ARNHEM - Operatie Market Garden, die op 17 september 1944 begon, heeft duizenden Nederlandse verzetsmensen het leven gekost, daarnaast kwamen nog ettelijke duizenden Nederlandse burgers om het leven tijdens en na de mislukte operatie. Dat schrijft de Britse historicus Sir Antony Beevor in zijn nieuwste boek 'De slag om Arnhem'.
Dat boek met deze nieuwe inzichten werd eerder in de Eusebiuskerk in Arnhem gepresenteerd. De historicus kreeg voor zijn onderzoek onder meer toegang tot nieuw Brits en Pools archiefmateriaal en de archieven van Cornelius Ryan, de schrijver van 'Een brug te ver'.
Beevor is bekend van boeken over de slag om Stalingrad en de Spaanse burgeroorlog waar miljoenen exemplaren van verkocht werden.
Bekijk hier een item over het boek:
Sneller einde van de oorlog
Market Garden was de grootste luchtlandingsoperatie van de Tweede Wereldoorlog en had nog voor de kerstdagen van 1944 een einde moeten maken aan de oorlog. De bedoeling was dat luchtlandingstroepen de brug over de Maas bij Grave, de Waalbrug bij Nijmegen en de Arnhemse brug over de Rijn veilig zouden stellen waarna grondtroepen door zouden kunnen stoten naar het Ruhrgebied, het industriële hart van Nazi-Duitsland.
Van meet af aan mislukking
In zijn boek maakt de schrijver korte metten met een aantal mythes rond Market Garden. Zoals de mythe dat Market Garden door omstandigheden mislukt is. Volgens Beevor was de operatie van meet af aan een mislukking en is dat voor een belangrijk deel de schuld van het Britse opperbevel.
Zo wordt veldmaarschalk Montgomery weggezet als een ijdele man die voortdurend ruzie maakte met zijn Amerikaanse collega-bevelhebbers en waarschuwingen van het verzet in de wind sloeg. Volgens Beevor is het ook maar de vraag of de Britse Generaal Horrocks, de commandant van de grondtroepen lichamelijk en geestelijk in staat was leiding te geven.
Horrocks was een jaar voor de operatie zwaargewond geraakt en leed dusdanig onder de pijn van die verwondingen dat hij soms een week niet aanspreekbaar was.
Duitse wraakacties
De gevolgen waren verschrikkelijk, schrijft Beevor: niet alleen kregen de Duitsers het vertrouwen dat het tij nog kon keren, het resulteerde ook in een genadeloze vervolging van het verzet. Als voorbeeld noemt hij het doodschieten van zes verzetsstrijders en twee ondergedoken piloten in Apeldoorn op 2 oktober 1944.
Als afschrikwekkend voorbeeld werden hun lichamen neergelegd op de invalswegen naar de stad. Volgens Beevor zijn er tijdens de bezetting 3000 mensen doodgeschoten waarvan het merendeel met Market Garden in verband kan worden gebracht.
Hongerwinter als gevolg
Ook de hongerwinter is volgens de historicus een belangrijk gevolg van de mislukte militaire operatie. Omdat heel veel Nederlanders de geallieerden hadden geholpen wilden de nazi's wraak nemen op de hele bevolking en werd daarvoor het wapen van uithongering gebruikt.
Ook in de regio waren de gevolgen enorm. 200.000 inwoners van Arnhem en de Betuwe werden geëvacueerd en moesten huis- en haard verlaten. Nijmegen werd frontstad met bijna dagelijks beschietingen waarbij honderden burgers om het leven kwamen.
De mythe van Jan van Hoof
De tweede mythe die sneuvelt is die van Jan van Hoof, de Nijmeegse verzetsman die de draden naar de springlading onder de Waalbrug doorgeknipt zou hebben waardoor de brug gespaard bleef. Volgens Beevor is het hoogst onwaarschijnlijk dat Van Hoof dat gedaan heeft omdat hij bij gevechten in de stad om het leven kwam en de brug op dat moment nog zwaar bewaakt werd door de Duitsers. Als hij dat voor die tijd al gedaan zou hebben dan heeft hij daar nooit melding van gemaakt tegenover de geallieerden.
Dat de brug gespaard is gebleven zou puur en alleen het gevolg zijn van een bevel van de Duitse generaal Model die niet wilde dat de brug opgeblazen werd zodat de Duitse troepen mogelijk nog een tegenaanval zouden kunnen doen.
Ontluisterend
In het boek wordt ook uitvoerig ingegaan op de manier waarop de Britten de schuld van de mislukking bij de Poolse parachutisten hebben gelegd. De Polen moesten de zuidkant van de brug veilig stellen maar werden te laat gedropt om nog een rol van betekenis te kunnen spelen.
Om de aandacht van hun eigen falen af te leiden legden de Britse generaals Browning en Horrocks de schuld bij de Polen. Zo zouden de Polen bij de oversteek van de Rijn bij de Westerbouwing de Britten de kolen uit het vuur hebben laten halen. Maar in werkelijkheid moesten de Polen hun boten afstaan aan de Britten.
Meest ontluisterend is nog dat de Polen na de mislukking te voet terug moesten keren naar Nijmegen omdat de Britten geen vrachtwagens ter beschikking wilden stellen.