school. En zo zijn er duizenden weggevoerd. Vanuit Veendam is er een kind van een half jaar weggevoerd. Ik moet er niet aan denken dat die op de arm van de moeder de gaskamer in is gestuurd, dan kan ik wel janken', zegt een nog altijd aangedane Piet Horst.