In de nacht van 2 op 3 oktober 1942 worden vele Joodse gezinnen in het Noorden uit hun huizen gehaald en naar kamp Westerbork gebracht. In Coevorden worden 40 huizen leeggehaald.

"Kamp Westerbork was na die nacht meteen overvol. Vanaf die tijd vertrok er twee keer per week een trein naar het Oosten, in plaats van één keer", vertelt Dirkje Mulder van de stichting Synagoge Coevorden. 

Grote indruk

De nacht van 2 op 3 oktober maakt een grote indruk op inwoners van Coevorden. De stad is ineens een grote bevolkingsgroep kwijt. Eerder waren de jonge mannen al naar werkkampen gestuurd. Nu waren ook vrouwen, kinderen en ouderen uit hun huizen gehaald.

"De mensen die in het centrum van de stad woonden, hebben er veel van meegekregen", weet Mulder. "Alle mensen werden over de straat naar het Stationsplein gebracht. Dat ging allemaal niet zonder slag of stoot. Niet dat er gevochten werd, maar mensen en kinderen huilden. En er was een winkelier die de heleboel bij elkaar heeft geschreeuwd; hij vond het een schande dat iedereen uit huis werd gehaald. Dus heel veel mensen zijn er wakker van geworden."

Draad oppakken

Steden en dorpen pakken na de heftige gebeurtenis de draad weer op. Hoe wrang het ook klinkt, het leven gaat door.

"Er zijn wel mensen die ons vertellen dat ze na de oorlog nog veel last hebben gehad van deze nacht. Kinderen die met elkaar speelden waren ineens hun vriendjes kwijt. Drenthe was niet echt antisemitisch en Coevorden ook niet. Natuurlijk waren er wel NSB'ers. Maar de grote meerderheid niet en die vond het dan ook heel erg dat ze allemaal weg waren."

Veranderingen

Inmiddels is er veel veranderd. Veel zal niet meer doen terugdenken aan 1942. "De onderkant van de panden ziet er niet meer zo uit als toen. Overal zijn de winkelpuien aangepast. Aan de bovenkant zien de panden er vaak nog wel hetzelfde uit. De binnenkant zal inmiddels ook wel helemaal gerenoveerd zijn. Daar gaat het ook niet om. Het gaat erom dat mensen weten wat het verhaal van de huizen is."

Afbeelding

In een van de huizen woonde het gezin van Hartog Zilverberg. "Het was een heel bekend gezin in Coevorden en zelfs in Drenthe. Hartog was medeoprichter van de SDAP in Coevorden, de voorloper van de PvdA. Hij zat onder meer in de gemeenteraad, was wethouder en hij was ook een aantal jaren lid van Gedeputeerde Staten. Daarnaast had hij een manufacturenzaak", vertelt Mulder.

De voormalige familie Zilverberg (foto: Stichting Synagoge Coevorden)

"Zijn vrouw Sara was de dochter van rabbi David Krammer, die 43 jaar rabbijn was in Coevorden. Sara was onderwijzeres. Leuk detail is dat zij de eerste lerares was van het kleine schooltje aan het Stieltjeskanaal", aldus Mulder. Hartog en Sara hebben vier kinderen: Samuel, Mietje, David en Herman. Alleen Samuel, Herman en moeder Sara zullen de oorlog overleven.

Groeiende belangstelling

Mulder wil het verhaal van de Joden in Drenthe blijven vertellen. Dat is belangrijk vindt ze. Mede omdat het Joodse leven in Drenthe nog weleens onderbelicht was, volgens haar. Maar dat verandert. "We zien een groeiende belangstelling voor het leven van de Joodse gemeenschap in Drenthe. Zoiets heeft ook tijd nodig. We werken er hard aan. Gelukkig liggen inmiddels op heel veel plekken in Drenthe Stolpersteine. Dat maakt ook dat mensen steeds bewuster zijn van de groep Joden die is weggevoerd en vermoord."

In heel Nederland zijn jaarlijkse de huizen van voormalig Joodse gezinnen toegankelijk om stil te staan bij de gebeurtenissen in 1942. Dit vindt vaak plaats in mei en wordt georganiseerd door 'Open Joodse Huizen'.